4. The secret I have to reveal

474 19 2
                                    

Mijn ogen worden groter. Verschillende vragen springen in mijn hoofd, en ik weet even niet meer welke ik als eerste moet stellen. 'J-je bent ontsnapt? Hoe?'

Sucré steekt zijn handen in zijn jaszakken en zucht. 'Ik ga je helpen, Lena'. Mijn gezicht begint te stralen door wat hij zei, ook al was het niet de antwoord op mijn vraag. 'Maar je bent ontsnapt, dat maakt jou een "wanted person". Je brengt jezelf in gevaar! Zodra de politie je vind ben je-' onderbrekend schud hij zijn hoofd. 'Dat zal niet gebeuren'.

Zijn ogen draaien even naar Chico die een gat in de grond graafde. Toen draaide ze weer terug naar de mijne. 'Luister, ik euhm...' Hij zucht en gaat op de bankje zitten. 'Oké, hoe ga ik dit zeggen...Heb je nog een kamer vrij in jou huis? Want mijn huis is de eerste plaats waar de politie voor mij zal zoeken. Ik heb een slaapplek nodig zonder door de politie gevonden te worden'.

Ik fronste mijn wenkbrauwen. 'Dus wat je eigenlijk vraag is...' Hij knikte. 'Ja. Ik vraag of ik tijdelijk in je huis kan verblijven'.

Ik knik en zei"Ja". Het klonk alleen niet erg overtuigend in de oren. Maar geef toe: is dat zo gek dan? Ik heb Sucré in totaal maar één keer ontmoet! De enige reden die ik heb om hem te vertrouwen is omdat mijn vader het zegt. Maar ik wil het zelf ook kunnen zeggen.

'Het is goed, ik heb wel een kamer voor je vrij'. Hij glimlacht. 'Dankje. Zullen we gaan?' Ik knik en we lopen samen naar huis. Met Chico natuurlijk. Onderweg denk ik na hoe ik deze situatie aan Jacy en mijn oma ga uitleggen.

"Heey Oma, Jacy! Dit is Sucré, hij verblijft voor een tijdje bij ons omdat hij moet schuilen voor de politie. Niet vergeten: De politie is je grootste vijand!"

Ik schud mijn hoofd. Nee, dat is het slechtste wat ik ooit kan zeggen. En wat nou als ze vragen gaan stellen zoals wie hij is en hoe ik hem precies ontmoet heb? Want als je dat niet zou vragen als er een vreemde je huis binnen loopt, is er iets mis met je hersens.

Ik word nerveus en mijn hart begint sneller te bonken. Ik weet niet of ik er klaar voor ben, maar ik moest wel. We stonden voor de deur, en Sucré wacht al af tot ik mijn sleutels zou pakken.

Ik haal de sleutelbos vanuit mijn jaszak tevoorschijn en probeer de juiste sleutel te vinden. Mijn trillende handen werken alleen niet echt mee. Sucré schraap zijn keel. 'Euhm..gaat het?' 'Uhuh' reageer ik net iets te snel.

Uiteindelijk vind ik de sleutel. Ik ben erin geslaagd de sleutel niet uit mijn hand te laten glippen, en in de sleutelgat te stoppen. 'Ben thuis!' roep ik zodra ik de gang binnenloop. Sucré loopt me achterna en veegt zijn schoenen aan de mat.

'Je mag je jas hier ophangen, je schoenen daar neerleggen en dan laat ik je kamer wel zien'. Mijn wijsvinger vliegt heen en weer.

Ik loop de woonkamer binnen en vind mijn oma in haar rolstoel een boek lezen. 'Hoi oma, het word al laat dus misschien moet u...' Ze kijkt op. 'Helena, wat heb je toch gedaan met je leven!' moppert ze. 'Waar heeft u het over?'

Ze laat haar boek op haar schoot vallen en roldt mijn kant op. 'Ach lieverd, het spijt me, maar ze bedriegd je! Ze heeft al een vriendje!' zegt ze terwijl ze Sucré aankeek. Ik schud mijn hoofd. 'Oma! Dit is gewoon euhm...Sucré Fernando, weet u nog? U heeft ons opgegeven als gastgezin voor het uitwisselingsproject' lieg ik.

Oma knikte. 'Oh ja, dat moest ik waarschijnlijk vergeten zijn. Welkom in Howland! Helena, wijs hem even de weg alsjeblieft' zegt ze vrolijk. 'Ben al bezig'.

Ik denk dat ik je nog een verklaring tegoed ben. Een verklaring over mijn "zogenaamde vriendje" volgens mijn oma. Het zit zo: ik heb geen vriendje, maar wel een jongen waarmee ik ben opgegroeid. Hij heet Alan en zit ook bij me in de klas.

