Proloog

96 3 2
                                    

Ik dacht dat ik het perfecte leven had en toen alles instortte wist ik dat ik zou sterven. Ik had alles wat mijn hartje kon begeren maar zij wilden dat allemaal van me afpakken. Het is echter grappig hoe datgene wat eerst zoveel van je hart en hoofd in beslag nam daarna ineens klein en onbeduidend kan lijken, hoe het zo vervangen kan worden voor iets veel groters, iets dat je leven kan veranderen. Hoe je ineens je leven op wil offeren zonder er een gedachte aan te verspillen.

Er was een meisje, dat was ik.

Er was een jongen die niet bleek te zijn wie ik dacht dat hij was. Dat was Nathan, mijn vriendje. 

En toen was er nog een oorlog die meer in beweging zette dan alleen de tijd.

ReizigerWhere stories live. Discover now