Thuis

758 39 7
                                    

In een paar dagen heb de grootste hel ooit meegemaakt. Rechtop zit ik op mijn bed. Thuis. Anna ligt nog in kritieke toestand in het ziekenhuis. Alle mensen die ik heb vermoord gaan door mijn hoofd. Dit vergeef ik mezelf nooit. Ongelukkig staar ik naar de muur. Moet ik nu blij zijn om thuis te zijn? Dat ik niet vermoord ben? Dan denk ik weer aan Rose en ik barst in tranen uit. Ze was zo jong, zo lief. Ze verdiende dit niet. Boos gooi een vaas om. Ik krijs. Hijgend haal ik mijn handen door mijn haar. Ik gooi mijn dekens van mijn bed af en sla mijn handen voor mijn ogen. Mijn ouders komen boven. 'Tara! Wat is er?' vragen ze geschrokken. Ik krijg weer het beeld van hun als geest in mijn hoofd. Ik begin nog harder te huilen. Ze slaan hun armen om me heen. 'Weet je het al, lieverd?' vraagt mijn moeder zachtjes. 'Wat?' vraag ik snikkent. 'Anna..' wil mijn vader net zeggen. 'Nee! Nee! Ze is toch niet..?' vraag ik. Mijn ouders geven me een knikje. 'Nee!! Dit kan niet! Dit mag niet!' huilend laat ik me op de grond vallen. Zachtjes lopen mijn ouders mijn kamer uit. De Spelen hebben me kapot gemaakt., dierbaren van me afgepakt. Huilend val ik in slaap en ik hoop nooit meer wakker te worden.

De 100ste HongerspelenKde žijí příběhy. Začni objevovat