Hoofdstuk 6

79 11 5
                                    

Dwayne had niet gelogen.

Nadat hij mij naar mijn hangmat had begeleid en een kopie van het perkament in mijn handen had gedrukt, had ik slechts één regel symbolen kunnen ontcijferen voordat de eerste druppels op het dek boven mijn hoofd begon te vallen.

Als de zon in het westen daalt...

Mijn kennis van de oude taal was misschien iets beter dan ik zou toegeven. Dat hoefde Dwayne niet te weten. Of Odin, die vlak nadat de eerste donderklap in het hout en ijzer van het schip resoneerde kwam opdagen.

Met een brede grijns leunde hij tegen de pilaar waar mijn hangmat aan bevestigd was.

'Ik denk dat een excuus wel op z'n plaats is,' merkte hij met een zelfgenoegzaam lachje op.

Ik weigerde om op te kijken van de symbolenreeks terwijl ik rustig heen en weer schommelde. De beweging was het enige kalmerende aan de hele situatie. De enige reden waarom ik überhaupt mijn aandacht nog aan de symbolen wist te besteden. Het zou niet lang duren voordat dat voorbij was. De golven zouden zo te wild worden om ook nog maar één symbool helder te kunnen zien.

'Dus, sorry.'

Ik voelde een spiertje bij mijn oog trillen.

'Hé, wat nou als jij even gaat wieberen en iemand anders lastig gaat vallen?' opperde ik, terwijl ik stoïcijns naar de symbolen bleef staren, zonder echt te zien wat er was afgebeeld.

Er klonk een diepe lach. 'Dat gaat een beetje lastig,' kaatste hij terug.

Met tegenzin keek ik naar hem op. 'Want?'

Hij gebaarde naar de hangmat die naast de mijne hing. 'Omdat we kamergenootjes zijn.'

Met rollende ogen vouwde ik het perkament op. 'We zijn allemaal kamergenootjes.'

De hele ruimte hing vol met half versleten hangmatten in allerlei kleuren en vormen. Slechts een enkele was op dit moment bezet, maar ik twijfelde er niet aan dat ze bij het vallen van de avond allemaal gevuld zouden zijn met ronkende piraten. Privacy leek hier in ieder geval niet te bestaan.

Nadat ik het perkament in mijn kussensloop had gestopt, stond ik op en liep ik langs Odin op naar de houten trap. Er klonk opnieuw een harde donderslag toen ik de trap op beende. Ik had geen behoefte aan Odin's aanwezigheid. Hij had misbruik gemaakt van mijn fragiele toestand. Toen ik in de drank stortte om de zoveelste scheur in mijn hart te dichten, was hij op komen dagen. En ik was blind geweest.

De regen sloeg in mijn gezicht en ik voelde hoe het schip vocht met de golven.

Het was de derde relatie die stuk was gelopen. De tweede waarin ik werd bedrogen. Maar de eerste waarbij dat gebeurde door een vriendin die ik waardevol had geacht. Nu de alcohol langzaam maar zeker uit mijn systeem werd geëlimineerd, werd ik op de feiten van de pijnlijke waarheid gedrukt. En wat had ik nu graag een vat met sterke drank gehad om die waarheid weg te stoppen.

Mijn eerste relatie was niet bijzonder geweest. Het had bestaan uit een handjevol ontmoetingen en een spel vol passie. We hadden nooit veel woorden gewisseld en hadden vaak aan één blik genoeg gehad. Zo ook toen hij er met een ander vandoor ging.

De tweede man met wie ik ooit het bed had gedeeld was een heel ander verhaal geweest. Een eerlijke, vriendelijke jongeman. We waren even oud, hadden allebei nog een lang leven voor ons. Een leven vol dromen en verlangens. Hij zag mij in zijn leven, maar ik zag mij daar niet. Hij verdiende veel beter. Ik wilde dat hij zijn liefde en dromen aan een andere, veel waardigere vrouw gaf. Dat verdiende hij.

En Simon. Nou ja, we wisten hoe dat was afgelopen.

Wat bevond ik mij in een grote rotzooi. De regen mocht dan wel mijn tranen verdoezelen, maar ik moest mijn trillende lip tussen mijn tanden klemmen. Ik had hier niet om gevraagd. Niet om een gebroken, vertrapt hart. Niet om een zooi piraten die mij op hun schip hadden gesleept alsof ik slechts een vorm van handelswaar was.

Bloedleugens [NL ONC2021 Grote Winnaar] ✓Opowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz