Chapter 4

257 20 6
                                    

Wie is hij?

Aveline zat rustig aan tafel haar ontbijt te eten. Ze at wat kruiden en een beetje zeewier. Zeker niet speciaal, maar het smaakte niet slecht. Ze had de hele nacht kil voor zich uit zitten staren, denkend aan de laatste woorden die Bartolomeus had gezegd. Ze bleven maar in haar hoofd zweven, en ze voelde zich er elke minuut slechter over. Ik weet wie je geheime liefje is. Finn, niet waar?
Aveline’s moeder, Qwen, zat druk heen en weer te lopen en alles schoon te maken Zo had Aveline haar nog nooit gezien. “Mam, waarom doe je zo druk? Het is zaterdag,” Aveline stopte voor een moment met eten en keek naar haar moeder. Ze had haar rug naar haar toe gekeerd en bleef maar heen en weer bewegen. “Mam?” herhaalde Aveline. Ze fronste haar wenkbrauwen en tikte een paar keer luid met haar nagels tegen haar bord tot haar moeder opkeek. “Waarom ben je zo druk?”
“Lieverd, ik eh… Je zal het wel zien,”
“Mam…” ze moest op de binnenkant van haar wang bijten om niet voor haar moeder te vloeken. Ze had anders graag ‘mam godverdomme, waarom ben je zo zenuwachtig bezig?’ gezegd, maar uiteraard deed ze dat niet. Het was tenslotte haar moeder. Aveline was klaar met eten en liep naar haar moeder. Ze liet haar armen boven haar heupen zitten en keek haar moeder vragend aan. Maar net op dat moment vloog de voordeur open. Haar bloedeigen vader die ze al maanden niet meer had gezien stond in de deuropening en keek haar glimlachend aan. Aveline gilde het uit en omhelsde haar vader zo stevig dat ze bang was dat hij geen lucht meer kreeg. Ze liet hem los en gaf hem een zoen op zijn wang. Ze hoorde hoe haar moeder begon te lachen en ook hun kant opkwam. Ze stapte opzij en liet haar vader even alleen met haar moeder. Ondertussen ging Aveline naar Bartolomeus’ kamer. Daar klopte ze ruw op zijn deur en begon ze te roepen. “Bart, kom verdomme ons vader eens begroeten verwend nest!” ze keek even naar haar ouders, in de hoop dat ze haar vloekende woorden niet hadden gehoord. Maar die waren gelukkig met elkaar bezig; ze zoenden. Een glimlach krulde rondom haar lippen en ze keek ernaar terwijl ze aan Finn dacht tot op het moment dat Bartolomeus zijn kamerdeur onverwacht open trok. Hij keek haar emotieloos aan. "Het is Bartolomeus Hampton de zesde, zusje." met een gemene grijns liep hij naar zijn vader toe. Aveline gromde en keek hem met haat in haar ogen achterna terwijl ze ook naar hun vader ging.

De ruimte was gevuld met het gelach van haar familie. “En toen kreeg ik toestemming om voor een paar dagen naar huis te gaan.” eindigde haar vader zijn verhaal. Het was een tijdje stil tot Aveline’s moeder het woord weer nam. “Hoelang is een paar dagen precies?” ze keek haar man triestig aan. “Het zijn maar twee nachten en dan moet ik weer in het paleis zijn.” Weer viel de stilte vanuit de lucht op hun neer. Aveline staarde voor zich uit en dacht terug aan haar jeugd. Bartolomeus keek naar zijn vader en dan weer naar zijn handen. Qwen liet een traan over haar wangen rollen en hield de hand van haar man vast terwijl ze kleine rondjes met haar duim maakte. De sfeer werd ongemakkelijk tot Aveline’s vader weer het woord nam. “Aveline, lieverd, er is iets wat ik en je moeder je moeten vertellen,” Aveline keek op uit haar gedachten en keerde haar gezicht naar haar ouders, tegenover haar, toe. Ze liet een zwakke glimlach tonen en keek haar vader vragend aan. Hij zei niets. “Ja?” drong ze aan. Ze keek naar haar moeder; die zat nog steeds rondjes te draaien op de vingers van haar man. Ze vermeed oogcontact waardoor Aveline steeds nieuwsgieriger werd. “Aveline…”
“Ja?” drong ze weer aan terwijl ze niet kon stoppen met bewegen.
“Je wordt uitgehuwelijkt.”
Aveline’s lippen gingen abrupt uit elkaar om iets terug te kaatsen maar er kwam geen woord uit. Ze keek haar ouders een voor een aan en stond op. “Pardon?” ze probeerde niet in woede uit te barsten op haar ouders. Ze kneep haar vingers in vuisten tot ze de tinteling in de top van haar vingers voelde. Ze liet ze weer ontspannen maar kort daarna waren ze weer helemaal in elkaar getrokken. Ze voelde hoe haar nagels in haar vel boorden. Haar tanden waren op elkaar geklemd en haar buik draaide om. “Je wordt uitgehuwelijkt.” Herhaalde haar vader. Aveline bleef voor een moment stil en barste dan in lachen uit, grotendeels door de zenuwen dat haar ouders het misschien werkelijk meenden. Ze stopte en keek hun verbaasd aan. “Dat… Dat kun je niet maken! Waarom zouden jullie mij in godsnaam uithuwelijken?” haar stem was harder en luider geworden. “Geen zin in drama, ik ben weg.” Bartolomeus stond op en ging snel naar zijn kamer. Aveline keek vanuit haar ooghoeken na hoe hij achteloos de ruimte verliet, net wanneer de spanning naderbij kwam. Het leek net een draadje waar een schaar binnen de seconde door ging en hem zou knippen. Zo voelde ze zich nu, een kwetsbaar draadje dat elk moment kon uitbarsten of in elkaar kon vallen en tot stof op de grond terecht kwam. Hoe kon haar leven nog slechter gaan? Eerst kreeg ze te horen dat ze Finn voor een lange tijd niet meer ging zien, dan vertelde Bartolomeus haar dat hij over Finn wist en dan werd er verteld dat ze godverdomme met een vreemde ging trouwen. Wie was hij überhaupt? “Wie is hij?” Aveline zei het zo zachtjes, bang voor het antwoord. Haar vader bleef stil en haar moeder had zich blijkbaar geen centimeter meer bewogen. “Wie is hij?!” schreeuwde ze. Ze hoorde hoe haar stem oversloeg en begon te kraken. Ze voelde haar ogen vochtig worden en toen kwam haar zwakheid tevoorschijn: de warme tranen rolden over haar wangen. Ze keek haar ouders met betraande ogen aan en herhaalde fluisterend haar vraag.
“Het is Cailean Branchought.”
---
Sorry dat het zo lang duurde voor ik weer een hoofdstuk heb geupload. Omdat jullie zo geduldig zijn geweest krijgt iedereen die een reactie achterlaat een follow van mij. :)
Liefs,
Amy

AvelineWhere stories live. Discover now