Chapter 1

428 33 21
                                    

Alle kleuren die je wenst, zijn daar.

Het water van de zee trok op en weer neer. Het zand werd nat en daarna weer gedroogd. De zon stond op het punt om achter de horizon te verdwijnen. En Aveline? Zij zat rustig naar het oogverblindende uitzicht te kijken. Ze lag in het zand en steunde op haar ellebogen. Haar donkerblauwe haren waren lang en staken verder achter haar uit. Los en helemaal vrij. Ze genoot ontzettend veel van dit uitzicht. Elke avond zat ze hier, naast het houten hutje, naar de zonsondergang te kijken; ze vond het fantastisch. Ze kende alles helemaal vanbuiten: de lucht die langzamerhand kouder werd, de omgeving die langzaam donkerder en donkerder werd, de golven die harder begonnen te ruisen, de meeuwen die stopten met schreeuwen en een slaapplek zochten, de lachende kinderen die net voor het slapen de verse zeelucht inademden. Het was haar tweede thuis.
Ze hoorde voetstappen achter zich en automatisch krulde er een glimlach rond haar volle, rode lippen. Handen verschenen voor haar ogen waardoor het donker werd. Aveline begon te lachen en schoof de handen opzij waarna ze omhoog keek en Finn zag. Zijn blonde haren waren wild en zijn ogen stonden vol liefde naar die van haar te staren. “Hallo Finn,” ze liet ze woorden over haar lippen rollen en sloot haar ogen. Ze voelde zijn lippen op die van haar; ze herkende de vorm. Vol lust nam ze zijn schouders terwijl ze nog steeds omhoogkeek en hij over haar heen was gebogen. Haar lippen proefden wild die van hem. Ze had hem in twee dagen niet gezien; twee dagen waren te veel. Hij was met zijn ouders een stadje verder gaan logeren omdat ze daar zaken moesten doen voor hun werk. Daarom kon hij niet bij haar mee genieten van het uitzicht 's avonds. Ze had hem zó hard gemist. Ook al waren het maar twee dagen, het voelde als een eeuwigheid.
Finn was intussen voor haar komen zitten terwijl hij haar lippen geen seconde losliet. Aveline schoof haar handen in zijn nek en speelde met zijn haren. Finn schoof zijn handen om haar middel en trok haar telkens dichter naar hem toe. Aveline kon haar adem niet meer onder controle houden en begon te hijgen. Ze begon zachtjes op zijn lippen te grinniken en hield even op met zoenen terwijl ze haar voorhoofd tegen die van Finn leunde. “Ik heb je gemist,” met haar ogen gesloten luisterde ze of hij haar woorden zou herhalen. En ja hoor, met geluk: “Ik heb je ook verschrikkelijk hard gemist, Ave.” ze begon weer automatisch te glimlachen en zoende hem weer vol vreugde en lust.
Na nog een halfuurtje gezoend te hebben, lagen ze in elkaars armen in het zand. Ze had haar handen om zijn buik gekruld en haar hoofd in zijn armen gelegd. Ze kon de 6 blokjes onder zijn dunne T-shirt voelen en wreef er zachtjes overheen. Finn nam een paar plukjes van haar haar en draaide het om zijn vingers. Samen keken ze naar de opkomende zee. Intussen was het al donker geworden en was het ruisen harder. Het was ook koud, maar als ze samen waren konden ze dat niet voelen. Het leek alsof hun lichamen dat knopje uitdrukte en de warmte door haar lichaam liet gloeien.
“Volgende week gaan mijn ouders weer weg,” Finn onderbrak de stilte en begon wat meer te bewegen. “Ze gaan voor een maand en ik moet mee…” Aveline’s ogen werden vochtig. Ze begon te sniffen en algauw voelde ze zijn armen steviger om haar heen. Ze kon twee dagen niet volhouden, wat stond haar dan nu te wachten? De natte tranen rolden van haar wang en kwamen terecht op Finn’s T-shirt. Hij kwam recht zitten en nam haar in een stevige omhelzing. Ze trok zachtjes aan zijn shirt terwijl ze tegen zijn botst aan huilde.

Aveline’s blote voeten maakten putjes in het zachte zand. Het zand voelde bijna aan als bloem. Zo fijn waren de schelpjes gemaald. Ze had haar armen rond Finn’s middel getrokken en hij deed hetzelfde. Samen wandelden ze over het strand, langs het water. Het was bijna middernacht, vermoedde ze, en daarom moest ze gauw weer naar huis. Aveline en Finn stopten bij het tweede hutje, een heel eindje van de andere vandaan, en keken elkaar diep in hun ogen. Ze kon de paarse strepen in zijn groene ogen niet goed zien aangezien het donker was, maar ze kon ze perfect voorstellen. Ze had al zoveel keer naar zijn ogen gekeken, dat ze het zelf magisch begon te vinden. Bijna alle kleuren die je je kon voorstellen bevonden zich in zijn ogen.
“Ik zal aan je denken.” Finn’s rustige stem zorgde ervoor dat ze weer vochtige ogen kreeg. Ze kon de tranen niet tegenhouden en begon weer te sniffen. Finn trok haar tegen zijn borst aan en aaide haar over haar rug en fluisterde lieve woordjes in haar oor. Ze ging dit missen; ze ging hem missen. “Finn?” haar krakende stem verbrak de korte stilte. Ze voelde zijn kin tegen de hare knikken en ze sloot haar ogen. “Beloof me dat je snel terug komt.”
“Ik beloof het, met heel mijn hart.”

AvelineWhere stories live. Discover now