☼ Hoofdstuk 25☽

153 14 21
                                    

Ansel parkeerde de auto op de grote parkeerplaats voor het enorme grasveld waar de kermisattracties op stonden. Bij het zien van al die grote attracties, schiettentjes en eettentjes werd ik helemaal vrolijk. Dit was een goed idee geweest van Levi. Huppelend ging ik naar de ingang, met de jongens op mijn hielen.

De boog waar je doorheen moest lopen om op het terrein te komen, was fel verlicht. Meteen drong de geur van popcorn en suikerspinnen mijn neus binnen. Als eerst kwamen we langs een soort gek trampoline ding, waar je vast zat zodat je salto's en zo kon maken. Meestal waren die dingen alleen bedoeld voor kleine kinderen, maar dit was een versie die gemaakt was voor grotere mensen. Eigenlijk was deze hele kermis bedoeld voor oudere jeugd. Het gedeelte voor de jongere kinderen was aan de andere kant van de parkeerplaats.

Bij de kassa van deze attractie kochten we kaartjes en wachtten we tot we aan de beurt waren. Er stonden drie van die trampolines, dus Froy, Levi en ik gingen als eerst. Voordat ik in dat hengsel stapte, stopte ik mijn shirt stevig voor in mijn broek. Straks maakte ik een salto en zat mijn shirt tot over mijn hoofd. Dat moesten we niet hebben. Langzaam ging de attractie wat omhoog en ik begon te springen. Lachend maakte ik een salto en ik begon te gillen toen ik niet meer kon stoppen met draaien. De jongens lachten me uit en Jaero pakte zijn telefoon erbij om me te filmen.

Eindelijk kreeg ik het voor elkaar om te stoppen en duizelig stuiterde ik maar op mijn kont. 'Man, ik ga nooit meer een salto maken op dit ding.' Jaero en Levi kwamen niet meer bij toen Jaero de video liet zien aan Levi. Levi begon naast me te springen en deed me na.

Rollend met mijn ogen sprong ik ook weer op en neer en probeerde ik zo hoog mogelijk te komen. 'Wie het eerst die paal hierboven aan kan raken, wordt straks getrakteerd op een suikerspin,' schreeuwde ik. Met een sluw lachje keek ik naar Jaero, want ik wist al dat ik als eerste die paal boven ons zou raken.

'Dat is niet eerlijk, jij speelt vals,' riep Levi terug.

'Nee, ik speel gewoon slim,' zei ik. Met één laatste sprong kwam ik bij de paal en ik zorgde dat mijn ring tegen het metaal aan sloeg. Zo was het extra duidelijk dat ik hem geraakt had. 'Há, kom maar door met die suikerspin.' Nadat ik dat had uitgesproken kwam de man naar ons toe om te vertellen dat onze tijd voorbij was. Jaero en Ansel waren nu aan de beurt, samen met nog een meisje, wiens vriend me nogal een jaloers type leek. Hij keek namelijk met geknepen ogen naar mijn vrienden, alsof ze zijn vriendin af zouden pakken of iets dergelijks. Tegenover de trampolines was een tentje waar je suikerspinnen kon kopen, dus Levi liep daarheen om een suikerspin te halen.

'Wacht, koop er anders voor iedereen eentje, dan doen we een wedstrijd wie hem het snelst op heeft,' lachte ik. Levi deed wat ik zei en kocht vijf suikerspinnen. Toen de rest zich weer bij ons had gevoegd, deelde Levi de suikerspinnen aan. De rozige wolk rook verrukkelijk. Het was bijna zonde om deze zo snel mogelijk op te eten.

Jaero keek ook twijfelend. 'Zullen we hem gewoon normaal opeten? Ik wil er van genieten.'

'Daar sluit ik me bij aan,' lachte ik. We liepen al etend verder over de kermis. De gekste attracties kwamen langs en een beetje benauwd keek ik naar het spookhuis. Het was niet dat ik bang was voor enge dingen. Ik schrok alleen heel snel. Je hoefde alleen maar even voor mijn gezicht te klappen en ik sprong al een meter de lucht in.

Waarschuwend keek ik naar Jaero, omdat hij dondersgoed wist dat ik een hekel had aan spookhuizen. Een geniepig grijnsje brak open op zijn gezicht en hij tikte Levi, die voorop liep, aan. 'Laten we in het spookhuis gaan.'

Ik kneep mijn ogen samen en sloeg mijn armen over elkaar. 'Ik blijf hier wel wachten. Mijn suikerspin is toch nog niet op.'

'Geen sprake van,' zei Levi. En voor ik het doorhad, grepen zijn handen naar mijn suikerspin. Binnen een paar tellen had hij het opgegeten en verongelijkt keek ik naar mijn nu lege stokje.

'Levi!' riep ik. Ansel en Froy begonnen te lachen. Pruilend keek ik ze aan en gooide het stokje toen in de prullenbak. 'Nou, op naar het spookhuis dan maar,' mompelde ik met tegenzin.

En zo stonden we een half uur later voor de ingang, na in een lange rij te hebben gestaan. Een man verkleed als stomme portier - hij zei niets tegen je als je wat zei, dus ik dacht dat dat zijn rol was - liet ons doorlopen. Daar hielp een als zombie verkleedde vrouw ons in gekke pakken. Verbaasd wisselde ik een blik met de jongens.

'Mevrouw de zombie, waar dient dit voor?' vroeg Levi, wijzend naar zijn pak. De zombievrouw kwam strompelend naar hem toegelopen en bleef vlak voor zijn neus staan. Een beetje lacherig stopte hij zijn handen in zijn zakken om zichzelf een houding te geven. Uit het niets gromde ze in zijn gezicht en hij sprong met een kreetje op. We barstten allemaal in lachen uit, met uitzondering van de zombievrouw en van Levi, die ons nu geërgerd aanstaarde.

Er hing een bordje aan de muur. 'In dit interactieve spookhuis loop je niet alleen rond, maar bevecht je ook de nare bewoners van dit huis. Schiet op ze met je laserstraal en je overleeft. Zijn ze bij je voor je iets gedaan hebt? Dan is je leven snel voorbij. Pas op voor de vele gevaren onderweg en veel plezier,' las ik voor.

Froy pakte een lasergeweer van de muur af. 'Nou, laten we dan maar wat monsters gaan slachten.'

We volgen zijn voorbeeld en liepen daarna echt het spookhuis in. Jaero en ik liepen voorop, gevolgd door Levi, Froy en Ansel. Bij elk geluidje schrok ik op en richtte ik mijn geweer op een punt voor me. Het zwakke licht in de gangen was net voldoende om wat te kunnen zien. Langzaam merkte ik dat mijn ogen begonnen te wennen aan het gebrek aan licht.

Naast me hoorde ik een grom en meteen schoot ik in die richting. Het pak van het 'monster' lichtte op, als teken dat mijn laserstraal raak was. Met een grijns blies ik over het uiteinde van de loop van mijn geweer. 'Zagen jullie dat even?'

Precies op dat moment verscheen voor ons een groen monster, waardoor ik begon te gillen en Jaero schoot hem zonder genade af. Hij sloeg een arm om me heen en drukte een kus op mijn wang. 'Ik bescherm je wel, chica.'

Achter ons hoorde ik Levi kotsgeluiden maken. 'Alsjeblieft, man. Jij kan niet op tegen mij, de absolute monsterslayer.'

Ik proestte het uit. 'Natuurlijk. Dezelfde persoon die net bijna in zijn broek piste door een verklede zombie, toch?'

Net op het moment dat Levi wilde reageren, verscheen achter ons een horde aan monster. 'Geen tijd voor ruzie, laten we ze neerknallen,' riep Ansel. De jongens draaiden zich om en richtten zich op de gedaantes achter ons. Ik daarentegen bleef achter ze staan om de andere kant te bewaken. Langzaam liepen de jongens achteruit, waardoor ik gedwongen werd om vooruit te lopen. Ik hoorde een laatste laserschot, maar toen viel ik ineens naar beneden.

AUTHOR'S NOTE

Mijn toetsweek is af!!!!!! Ik heb praktisch vakantie nu!1!1!1!1! Raad eens wie er morgen met het lekkere weer in de tuin gaat zitten om die melkflessen eens van een kleurtje te voorzien?? En ik heb een feestje morgenavond, dus beter word ik een beetje snel bruin want dan kan ik een jurkje aan zonder iedereen te verblinden lmao.

Oh ja, voor de geïnteresseerden: mijn nieuwe boek (Zonneklaar) staat online! Dus als je nog leesvoer nodig hebt voor de zomer, check it out (: #schaamtelozezelfpromotie 

xoxo, Jaimy (:

De zon en de maan kunnen niet botsenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu