Hoofdstuk 16

13 3 0
                                    

We volgen Fiona naar één van de plantages. Vandaag is onze eerste les 'op het land werken'. Dat wil zeggen dat het heel belangrijk is dat we dit onder de knie krijgen voor als we echt lid willen worden van Vriendschap. 'We splitsen de groep in tweeën. De ene helft gaat in de boomgaard helpen en de andere helft op de plantages zelf.' Iedereen begint door elkaar heen te praten en ze maken al groepjes. 'En jullie kunnen nu wel groepjes maken, maar dat doe ik uiteraard.' Het valt stil en de meeste beginnen sip te kijken. 'Goed, ik splits jullie nu doormidden.' Ze loopt precies middendoor het groepje en duwt iedereen een kant op.

Er ontstaan twee groepen. Ze draait zich om en kijkt ons aan. 'De linkse groep gaat naar de plantage, ik ga met jullie mee en de rechtse groep naar de boomgaard, Way gaat met jullie mee.' Ik zit in de rechtse groep met River, Meadow Heath, Felix en nog een aantal andere die ik niet ken. Way leidt ons naar de boomgaard. 'Je kunt straks een mandje pakken. Het is de bedoeling dat jullie appels gaan plukken, dit gebeurt individueel. Je mag wel samen lopen maar we kijken uiteindelijk naar jullie werk resultaten, en die zullen minder zijn als je niet individueel werkt. Maar het is jou eigen keus.' Hij loopt heen en weer. Ik volg hem met mijn ogen. 'Is het duidelijk.' Iedereen knikt. Ik pak een mandje en loop naar één van de dichtstbijzijnde bomen. Ik strek mijn armen en reik naar de appels die boven mijn hoofd hangen. Eén voor één stop ik ze in mijn mandje.

Na drie uur lang achter elkaar plukken, wordt er een pauze ingelast. We moeten onze mandjes inleveren en mogen daarna naar de aula om lunch te eten. 'Goed gedaan.' Way geeft me een glimlach en pakt het mandje uit mijn handen. 'wees over een uur weer terug hier.' Ik knik en draai me om. Ik loop weg, maar ik voel de staar blik van Way om een één of andere reden. 'Faith!' Heath komt renend naar mij toe. Hij stopt hijgend naast mij. 'Poef!' Je liep zo snel weg dat ik jou geen eens had zien weggaan.' Hij gooit zijn arm over mijn schouder en leunt erop.

We kijken zwijgend voor ons uit. Ik snuif de heerlijke buitenlucht op. De geur van vers gemaaid gras vermengt met zoetige bloemgeuren. Ik zou nooit terug willen naar Onverschrokkenheid, ik ben nu te gewend aan Vriendschap. Hoe het met mijn ouders gaat weet ik niet -- misschien goed of niet. Al kon ik ze nog één keer zien. Ik zie het gezicht van Lyric, lachend naar mij. Ik kan de Onverschrokkenheid zien in haar ogen, ze past daar thuis. Ik zou willen dat ik nog één laatste keer een knuffel kon geven aan mijn familie en mensen waar ik van hou. 'Ik weet wat je denk.' Ik schud de gedachtes over mijn familie weg in hoop dat Heath over een ander onderwerp doorgaat. 'oh ja...' Ik kijk hem nu recht in zijn ogen aan. 'Ja, je dacht aan je familie of niet?' Hoe wist hij dat? kon hij gedachte lezen of merkte hij het aan mijn lichaamstaal? 'Ja.' Zeg ik schor en schraap mijn keel. Ik voel de eenzaamheid weer opkomen. Maar ik wil er niet aan denken. Ik sla mijn armen om Heath heen en geef hem een knuffel. Hij drukt me stevig tegen hem aan. Die warmte tussen ons in is er weer. Hij legt zijn lippen op mijn voorhoofd. 'Ik snap het.' Zegt hij bijna onhoorbaar. Hij kust dan zacht mijn voorhoofd. We blijven lang zo staan. Minuten tikken voorbij. Ik hoor voetstappen achter mij en kijk om. 'Hey!' Felix staat met zijn handen in zijn zij. 'Lief hoor.' Hij heeft een flauwe glimlach op zijn gezicht. 'Ik denk dat jij mij wat moet vertellen.' Hij kijkt van mij naar Heath en rolt dan met zijn ogen naar hem. Ik laat hem los en neem een stap afstand, zodat hij met Felix mee kan. 'Kom je mee? Ik heb gehoord dat er vandaag kaasbollen zijn! en die wil ik niet missen.' Heath geeft een kneepje in mijn hand waarmee hij duidelijk maakt dat hij niet lang weg zal zijn. Hij strompelt achter Felix aan de aula in. En ik blijf alleen staan midden op de weg.

'Heb je het al gehoord? Vrijdag komen de ouders van ons om te kijken hoe het met ons gaat.' River zit tegenover mij en lacht. 'Ja... maar dat is de laatste keer dat je ze ziet.' Meadow schuift het eten op haar bord heen en weer. Ik wist wel dat je ouders nog een keer op bezoek komen, maar zo vroeg al. Nou ja... het is pas 3 weken geleden dat ik moest kiezen. En ik zie dat beeld nog steeds helder voor mij, hoe ik mijn bloed liet druppelen in de bak vol met aarde, Vriendschap. Dat ik mijn familie verliet... mijn zus, moeder en vader waar ik altijd op kon bouwen. Ik krijg een brok in mijn keek wanneer ik er aan denk dat ik mijn moeder straks weer zie, ik heb ze verraden , ik ben weggegaan. Ze zullen me het nooit vergeven...

Maar ik weet dat ze doen alsof het niet erg is, dat het menselijk is dat je ze verraad door naar een andere factie over te stappen. Ik veeg een pluk haar uit mijn gezicht. Ze zijn goede mensen, ook al wonen ze in Onverschrokkenheid. Ik eet mijn appel rustig hap voor hap op. Ik maak mijn hoofd leeg. "niet denken aan het feit dat ik ze heb verraden!"

Faith's StoryOnde as histórias ganham vida. Descobre agora