Nacht van rampen
'Blijf met je poten van haar af,' snauwde een bekende stem.
Met een knal viel ik op de grond. Een beetje gedesoriënteerd door het feit dat ik was gevallen en mijn ogen had dichtgeknepen, kroop ik weg.
Ik zag hoe een jongen in een rood kostuum bovenop James was gesprongen. James worstelde en probeerde hem te slaan, maar vertraagd door de alcohol faalde elke poging. Het is dan pas dat ik merkte dat de jongen in het rode kostuum eigenlijk geen vreemde voor me was. Hij had hetzelfde as bruine haar als Kriss.
Nathan.
Hij kwam zijn belofte na. Ik zal alles doen om ervoor te zorgen dat je je beter voelt, belooft. En dat deed hij. Een paar minuten geleden was ik nog doodsbang geweest en door zijn aanwezigheid alleen al voelde ik me ietsje minder bang, veiliger, geborgen.
'Wat is hier in vredesnaam aan de hand?' Enkele leerkrachten kwamen aangestormd om Nathan en James uit elkaar te halen. De andere leerkrachten hielden de mogelijke pottenkijkers uit de coulissen, alleen een verwarde Kriss raakte erdoor.
Ze knielde naast me neer. 'Wat is hier gebeurd?'
Ik wreef met een pijnlijke grimas over mijn achterhoofd, toen ik de situatie schetste: 'James probeerde me te kussen. Nathan ramde James omver, met mij erbij.'
Kriss gezicht was een zee van emoties. Eerst keek ze alleen maar geschokt, dan verscheen er verdriet in haar ogen en ten slotte zag ik alleen maar woede. Ze had gelijk, James had niet moeten drinken en mij al zeker niet moeten kussen, maar om er zo kwaad om te worden leek me wat overdreven.
'Zo egoïstisch,' mompelde ze.
'Sorry?' vroeg ik verbaasd. Had ik haar nu verkeerd verstaan of had ze echt egoïstisch gezegd?
'Je hebt me wel gehoord. Je bent zo egoïstisch, Celeste. Ik heb altijd alles voor je gedaan. Ik heb zelfs een hond geadopteerd!'
Ik voelde hoe de blikken in de ruimte naar ons werden gedraaid. Twee tieners met hier en daar een blauwe plek was al erg, maar de bom die op het punt stond te ontploffen tussen Kriss en mij, die zou voor veel meer schade zorgen dan een paar gebarsten lippen en blauwe ogen.
'Kriss,' sprak Nathan streng, 'doe dit niet.'
Mijn blik schoot heen en weer tussen broer en zus, maar mijn blik bleef hangen op Kriss. Ze was zo anders dan ik gewend was. Deze persoon leek niet op Kriss, misschien hoopte ik er zelfs op dat de persoon die nu op Kriss leek, haar masker zou afzetten alsof het één grote grap was.
'Nee. Ik heb het helemaal gehad,' krijste ze.
'Kriss? Wat is er aan de hand?' vroeg ik. 'Misschien kan ik je helpen?'
'Jij mij helpen!' hikte ze. 'Laat me niet lachen. Je kan niet eens iets voor jezelf doen.'
Ik hapte naar adem. Een eerste slag was uitgedeeld.
'Kriss, zo is het genoeg!' schreeuwde Nathan. Hij duwde de hand van de leerkracht die zijn gespleten lip inspecteerde weg.
'Nee, Nathan, het is niet genoeg. Het is teveel en ik pik dit niet langer.' Kriss draaide zich naar mij. Haar ogen boorden zich in de mijne en ze hadden er nog nooit zo koud uitgezien.
'Ik was er altijd voor jou, altijd. Ik heb bepaalde dingen verzwegen zodat jij je beter zou voelen en besef je eigenlijk wel dat ik weinig vrienden heb omdat ik bevriend ben met jou? Je bent als een blok aan mijn been, ik had aan elke hand misschien wel tien beste vrienden kunnen hebben, maar nee ik zat opgescheept met een zielig hoopje ellende.' Kriss onderbrak haar tirade om naar adem te happen. Ze stond te trillen van wat overduidelijk woede was of misschien was ik het wel die trilde. Misschien trilde ik zo hard dat mijn beeld mee schudde.
'Kriss alsjeblieft...' zei ik verstikt door tranen. Ik kon amper nog iets zien door de tranen die mijn ogen in snel tempo vulde.
Maar Kriss was niet meer te stoppen, het hek was van de dam.
'Kriss alsjeblieft...,' aapte ze me na. 'Weet je wel hoe zielig je klinkt? Ik zat jaren opgescheept met een wrak, dat niets voor zichzelf kan doen. Ze gaat naar een psycholoog, maar praat er niet eens mee. Hoe getikt ben je dan?'
