Kwaad doen zit niet in mijn natuur, niet in mijn waarden,
Niet in het heldere vuur dat zijn oordeel velt over mijn daden,
Niet in mijn intenties, niet in de goede wensen,
Niet in de genegenheid die ik koester voor de mensen,
Niet in waar ik voor wil werken, niet in waar ik graag wil komen,
Niet in mijn uitgestoken hand, niet in de zijde van mijn dromen,
Niet in mijn fantasieën, niet in mijn ambities,
Niet in mijn idealen, niet in mijn tradities.
Maar in de confrontatie, in de spanning die blijft hangen,
In mijn tekortkomingen, in de weerhaak van mijn angel,
In mijn potentieel, in mijn onvoorzichtigheid,
In de roekeloze zet die mijn ongeduld bepleit
In mijn verleden, in de putten van mijn eenzaamheid,
In de starre brosse draagbalk, in het diepste van mijn menselijkheid
Ja. Daarbinnen huist narigheid
die niet kan worden verdreven
Vind je me nu slecht? Da's pech
Ook jij moet ermee leven