deel 2: 15 juli (Lianne)

2 0 0
                                    

De zon schijnt door het autoraam. Er zijn geen wolken te bespeuren en het ruikt voor één keer niet naar gas op de snelweg. de muziek giert door de auto, mijn zus lijkt even hard te genieten als ik. Elke bestuurder dat langs ons rijdt, begint spontaan mee te zingen. Waarschijnlijk gaan deze mensen ook naar het concert. Tout Oublier dreunt al voor de 4de keer door de boxen van de auto. We rijden nu op de N6, over 27 minuten komen we aan in het festivalpark Dour, Henegouwen. We konden ook een kortere weg nemen, maar volgens Julia komen we nu mooiere wegen tegen. Ik vind het maar een gek idee, maar ik klaag niet, want anders zouden we toch te vroeg zijn. We dansen beide op de melodie die ons stilletjes meevoert. Een ping wekt ons uit onze gelukzalige verbeelding. Het komt van Julia's telefoon. Ze zit aan het stuur, maar toch graait ze naar haar telefoon. "Julia, wat doe je? Je bent godverdomme aan het rijden!" Haar blik wordt ijskoud, ze heeft iets gelezen. Langzamerhand verdwijnt haar controle over het stuur, ik weet nog maar net het stuur te grijpen en onze auto op de pechstrook tot stilstand te brengen. Julia verroert geen vin, ik kan geen emotie bij haar vaststellen. Er komen duizend vragen in mij op, maar ik denk niet dat ze überhaupt van plan is om er zelfs één te beantwoorden. De tranen vloeien uit haar ogen, er lijkt wel geen einde aan te komen. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Julia kijkt me aan met een glimlach, bijna dankbaar. Mijn adem stokt wanneer ik plots een sms'je binnen krijg, het komt van één van die accounts van Instagram: tik tak, tik tak, wie is de volgende? Of wacht, die vraag heb ik net te laat gesteld. Het lijkt net alsof we in een horrorfilm zitten, Julia haar glimlach verdwijnt. Het wordt plots ijzig stil in de auto, het enige wat ik zie is de schaapachtige blik van mijn zus. Het gebeurt allemaal zo snel, vanaf achter knalt er een auto tegen ons aan, ik wordt uit het raam geslingerd, maar mijn zus zit als een rat in de val. Terwijl de auto naar de boskant van de snelweg rolt, rijdt de aanrijder met volle snelheid weer verder. Je zou denken dat die auto in puin gereden is, maar niets is daarvan waar. Ik kom met een harde klap neer in het midden van de snelweg, mijn hart bonkt in mijn keel. Een flits raast voorbij mijn ogen, ik voel me voor enkele seconden gevoelloos. Een onvoorstelbare klap brengt me weer bij de realiteit. De auto waar Julia en ik net nog in zaten, is tot stilstand gekomen. Het onheilspellende gegil maakt mij helemaal gek. Zonder na te denken, ren ik over het wegdek richting de auto. "JULIA!" Geen antwoord, de menigte probeert mij vast te grijpen, maar ik verzet me. Auto's scheuren rakelings voorbij, maar ik concentreer mij alleen op die van ons. (Of toch hetgeen wat er van overbleef.) Door het gebarsten raam zie ik mijn zus liggen, het bloed gutst uit haar lichaam. Ze heeft een diepe wonde in de buikstreek en dat zal haar waarschijnlijk fataal worden. Ik trek de deur van de auto open en sleur haar het wrak uit. Het gaat moeizaam, de airbag was afgegaan en Julia zat ertussen geklemd. Julia kijkt me hartverscheurend aan, we weten allebei dat dit het einde is. De sirenes komen in de buurt, maar de omstanders kunnen me allemaal even niet meer schelen. Ik lig op de grond met mijn zus in mijn armen, ze staat op het punt om het bewustzijn te verliezen. Ik weet niet wat ik moet zeggen, er is nog zoveel dat ik haar wil vertellen. Waarom moet ik godverdomme ook al zo vroeg afscheid nemen? Ze kan amper met moeite haar ogen niet laten wegdraaien. 'Lia, ik hou van je.' Een traan rolt over mijn wang. Met haar laatste krachten begint ze te zingen: Oublie que t'as perdu tout ce que t'avais. C'est simple, sois juste heureux, si tu l'voulais, tu le s'rais. Ze prevelt nog een hoop woorden die ik niet versta. Ik kan dit niet geloven, het sms'je verschijnt weer voor mijn ogen. De dokters komen dichterbij en Julia fluistert dat ze weet dat ik mijn plekje zal vinden. Huilend schreeuw ik dat ik van haar hou, terwijl ze me haar laatste glimlach toewerpt. De hulpverleners sleuren mij bij haar vandaan, terwijl ze weten dat dit hopeloos is. Ik verzet me niet meer, ik kijk toe hoe mijn zus nog nutteloze verzorging krijgt toegediend. Ik fluister tegen de hulpverlener die mij vasthoud: 1-QE...- 38... maar voor ik mijn zin kon afmaken, verlies ik het bewustzijn. 11 minuten geleden zaten Julia en ik nog vrolijk in de auto. 11 minuten later voel ik me alleen op de wereld, en dit is nog maar het begin van alle ellende ... 

11 minutenWhere stories live. Discover now