deel 6: Julia

2 0 0
                                    

Opnieuw word ik wakker. Ben ik in slaap gevallen? Shit, daar had ik niet op gehoopt. Mijn oogleden voelen zwaar aan. Het liefst zou ik weer willen indommelen, maar ik forceer mezelf om wakker te blijven. Mijn lichaamsdelen lijken in ieder geval al meer zin te hebben in meewerken dan mijn hoofd. Man, vanwaar komt dat getik nou? Het valt me op dat het al iets lichter is geworden rondom mij. Niet ver van mij vandaan kan ik net een schim onderscheiden. "Help! Waar ben ik? Kan je mij helpen?", roep ik ongeremd uit! De schim komt langzaam in beweging. Geleidelijk aan komt het dichterbij. 'Hallo, ik ben Lieselot. En jij?' Ik verslik me half als ik deze woorden hoor. Geschrokken dat de schim iets zei en compleet in de war over de situatie. "Julia.", antwoord ik dan toch maar sneller dan verwacht. 'Wat doe ik hier? Of wij?' Het zijn vragen die me al lang dwars zitten. Lieselot lijkt te aarzelen, alsof ik haar net heb gevraagd om een wiskundesom op te lossen. (Nou, die dingen zijn in ieder geval niet eenvoudig. Urgh, wat verafschuw ik wiskunde.) 'Eigenlijk weet ik het zelf niet.', was het enige wat ze kon uitbrengen. 'Volgens mij ben ik net gestorven. Jij?' Toen ze deze woorden uitsprak, raakte het me pas. Ik ben dood. Een of andere gek maaide me van de weg. Lieselot was al wat spraakzamer en vervolgde al snel met haar doodvonnis. 'Ik denk dat Alvaradis me heeft neergeschoten, ze wilde me uit de weg ruimen.' Impulsieve ik reageerde iets te snel en het gesprek ging verder op deze manier... (En neen ik ben niet bepaald trots op het begin.)

Julia: Heeft een of andere bitch je neergeknald?

Lieselot: Bitch?

Julia: Euhm, iemand die je niet zo leuk vindt en die stomme dingen doet.

Lieselot: Ah. Ze was nochtans mijn beste vriendin. We zijn samen opgegroeid in het kasteel. Gelukkig waren haar ouders ook van adel, anders had ik nooit met haar mogen omgaan.'

Julia: Ik kan niet volgen... Wacht, wat is de datum van je sterfdag volgens jou?

Lieselot: 15 juli 627 n.C.

Julia: Dit meen je niet... Ik ben gestorven op 15 juli 2018. Hoe kan het dat onze tijdvakken niet gelijk lopen?' Jij bent duidelijk van de middeleeuwen en ik van de eigen tijd. Shit, dit is cool.

Lieselot: Middeleeuwen? Wat is dat?

Julia: Nou, zo hebben ze jullie tijdvak genoemd zoals je ook de prehistorie enzovoort hebt!

Lieselot: Ah zo. Wat een lelijke naam. Wie heeft die verzonnen?

Julia: Een hoop mensen die jullie tijdvak weigerde te romantiseren en het alleen maar barbaars vonden.

Lieselot: Urgh, wanneer is mijn tijdvak dan gestopt?

Julia: 1453. Het Oost-Romeinse Rijk is toen ook gevallen door onder andere de Turken, denk ik.

Lieselot: Had ik wel al gedacht. De merovingers zijn echter sterk, maar niemand is sterk genoeg om voor eeuwig stand te houden.

Julia: Nou, de Merovingers hun tijd was gedaan in 751 en daarna hebben de Karolingers geheerst.

Lieselot: Je lijkt er wel veel van te weten.

Julia: Geschiedenis is één van mijn sterkste vakken. Voor ik het vergeet: welke voornaamwoorden wil je trouwens graag dat ik voor jou gebruik? Is 'ze' goed?

Lieselot: Dat hebben ze me nog nooit gevraagd. Voor mij is dat goed.

Gniffelend keek Lieselot me aan. Zover waren ze nog niet in de 7de eeuw. 'Het doet goed om te horen dat de wereld erop vooruit is gegaan.' Ik glimlachte naar haar. Dit was veruit het raarste en slimste gesprek dat ik ooit heb gevoerd. Ik voel me net een gids van mijn eigen tijd. Hoe langer ons gesprek duurde, hoe meer het donker leek op te klaren. Haar gestalte had ik al kunnen onderscheiden, maar stilaan worden ook haar kleren zichtbaar. Haar blauwe jurk is prachtig. Keurig versierd met diamantjes en kant. Het lijkt wel alsof ze net uit een sprookjesboek is gewandeld. Haar opvallende, krullende en rode haren sieren haar. De ring rond haar vinger lijkt wel subtiel als detail te zijn toegevoegd. Ze is adembenemend. Ik weet niet hoe lang ik naar haar heb liggen staren, want ze begon wat argwaan te krijgen. 'Zie ik er raar uit?', vraagt ze twijfelend. "Neen. Helemaal niet, ik heb gewoon nog nooit zo iemand perfect in mijn leven gezien." Ik voel een rode blos op mijn wangen. Ik had het gezegd voor ik eigenlijk twee keer had nagedacht. Lieselot vond het niet erg. Ze gaf me een flauwe glimlach. Er viel een iets te lange stilte. Ik kan maar beter de ongemakkelijkheid laten verdwijnen. "Hoor jij dat getik ook?" Ze kijkt me aan alsof ik net iets heel gek gezegd heb. "Getik?", vraagt ze verward. "Je bedoelt het gefluister van de stokjes die ons teder getallen aanduiden wanneer we het uur willen weten?' Ik keek haar stomverbaasd aan met een open mond. Oke, die mindset heb ik duidelijk gemist. Snel antwoord ik 'ja'. Ze gaat er duidelijk van uit dat het een klok is. Lieselot staat op, strijkt haar jurk glad en wandelt naar het einde van de kamer. Nou, ik zou liegen als ik niet zeg dat ze er eerder naartoe zweefde. Elke beweging die ze maakt is zo frêle dat het wel lijkt alsof ze op wolken loopt waar ze elk moment door kan zakken. Ze overhandigt een klein klokje. Ze heeft duidelijk al meer speurwerk gedaan dan ik. Achter het klokje schuilt een draai-sleutel om het klokje mee op te winden. Zij had het duidelijk sneller en nog nooit gezien, want ze begon er gretig aan te draaien. Een zachte melodie ontsnapte uit de klok. Lieselot begon te zingen. Ze zong even helder als sterren die aan de hemel schitteren. Een zoete melodie die ons beide meenam. Zou ze muziek ook zo leuk vinden? We lagen allebei op de grond, luisterend met onze ogen gesloten. Ze is nog niet opgehouden met zingen, maar dat vind ik niet erg. Het geluid was een genot. Het toverde zelfs een schampere glimlach op mijn gezicht. 

11 minutenWhere stories live. Discover now