Hoofdstuk 9: De deur

7 1 0
                                    

Ineens herinnerde ik me dat ik ook nog een toets had van economie. Snel nam ik mijn blaadjes bij en ik probeerde zoveel mogelijk te onthouden. Nadien gingen we allemaal naar onze klaslokalen. De toets ging wel goed. Het was pauze en ik stapte met mijn vriendin Hind op de speelplaats. Ik vertelde haar ook wat er allemaal was gebeurd in het weekend, en dan was het al tijd voor de volgende les. Toen we de gang inliepen, was hij en zijn groep vrienden voor ons. Ik en Hind hadden het door en hij had het ook door. Ze waren voor ons en hij hield de deur vast tot dat ik binnen kwam.

Ik was gegeneerd dat hij de deur openhield maar ik besteedde daar veder geen aandacht aan. Tijdens de les dacht ik wel eens aan dat ene vriendin, dat ik wel verraadster durf heten. Maar ik wist niet wat ik van haar moest denken, misschien was dat onbewust of niet. Soms vraag ik me af of ik zoiets verdien of niet. Waarom overkomen zo'n zulke dingen aan mij, daar herinner ik me dat zo'n dingen ervoor zorgen dat ik een sterkere persoon wordt. Wat het precies was weet ik niet, ik kon het niet definiëren. 

De les was gedaan en ik ging bij mijn klasgroep staan, we waren aan het praten en ik zei nog eens aan Hind dat ik zeer ontgoocheld was. Een vriend vroeg dan wat er aan de hand was en wij legden alles uit aan hij. 

De lessen waren gedaan en het was tijd om naar huis te gaan. Ik stapte en zag dan dat hij en zijn vriendengroep achter mij waren, ik trok me daar niet aan. Dus ik stapte en ineens draaide ik me om en kijk in zijn ogen en hij keek ook in de mijne. Ik vond dat vreemd en ik stapte nog verder en ineens hoorde ik iemand schreeuwen. Ik keek meteen schrokkend naar achteren en hij keek naar mij met een gezicht precies bloosde hij. Ik vond het wel raar dat hij bloosde maar ik ging een andere weg op en ik probeerde deze feit te negeren en vergeten. 

Toen ik naar huis aankwam chatte ik wel af en toe met hem, zelfs dagelijks tijdens een periode. Heel vaak lachten we goed samen. Als ik er nu aan denk plaagt hij me ook heel vaak, maar dat doet er niet toe. 

De volgende dag ging ik naar school maar ik voelde me niet zo goed, door persoonlijke redens. Ik was niet slecht gezind maar ik had geen zin om te lachen of veel te praten, dus dat deed ik ook niet. Een keer dat ik aankwam aan mijn klas, voelde ik me beter, maar dat was voor een korte tijd. Ik was de hele dag in de war. Ik ken niet eens de oorzaak daarvan want mijn persoonlijke reden was niet zo erg maar ik had gewoon nood aan niets horen en kalm.  

VerraadsterWhere stories live. Discover now