Het was muisstil geworden. Ik bleef op mijn knieën zitten en snikte. Ik denk niet dat ik de kracht had gehad om op te staan, want er werd letterlijk een mes door mijn hart gedreven. Ik wilde dit niet meer horen, maar Kriss was nog niet klaar.
'Het enige wat ik ooit wilde gun je me natuurlijk weer niet, want hey, Celeste heeft het moeilijk mensen en we moeten haar natuurlijk alles gewoon maar geven. Had je het zelfs door? Had je het zelfs door dat ik verliefd was op James?'
Ik keek haar smekend aan en zij kon alleen lachend haar hoofd schudden. Misschien was er wel iemand die haar probeerde het zwijgen op te leggen, misschien was er wel iemand die me hielp opstaan, maar ik voelde niets meer en het enige dat ik nog kon horen waren haar verwijten.
'Tuurlijk had je dat niet door. Je bent ook alleen maar met jezelf bezig. Angstvallig al je geheimpjes verstoppen en hopen dat niemand er ooit achter komt. Ik doe niet meer mee.'
In paniek duwde ik mezelf overeind, maar ik viel een paar meter verder alweer op mijn knieën. 'Alsjeblief Kriss, niet doen,' fluisterde ik wanhopig. 'Ik probeer, oké. Ik weet dat ik verre van perfect ben, dat ik kapot ben, maar ik werk eraan. Ik doe mijn best. Ik zal een betere vriendin worden, maar alsjeblieft doe dit niet.'
In haar blik kon ik niks terugvinden wat ook maar een beetje op genade leek. Dit was niet de Kriss die ik kende of onderweg zelfs maar was tegengekomen. Deze Kriss was... mijn vriendin niet.
'Ik zwijg niet meer voor jou. Het is niet alsof me dat ooit iets heeft opgebracht. Van mij mag heel de wereld weten wat voor een monster je vader was. Iedereen mag van mij weten dat hij je sloeg. En vooral dat je zelfs nu hij dood is niet sterk genoeg bent om je eigen beslissingen te nemen. Je volgt nog steeds de wil van een dode. Wat er ook gebeurt, jij zult altijd door hem geleid worden, alsof jij zijn marionet bent en hij een duivelse poppenspeler is.'
Zo moest het dus voelen, zo voelde het als heel je wereld uit elkaar viel. Ik voelde een verblindende pijn en zag niets meer door de tranen die in een niet te stoppen waterval over mijn wangen stroomden.
Het gefluister van de omstaanders hoorde ik opnieuw en het voelde alsof er iemand messen in mijn oren stak. Kriss wist het. Ik had nooit geweten dat ze wist van de dingen die mijn vader had gedaan, of toch niet de details, en nu lag mijn geheim open bloot voor iedereen om het te zien.
'Is haar vader dood? Ik dacht dat hij bij hen was weggaan?'
'Wat zou ze bedoelen met: ze volgt altijd haar vaders plan?'
'Een psycholoog, dan moet ze wel helemaal van het padje zijn. Denk je dat ze zichzelf al eens van het leven heeft willen beroven?'
Ik drukte mijn handen radeloos tegen mijn oren om de stemmen te stoppen. Ik voelde hoe iemand mijn kin vastnam en keek hoopvol op, kwam er dan eindelijk iemand me redden? Het was Kriss.
Ze draaide ruw mijn hoofd en fluisterde net luid genoeg zodat iedereen het kon horen: 'Nu is er geen simpele uitweg meer hé. Niemand zal het je nog gewoon in handen geven. Je zal nu eens echt ondervinden hoe het is om te knokken en als het niet meer gaat, dan steek je toch gewoon nog eens opzettelijk de weg over zonder te kijken. Deze keer zal er niemand zijn om je te redden.'
Ze liet mijn hand los en eerlijk gezegd wist ik niet waar ze toen heen ging. Naar huis of werd ze meegenomen door een leerkracht? Ik wist het niet. Ik omarmde mezelf en hield mezelf zo stevig mogelijk vast, alsof ik zo kon verhinderen dat alles wat ik tot nu toe weer had opgebouwd uit elkaar viel.
Drie jaar van werken, drie jaar van vechten, allemaal voor niets. Het was zo stevig als een kaartenhuisje geweest. Een beetje wind was meer dan genoeg om het weer omver te werpen.
Ik voelde hoe iemand me optilde.
'Alles komt weer goed, Celeste. Ik ben hier,' hoorde ik Nathan in mijn oor fluisteren. Hij trok me nog wat steviger tegen zich aan.
Misschien kwam alles op een dag wel weer goed, maar daar was ik op dat moment helemaal niet zo zeker van.