3. Trust

522 21 9
                                    

‘2 Eieren en bakpoeder’. ‘Mag ik de  eieren breken?’ vroeg Jacy enthousiast. Ik knikte. Haar kleine handjes waren om het ei gewikkeld. Zachtjes tikte ze het ei tegen de kom waardoor kleine barsten ontstonden. Nadat de taart in de oven werd geschoven, begon mijn telefoon te rinkelen.

Ik trok het uit mijn broekzak en bekeek het scherm. Onbekend; las ik. Ik nam op en drukte de telefoon tegen mijn oor. ‘Hallo met Helena’ zei ik. Ik hoorde wat geruis en daarna werd er opgehangen. Jacy keek me nieuwsgierig aan. ‘Wie was dat?’ Ik haalde mijn schouders op.

‘Misschien verkeerd gebeld, maak je niet druk’. Ik legde mijn telefoon op de tafel en stond op het punt weg te lopen. Jacy sprong van haar stoel af en hield me tegen door de weg te blokkeren. ‘Waarom bel je niet terug?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Als het zó belangrijk is, belt diegene mij wel terug’.

Toen liep ik naar de gang en graaide met mijn handen in mijn jaszak. Toen ik de brief te pakken kreeg, rende ik haastig naar boven en ging ik op mijn bed liggen. Met mijn benen uitgestrekt kon ik de deur nog net dichtduwen.

Mijn handen schuurden over het papier terwijl ik het propje probeerde te openen en de kreukels eruit haalde. Meteen herkende ik mijn vaders handschrift. Alleen dit keer leek het alsof de brief erg haastig was geschreven.

‘Helena’ las ik hardop. ‘Ik weet niet hoe ik je moet uitleggen wat er nu allemaal gaande is. Maar ik kan je verzekeren dat het allemaal goed komt.

Luister naar Sucré, hoe vreemd het ook klinkt! Je kan hem vertrouwen. En als je hem niet vertrouwt...vertrouw mij dan.

Alles wat ik je kan geven zijn clues, het spijt me. Zodra Sucré er is legt hij je alles uit, ik beloof het!

Bewaar deze brief goed. En niet vergeten: Als j-’ ik nam een diepe zucht. De rest is onduidelijk. De inkt is uitgeveegd, er is alleen nog maar een lange dikke inktstreep te zien.

Ik vouwde het briefje en stopte het bij de rest van de brieven die ik van mijn vader had gekregen. Sommigen vinden het raar dat ik al de brieven van mijn vader bewaar. Maar geen van hen hebben in mijn schoenen kunnen staan.

Ik staarde naar mijn telefoon. Net op dat moment begon onbekend weer te bellen. Met een zucht nam ik op. ‘Hallo?’ Alweer klonk er geruis. Maar dit keer gevolgd door een stem.

‘Lena? Je spreekt met Sucré! Ik heb niet veel tijd, maar ik moet even zeggen dat ik-’ Met mijn wijsvinger kneep ik mijn andere oor dicht, in de hoop Sucré beter te horen. Zijn stem viel steeds weg. ‘Wat?’ vroeg ik verward. ‘H-h-Howland parkstreet..20…Half acht...’ Hij hing op. Ik zuchtte. Wie zou ik in parkstreet, om half acht moeten ontmoeten? Ik bedoel...dat is wat hij probeerde te  zeggen, toch?

De kamerdeur werd hard opengetrapt waardoor ik van schrik bijna van mijn bed afviel. Ik zag Jacy springend in de deuropening staan. ‘Lena, Lena! De taart is klaar!’

Na geen minuut stonden we voor de taart watertandend te staren. ‘Mag ik proeven?’ Ik schudde verward mijn hoofd. ‘Je zou deze taart op school trakteren aan de juffen!’ Jacy werd even stil. ‘Maar...maar ze kunnen misschien wel een taartje missen..’

Ik schudde mijn hoofd, maar Jacy bleef proberen. ‘Ik trakteer een andere keer wel weer! Wanneer ik jarig ben!’ Ik zuchtte. ‘Goed dan. Je krijgt een stukje’. Haar gezicht begon te stralen. ‘Als toetje na het avondeten’ voegde ik eraan toe. Meteen veranderde haar stralende gezicht in een boze gezicht.

Ik hoorde wat geklop op de deur. Dat moet mijn oma zijn. Zij is de enige die niet de deurbel gebruikt. Ze klopt altijd aan. Ik denk dat ze houd van dat ouderwetse gedoe, toen ze nog geen deurbellen hadden.

Ik hield de deur voor haar open, terwijl ze op haar rolstoel naar binnen rolde met Chico aan haar zijde. Voor de duidelijkheid: Chico is mijn Donzige Siberische Husky, en betekend "jongen" in het spaans voor degenen die dat nog niet wisten.

Hij liep rechtsreeks naar zijn etensbakje. Hij is een echte eetliefhebber net zoals ik. ‘Help me even met deze boodschappen, lieverd’. Ik nam een boodschappentas aan, en bracht het naar de keuken. Mijn ogen draaiden naar de grote hap uit de taart en vervolgens naar Jacy die mij onschuldig aanstaarde, met wat glazuur op haar wang.

______

Het was kwart over zeven. Samen met Chico nam ik een korte sprint naar het park om daar iemand te ontmoeten waar Sucré het over had. Maar toen ik de laatste vijf minuten bereikte werd ik wat nerveus. De zon was allang onder gegaan, en dan zit ik hier met Chico in het park op iemand te wachten. Ik weet niet eens wie die iemand is!

Terwijl ik met klamme handen stond te wachten, deed Chico gewoon zijn ding. Snuffelen in de bosjes, plassen in de bosjes en konijnen achterna zitten. Ik keek wat om me heen en toen weer op de klok van mijn telefoon. Half acht, precies.

Ik zuchtte, drukte het beeldscherm uit en gilde een kreet uit. Van schrik gooide ik mijn telefoon in de bosjes.Toen sprong ik omhoog van de bank af, en keek de persoon recht in de ogen aan. Mijn borst sprong op en neer van het hijgen.

‘Sucré..?’ fluisterde ik met gefronste wenkbrauwen. ‘Rustig aan, Señorita, ik ben het maar’ gebaarde hij met zijn handen. ‘J-je spiegelbeeld. Ik schrok van je spiegelbeeld in mijn telefoon’ hijgde ik.

‘Ik wist niet dat je al vrij uit de gevangenis was’. Hij schudde zijn hoofd. ‘Ben ik ook niet’. Ik fronste mijn wenkbrauwen.

‘Ik ben ontsnapt’.

They call me "Hell"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu