Brief 1

3 0 0
                                    

Lieve Job,


God, wat ben ik blij dat ik je vandaag een keer níét heb gezien! De afgelopen dagen waren wel héél erg. Waar ik ook was, waar ik ook keek, waar ik ook liep, waar ik ook scrolde, overal kwam ik jou tegen.

Ik zag je gisteren lopen op straat toen ik onderweg was naar de supermarkt. Het voelde zó awkward om je te moeten groeten (OMG, het idee alleen al!) dat ik achter een boom heb staan wachten tot je weer weg was. Ik kwam er pas achter dat het nou niet bepaald een goede boom was om je achter te verstoppen (jeetje, zo'n dunne staak had ik nog nooit gezien!) toen je de hoek om ging en uit mijn ooghoek verdween. Ik slaakte een zucht van opluchting. Godzijdank had je me niet gezien!

Wat wel ontzettend stom was, was dat ik precies dezelfde kant op moest als jij. Godverdomme! Had ik weer! Liep ik alsnog kans je straks tegen te komen. Misschien kon ik maar beter naar huis gaan...

Sarah, verman jezelf! zei ik tegen mezelf. Wees sterk! Je hebt hem niet voor niks laten gaan. Dat mag hij best wel even voelen. Het zal vast heerlijk zijn om straks voor Job te staan en hem te zien stuntelen, omdat hij geen flauw idee heeft wat hij tegen je moet zeggen.

Er viel ook niks te zeggen. Het was voorbij tussen ons. En dat is het nog steeds. Klaar. Over. Uit. Ik wil niks meer met je te maken hebben!

Maar is dat wel waar? Want ik merkte diep vanbinnen dat mijn ogen je begonnen te zoeken zodra ik je achterna ging. Natuurlijk was je allang verdwenen (ik bedoel, ik ben wel vijf minuten achter die boom blijven staan – totdat het lichtelijk ongemakkelijk begon te worden met al die mensen die me aanstaarden), maar toch... Op één of andere manier had ik gehoopt je blonde hoofd boven de mensenmassa uit te zien springen. Nou ja, misschien niet springen. Rustig lopen was meer jouw manier van doen. Of joggen, als je weer eens extra vroeg je bed uit ging terwijl ik nog lag te slapen.

Het kostte me grote moeite die herinnering uit mijn hoofd te zetten, boodschappen te doen en te accepteren dat jij inmiddels verdwenen was. Uit mijn hart en uit de straat.

Pas toen ik thuiskwam en mijn telefoon opende om te kijken of ik nog berichten had ontvangen, zag ik een nieuwe Instagram-melding. Eén van mijn vrienden had iets nieuws gepost. Nieuwsgierig opende ik de app.

En meteen realiseerde ik mezelf dat ik dat beter niet had kunnen doen. Daar, op het midden van mijn scherm, stond een foto van jou. Maar je stond er niet in je eentje op. Aan je rechterzijde stond een bloedmooi meisje. Een meisje met lang donker haar, een getinte huid en prachtige Bambi-ogen. Echt, ik meen het uit de grond van mijn hart als ik zeg dat ze wimpers had om jaloers op te worden! Zo lang zouden die van mij nooit worden. Met een diepe zucht plukte ik aan de lichtbruine grassprietjes (want zo noem ik die mini-dingen van mij), terwijl ik machteloos toekeek hoe jij je arm om het prachtige meisje heen geslagen had en met een trotse blik de lens in keek. De stralende lach op je gezicht zei al genoeg: dit is mijn nieuwe vriendin en wij gaan er een onwijs tof jaar van maken. Of jaren, als hij die al haalt.

Ondanks dat ik je goed genoeg ken om te weten dat deze nieuwe relatie vast niet lang gaat duren (zo lang als je met mij was, ben je nooit met iemand samen geweest – en twee jaren zijn toch wel moeilijk te overtreffen tegenwoordig), voelde ik de tranen in mijn ogen prikken. Mijn maag begon te fladderen en mijn hart klopte zo snel dat ik bang was dat het uit elkaar zou spatten. Ik voelde me verliefd en verdrietig tegelijk. Kan dat eigenlijk wel?

Ik sloot de app meteen af zodra ik de tekst onder de foto zag. Want die was zo mogelijk nóg kleffer: Wie is mooier op deze foto, @angelaaa34 of @angelaaa34? Gadverdamme, liefdestekstjes! Daar had ik geen behoefte aan!

Maar nu wist ik in ieder geval wel hoe ze heette: Angela. Die naam had ik nog nooit voorbij horen komen. Zeker weer één of andere chick die je ergens random hebt opgeduikeld. Misschien wel in de disco of in de bibliotheek. Nee, onmogelijk! Daar lijkt ze me geen type voor. Zo'n prachtige meid gaat echt niet voor de lol in een oude, stoffige bibliotheek een boekje zitten lezen. Nou ja, het maakt me ook niet uit waar je haar hebt gevonden. Waar het mij om gaat, Job, is: waarom? Waarom zo snel iemand anders?

Ik dacht dat het was afgelopen na die ene keer op het feestje van Lisa. Toen je zo ontzettend dronken was dat je wel drie vrouwen achter elkaar op kon. En ja, je hoort het goed. Ik gebruik de nette termen die jij niet zo graag hoort. Want weet je wat het probleem is, Job? Ik ben nou eenmaal een vrouw! En vrouwen hoeven niet te weten wat mannen allemaal met hun veroveringen doen! Net zomin als jij hoeft te weten wat Jayden en ik allemaal uitspoken!

Wat zeg je? Oh, je wilt graag weten wie Jayden is? Pech gehad! Daar kom je in de volgende brief wel achter. Je kunt best even wachten. Dat moest ík tenslotte ook voordat ik de waarheid eindelijk uit die laffe smoel van je kreeg!

Maar goed, daar ga ik nu geen woorden aan vuil maken. Zoals ik al zei: ik heb tijd genoeg. Je zult vast niet geloven wat ik jou allemaal te vertellen heb!

En weet je wat het mooie is aan deze manier van vertellen? Ik kan gewoon letterlijk alles opschrijven zonder dat jij het ooit te weten zal komen. Lang leve de pen en het papier! Laat ons alstublieft schrijven tot alle inkt is vergaan!


Tot morgen, Job!


Vriendelijke groeten van je ex-vriendin Sarah (den Dam, weet je nog? Of ben je dat ook alweer vergeten?)


P.S. En mocht je het kusje aan het eind gemist hebben: die krijg je niet meer van me. Nooit meer! Al smeek je me nóg duizend keer!

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Sep 30, 2020 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Brieven aan JobWhere stories live. Discover now