Hoofdstuk 1

26 4 4
                                    

Er was eens een aardappelmannetje genaamd Harry. Hij was geboren op 31 juli 1980, in het bedje van zijn aardappelmoedertje genaamd Lily Potato. Ze gaf alles om haar kindje Harry en ze gaf hem aarde om lekker in te woelen en een mes en vork om uit zichzelf te eten. Ja, dat hoor je goed. Aardappelen krijgen de eerste dag in hun leven een ceremonie waarin ze een mes en vork krijgen voor nood, voor als ze bijna verhongeren.

Maar na een tijdje ging het fout. Harry Potato kon er zich weinig van herinneren, maar zijn ouders waren omgekomen bij een auto-ongeluk. Hij woonde nu bij zijn twee verotte tante en oom. Op hun lichaam zat schimmel van hun kwade gedrag en wreedheid.
'Harry Potato,' bromde Herman Duffelstink. Harry keek zijn oom angstig aan, aangezien Herman Duffelstink zijn volledige naam alleen zei in vervelende situaties, zoals wanneer hij weer eens iets verkeerd had gedaan.
'Waarom moet ik jou altijd alles vragen? Ruim die stinkende modder uit je lichaampje eens op!'
Harry zuchtte en waggelde naar zijn persoonlijke ruimte: de bezemkast in het weggegooide poppenhuis van de menselijke overburen. Zijn kleine beentjes aan zijn smakelijke lichaampje waggelden over de vloer en lieten een spoor van modder en aarde achter.
'Harry Potato! Snotaardappel dat je bent! Spring uit het raam, oké?!'
Harry deed wat Herman Duffelstink zei en sprong uit het kleine raampje in het poppenhuis waar zijn tante, oom en neef woonden. Hij slaakte een gilletje toen hij met een smak op de grond terechtkwam.
Maar aardappelen gaan niet dood. Behalve als ze opgegeten worden, daarom zitten ze veilig in een oud poppenhuis, waar Harry een hekel aan heeft. Of, niet aan het poppenhuis, maar aan zijn oom en tante. En vooral aan zijn neef.

De volgende dag was zijn neef, Dirk Duffelstink, jarig. Harry zat samen met zijn oom, tante en neef aan de tafel met zijn hoofd naar beneden, om aan te geven dat hij beneden hen stond. Dat hij minder waard was dan zijn aardappelneef Dirk.
Dirk pakte zijn twintigste cadeautje van de stapel en keek beteuterd naar zijn nieuwe superdeluxe elektrische auto. 'Ik wilde een donkerblauwe,' mopperde hij en hij keek met zijn aardappeloogjes naar zijn ouders.
'Oh schattepotatootje,' zei Petunia Duffelstink met een hoog, medelevend stemmetje. 'Dan gaan we morgen naar het poppenhuisje aan de overkant van deze prullenbak. Dan mag je een donkerblauwe auto uitzoeken voor €75 euro.'
Dirk lachte en graaide naar het volgende cadeautje. Hij scheurde het papier met zijn kleine, vettige armpjes eraf. Zijn ouders hadden hem beter "Dik" kunnen noemen.

Zo ging het nog wel eventjes door. Tot Dirk klaar was en zijn cadeaus ging tellen.
'Vorig jaar was het er een meer....' zeurde Dirk.
'Oh schattepotatootje, dan mag je er morgen nog wat uitzoeken, Dirkje.' Petunia wreef over Dirks kleine plukjes haar op zijn aardappellichaampje. Het gebaar was liefhebbend en vertroetelend.
Toen ze zag dat Harry Dirk jaloers aan zat te kijken, snoof ze: 'Dan had je een beter kind moeten zijn. Dan had je ook cadeaus gekregen.'
Harry stond op en liep met gebogen hoofd naar zijn trappenkast. Zijn ronde brilletje viel bijna van zijn hoofdje. Hij plofte op het kleine bedje en haalde zijn mes en vorkje tevoorschijn. Het was het enige wat hij nog van zijn ouders over had.
Hij woelde in het modder op zijn bedje. Het voelde zacht en vertrouwd alsof hij erin zou kunnen verdwijnen. Hij doet zijn ogen dicht en zijn bolle aardappellichaampje gaat in een geregeld tempo op en neer als hij in een diepe slaap valt.....

~Mare~

Harry PotatoWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu