Rafaël wandelt naar de deur en kijkt me aan. 'Klaar?'

Ik knik. 'Klaar.'

Een korte pieptoon geeft aan dat de beveiliging van de deur uitgeschakeld is en vervolgens opent Rafaël de deur.

'Hey, Mia.'

'Hey', hoor ik haar antwoorden terwijl in de donkere observeerkamer wacht en naar een barst in de muur staar.

'Ik heb iemand meegenomen.'

'O'

'Caila, kom maar.'

Ik zuig kort een teug lucht naar binnen en stap de kamer in. Mia zit nog steeds achter haar bureau en haar donkerbruine ogen kijken me licht verbaasd, maar vooral nieuwsgierig aan.

Ik glimlach voorzichtig naar het meisje voor me.

'Mia, dit is Caila. Ik heb je al eens over haar verteld ze-'

'is de honderdste Gemerkte', vult Mia Rafaël aan en ik verstrak ongewild bij het horen van die bijnaam. Het is een tijd geleden dat iemand me nog zo heeft genoemd.

'Je vind dat geen leuke bijnaam', zegt ze bijna onmiddellijk en verbaasd knik ik. 'Ik begrijp het. Ik word ook niet graag "het gestoorde meisje" of "de geest-Jager" genoemd. Het spijt me.'

Een golf van medelijden overspoelt me wat ik besef inderdaad hoe het is om zulke onpersoonlijke bijnamen te krijgen binnen de Underground en die van haar zijn nog vele malen erger.

'Oh, je hoeft geen medelijden te hebben, na een tijd word je het wel gewoon nietwaar?'

Het medelijden dat ik eerst voelde maakt plaats voor meer verbazing. Hoe weet ze dat ik medelijden met haar heb? 'J-ja,' stotter ik, 'maar ik vrees dat ik het nooit helemaal gewoon zal worden.'

Rafaël schraapt zijn keel. 'Ik – euh – laat jullie even als dat goed is. Ik heb nog een ontbijt op te eten', zegt hij en glimlacht kort.

Heel even twijfel ik of het niet beter is dat Rafaël mee in de kamer blijft, maar ik heb niet de indruk dat Mia een bedreiging vormt dus knik ik. 'Oké, is goed.'

'Ik zit in de kamer hiernaast als je me nodig hebt,' zegt hij in een poging me te laten weten dat ik me geen zorgen moet maken. Hij loopt de kamer weer uit en de deur valt met een klik dicht.

'Ga gerust zitten', zegt Mia en gebaart naar het bed tegenover haar. Ik neem plaats op het paarse deken. 'Kennen jullie elkaar goed?' Vraagt Mia nieuwsgierig.

Het verbaasd me dat ik zelf ook even over die vraag moet nadenken. 'Nee niet echt geloof ik. Ik ben vooral bevriend met zijn zus-'

'Livia,' zegt Mia en er verschijnt een glimlach om haar lippen. 'Hoe is het met haar?'

'Goed, ze heeft het wel enorm druk omdat het aantal patrouilles is verhoogd en er zijn een aantal schaduwen de grens over geraakt dus ze is-' Ik besef plots dat ik niet weet of Mia op de hoogte is van alles wat er in de Underground gebeurd en stop met praten.

'Als je je afvraagt of ik op de hoogte ben is het antwoord nee.' Ze glimlacht nog steeds. 'Ze vertellen me niets over het leven hier en Rafaël is bang dat het allemaal wat veel voor me is dus die zwijgt ook.' Ze haalt haar schouders op.

'O,' zeg ik enkel. Weet ze echt niets? Is het dan beter dat ik er ook over zwijg vraag ik me af.

'Maar vertel gerust verder. Ik vind het leuk om te horen wat er allemaal gebeurt. Het is zo lang geleden dat ik nog eens een normaal gesprek heb gehad,' zucht ze.

'Echt? Krijg je dan niet veel bezoek?'

Mia's vrolijke glimlach van daarnet verandert in een droevige. 'Nee, enkel de onderzoekers en Rafaël. De anderen zijn allemaal te bang voor me.'

Ik twijfel even, maar vraag dan toch de vraag die me al een hel tijd bezighoudt. 'Waarom zijn ze dan bang van je? Je lijkt me net heel vriendelijk.'

'Dank je, dat is erg lief. Ik begrijp wel waarom ze bang voor me zijn. In de eerste plaats is mijn element niet iets wat zij goed kunnen bevatten. Iedere Jager groeit op met een zichtbaar element. Water, vuur, aarde en lucht kan je zien. De geest is geen zichtbaar element en dat schrikt hen af. En bovendien is wat ik met mijn element kan ook niet iets dat veel vertrouwen wekt.'

Ik zit uiterst nieuwsgierig op het randje van Mia's bed en kijk haar vragend aan. Wat kan ze dan doen met het element geest?

Ik zie plots de angst in haar ogen. 'Ik- ik weet niet of het wel zo'n goed idee is om het je te vertellen. Ik wil niet- je bent zo vriendelijk tegen me en...'

'Mia, maak je geen zorgen wat je ook kan, ik vertrouw je. Ik ben niet bang voor je en ga dat ook nooit zijn. Dat beloof ik.' Ik verbaas me kort over mijn eigen woorden, maar besef dat het de waarheid is. Dit meisje heeft om de een of andere reden mijn volste vertrouwen.

'Oké.' Ze zucht. 'Ik kan het je tonen, maar dan moet ik wel even je hand vasthouden.'

Ik reik haar mijn hand en net voor haar handen de mijne willen omsluiten kijkt ze me even aan.

'Ben je er klaar voor?'

Ik slik nerveus. 'Ja.'

Haar huid raakt de mijne en het volgende moment trekt er een schokgolf door de kamer. Mijn zicht wordt troebel en ik hap naar adem.

ᴜɴᴅᴇʀɢʀᴏᴜɴᴅWhere stories live. Discover now