Ik denk dat mijn oma ons altijd al zo schattig bij elkaar vinden passen, dat ze het gewoon niet kan laten om ons een stel te noemen! Maar voor de duidelijkheid: we zijn gewoon vrienden.

Met de koffer in mijn hand loop ik de trap op met Sucré die me volgt. Ik ga voor de deuropening van de slaapkamer staan. 'Dit is je kamer . Er staan handdoeken voor je in de badkamer als je die nodig hebt, je mag uit de koelkast pakken wat je maar wilt en-' 'Lena?'

Ik kijk op naar zijn bruine ogen. 'Zie ik er niet te oud uit om aan een uitwisselingsproject van school mee te doen?' Ik knik. 'Ja, maar mijn Oma zal daar toch niet aan denken. Nu we het toch over je leeftijd hebben...'

Ik kijk hem uitdagend aan. Sucré grijnst. 'Ik ben 28 jaar. Dat is wat je bedoelde toch?' Ik knik. 'Hoe oud ben jij?' vroeg hij. '15'. Ik blijf hem aanstaren om de reactie op zijn gezicht te zien.

Hij fronst zijn wenkbrauwen en denkt diep na. 'M-maar je auto,j-je hebt een auto op je veranda!' Ik knik met een brede lach op mijn gezicht. 'Ja...je bent niet de enige die hier de regels overtreedt'. Lachend schud hij zijn hoofd.

Dan loop hij de kamer binnen, en begint zijn koffer uit te pakken. 'Wacht!' ik raas hem achterna en sta recht voor hem weer stil. Hij blijft me aankijken, wachten tot ik iets zou zeggen. Ik zucht en ploft uiteindelijk neer op het bed. 'Luister, ik vertrouw je. Maar ik wil gewoon weten wie ik zojuist in huis heb genomen'.

Hij tilt de koffer van het bed af, en gaat naast me zitten. 'Goed. Vraag maar wat je wilt'. 'Wat heb je gedaan waardoor je in de gevangenis werd gezet?'

Meteen staat hij op en schud zijn hoofd. 'Ik ben ontschuldig'. 'Dat begrijp ik, maar...' Hij kijkt naar mij op. Zijn ogen staan vuurrood, en doorboren de mijne. 'Laat het gaan, Lena! Als ik het tegen je vertel zal je een hele verkeerde beeld van mij krijgen, en dat laat ik niet gebeuren'.

Normaal zou ik doordringen in zo'n situatie. Maar ik weet dat ik er uiteindelijk toch wel achter zal komen. One way or another.

'Ik laat je wel even alleen. Ik ben in de badkamer als je me nodig hebt'. Hij knikt. Ik sta op en laat de deur net in de slot vallen. Dan sluit ik mijn ogen en haal diep adem. 'Vertrouw hem' fluister ik tegen mezelf.

Dan laat ik de hendel van de deur los, en ik ga voor de trap staan. 'Oma, kan je Jacy in bad doen, please?' gil ik naar beneden. Ik blijf stil wachten tot een antwoord. 'Oma?' zeg ik toen ik niks hoorde. Ik stamp geïrriteerd de trap af. 'Oma, ik weet dat u dat boek geweldig vind, maar kunt u die niet één seconde neerleggen zodat ik-'

Ik stop met praten als ik in de deuropening stond. Ik zucht en vouwde mijn armen over elkaar, starend naar mijn oma die met haar mond wijd open snurkt. 'Jacy, kom maar, ik doe je wel in bad' zeg ik uiteindelijk.

Ik draai de kraan open waardoor het bad zich vult. 'Kleed je uit, en stap in het bad'. 'Het is te koud!' klaagt ze zodra ze haar wijsvinger in het water dipt.

'Weet je: de kinderen in Afrika-' begin ik. Maar ik stop al gauw als ik de blik op Jacy's gezicht zie. De blik die ze altijd doet zodra ze zich aan mij ergert. Dan maakt ze haar ogen heel groot, dan fronst ze haar wenkbrauwen en {ik weet niet hoor} maar ze krult haar lippen alsof ze de duckface doet.

'Niet zeggen, je klinkt net als oma'. Ik haalde mijn schouders op. 'Het is waar. In Afrika lopen ze wel kilometers voor water, en wij krijgen het zo uit de kraan'.

Ik draai de kraan voor warm water open, en Jacy stapt eindelijk in het bad. 'Als ik later groot ben, wil ik naar Afrika. En dan neem ik zulke grote flessen water mee om uit te delen!' ze spreid haar armen wijd open.

'En dan geef ik de kinderen een regenboogpony! Als het water op is, springen ze op de pony, en dan gaan ze via een regenboog nog een fles bij mij halen!' Ik glimlach. 'Dat is een mooie droom, Jacy'. Ze knikt vol trots.

They call me "Hell"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu