☼ Hoofdstuk 16 ☽

155 20 20
                                    

Een vrolijk belletje rinkelde toen we de banketbakkerij van Jaero's moeder in liepen. Het gezellige tentje was gevestigd op de hoek van de straat, waardoor je een perfect overzicht had over de winkelstraten.

De zaak was ingericht in een industriële sfeer, met veel metaal, hout en warm gekleurde lampen. Eén muur was bekleed met houten planken van verschillende houtsoorten en groottes. De toonbank was van zwaar, donker hout gemaakt en de tafeltjes die door de zaak verspreid waren, hadden diezelfde kleur. De stoeltjes hadden dezelfde kleur als de buizen die over het plafond liepen, een soort mintgroene kleur. In de hoek stond een hangstoel met kussens en niet ver daarnaast stonden werktafels met stopcontacten, zodat mensen hier konden werken of huiswerk konden maken.

Het was eigenlijk niet alleen een banketbakkerij, wat aanvankelijk wel de bedoeling was, maar ook een koffiehuis. Bovendien maakte ze de lekkerste smoothies van de hele stad.

De vitrines waren gevuld met cupcakes, stukken taart, broodjes, donuts en wat al niet meer. Verlekkerd waren mijn ogen gefocust op de ongezonde dingen die voor me lagen. Jaero begon te grinniken.

'Het is ook altijd hetzelfde lied met jou,' stelde hij vast. Schaapachtig grijnsde ik, terwijl ik mijn blik van de vitrine rukte. Jaero's moeder kwam aangelopen en glimlachte breed.

'Kaydee, wat goed om je te zien.' Ze wenkte me en sloeg haar armen om me heen. Vanwege haar lengte, moest ik wat bukken. De knuffel was een beetje onhandig door haar bolle buik, maar dat hinderde niet. Ze zorgde er altijd voor dat ik me welkom voelde.

'U had iets gemaakt voor Kay toch?' vroeg Jaero.

Jaero's moeder kneep haar ogen samen. 'Nu moet je niet zo schijnheilig doen, het was tenslotte deels jouw id-'

'Mamá,' waarschuwde hij. Ze stak haar handen in de lucht en liep naar achteren.

'Waar had ze het over?' vroeg ik nieuwsgierig. Jaero wiebelde wat met zijn voeten.

'O, niets bijzonders,' wuifde hij het weg. Niet overtuigd keek ik hem aan. Het leek net of hij verlegen was, maar waarschijnlijk interpreteerde ik het weer eens verkeerd. De laatste tijd kon ik zijn aura's niet goed lezen.

Jaero's moeder kwam terug de winkel in gelopen en had een schattig doosje in haar handen. Ze overhandigde het aan me en ging afwachtend zitten op één van de krukken voor de toonbank. Vlug opende ik de doos en zag er vijf van mijn favoriete cupcakes in liggen.

'Ah, superlief. Bedankt.' Ik gaf haar nog een knuffel. Over haar schouder keek ik naar Jaero. Op zijn gezicht stond die immens schattige glimlach en ik voelde de behoefte om mijn lippen op de zijne te drukken.

Oké wacht.

Ik trok me terug uit de knuffel en bedankte haar snel nog een keer voor de cupcakes. Jaero en ik namen plaats aan een van de tafeltjes en ik pakte een cupcake met blauwe frosting uit de doos. Met gesloten ogen nam ik een hap.

'Ik zweer, niemand kan betere cupcakes maken dan jouw moeder,' zuchtte ik genietend.

Jaero grijnsde. 'Ik weet het. Zal ik anders wat drinken halen?' Knikkend nam ik nog een hap en keek een beetje rond. Het was aardig druk. Een aantal studenten zat driftig op hun MacBook te tikken en een ouder stel zat samen een gebakje te eten. Verder zaten er nog wat jongeren, die waarschijnlijk hier hun tussenuur doorbrachten.

Met een klap zette Jaero mijn smoothie voor me neer en dankbaar keek ik op. 'Dank je.'

'Geen probleem,' knipoogde hij. Rollend met mijn ogen nam ik een slok van het rozige goedje.

'Mhm,' murmelde ik. 'Ik ga trouwen met deze smoothie.'

'En de cupcake dan?' vroeg Jaero geamuseerd.

Ik trok mijn wenkbrauw op. 'Joh, wie geeft er tegenwoordig nog om monogamie. Ik trouw met ze allebei.'

'Ik wel,' zei hij. Met zijn vinger ging hij door de frosting van mijn cupcake en likte het eraf. Een klein beetje afgeleid door zijn tong die de frosting –correctie: míjn frosting – van zijn vinger likte, stak ik per ongeluk het rietje in mijn neus in plaats van in mijn mond. Dat tot grote hilariteit van Jaero.

'Jij wel wat?' praatte ik eroverheen. Lachend wreef Jaero over zijn gezicht en schudde hij zijn hoofd even.

'Dat ik wel geef om monogamie.'

'Ja maar jij bent een geval apart,' liet ik hem weten. 'Wie maakt er nu een keuze tussen zijn twee favoriete etenswaren?'

'Wie zegt dat ik het had over etenswaren?' vroeg hij. Er viel een stilte waarin we elkaar aankeken.

'Nou, ik had het daar in ieder geval wel over,' zei ik om de stilte op te vullen. Even zat ik na te denken over of ik nog een cupcake zou nemen of niet. Die keuze was snel gemaakt. Deze keer pakte ik de red velvet cupcake. De frosting was wit en had donkerrode suikerstukjes op zich.

Ik nam een grote hap en likte mijn lippen af. Goedkeurend gooide ik mijn hoofd even achterover. 'Man, deze wil ik op mijn trouwdag hebben.'

'Op de dag waarop je met de smoothie trouwt of met de andere cupcake?' vroeg Jaero. In zijn ogen stond een vrolijke twinkel.

'Allebei,' zei ik vastbesloten. Nadat ik de laatste hap in mijn mond had gestopt, bleven Jaero's ogen op mijn gezicht gericht. Mijn oren werden warm van de manier hoe hij keek.

Snel veegde ik nonchalant over mijn wangen. 'Ik heb weer gemorst, of niet?'

Uit het servettenhoudertje dat op tafel stond, haalde Jaero een servet. Zorgvuldig begon hij mijn neus en de huid rond mijn mond af te vegen. Ten slotte ging hij met het servetje over mijn lippen. Ademloos staarde ik in zijn ogen. Waarom deed hij dit nu? Net nu ik dacht dat we het voorval in de tent konden vergeten en verder konden gaan.

'Ik kan me niet voorstellen dat ik zoveel had geknoeid,' spotte ik. Mijn stem kraakte een beetje. Volgens mij merkte Jaero het, zoals hij altijd alles merkte, want hij grijnsde scheef.

'Nee, maar ik vond het gewoon even leuk om te doen.'

'Fijn dat ik je oefenmateriaal ben voor je aankomende zusje of broertje,' glimlachte ik zoet.

Jaero leunde met zijn elleboog op de tafel en zette zijn hoofd op zijn vuist. 'Hé, dat heb ik helemaal niet gezegd,' zei hij verontwaardigd. Ik humde, niet overtuigd. De doos met de overige cupcakes deed ik netjes dicht en ik stond op.

'Ik denk dat ik maar moet gaan, voordat we nog ruzie krijgen,' zei ik niet serieus, terwijl ik hem een stomp op zijn schouder gaf. Pruilend zakte hij onderuit en keek naar me hoe ik mijn spullen pakte. Met het elastiekje dat ik altijd om mijn pols had zitten, maakte ik een rommelige knot en draaide me om.

'Nou, doei,' zei Jaero sarcastisch. Ik draaide me om, blies een luchtzoen naar hem toe en liet hem in de winkel achter.

•-•-•-• 

Thuis sloot ik de voordeur achter me en pakte de stapel post van de grond. Belasting, belasting, bankafschriften, reclamefolders. Niets interessants. Toen viel er een kleine envelop tussenuit, geadresseerd aan mij. Nieuwsgierig opende ik het.

'In het bos mag je er dan goed vanaf gekomen zijn, de volgende keer zal je niet zoveel geluk hebben.'

AUTHOR'S NOTE

Waarom is het als je moet fietsen altijd kutweer, maar gaat de zon schijnen zodra je lekker warm thuis zit? Moeder natuur is een vuile bitch.

Ik weet trouwens niet hoeveel mensen A/N's irritant vinden, maar ik vind ze persoonlijk altijd leuk om te lezen. Dus sorry als je ze niet leuk vindt, ik blijf het wel doen ((:

xoxo, Jaimy (:

De zon en de maan kunnen niet botsenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu