Wie ik ben, ik heb eigenlijk zelf ook geen idee. Maar het enige wat ik me kan herinneren is dat ik op een dag wakker werd in de sneeuw. Het was koud en donker en de enige warmte die ik nog een beetje kreeg was de zwarte wolf naast me. Uiteindelijk ben ik opgestaan en ben weggerend, weg uit het bos, weg bij de wolf. Nu weet ik dat ik dat beter niet had kunnen doen. Ik kwam in een dorpje terecht, nou ja wat je een dorpje kon noemen. In ieder geval, ze hadden niks met wolven, ik had het begrijpelijk moeten vinden. Maar deed dat niet. Toen ze vroegen wie ik was, tja ik weet eigenlijk niet wat ik had gedaan. Uiteindelijk werd ik Roodkapje genoemd. Ik wist mijn naam niet meer. Als ik al een naam had. Ik kwam aan die bijnaam omdat ik een rode cape droeg. Ook hier van had ik geen idee. Ik werd er verzorgt en opgenomen alsof ik een van hun was. Maar ik begon me dat steeds meer af te vragen. Maar ik heb me er nooit echt thuisgevoeld. De enige plek waar ik dat wel deed was het bos. Omringt tussen bomen en Wolven. Ik ontmoete op een dag een jongen, hij heette Samuel. Hij was de enige die mij begreep. Maar een dag veranderde alles. Samuel was niet degene die hij zei dat hij was.