Hoofdstuk 1 - het ongeluk

57 3 2
                                    

{Pov Jenna} 

Ik stap op mijn fiets en wil net wegfietsen, tot ik erachter kom dat mijn tas nog in de gang ligt.

Snel pak ik mijn tas en fiets weg. “Slim om te laat te komen op een vrijdag, Jen. Op vrijdag zijn alle leraren chagrijnig. ”mompel ik binnensmonds.

Ik fiets de laatste straat uit en begin aan de eindeloze lange weg. Helemaal aan het einde staat onze school.

Langzaam komt het lelijke grijze schoolgebouw in zich. Het is hoog, breed en rond. Gewoon té opvallend groot.

Als ik bij het fietsenrek kom smijt ik mijn fiets tegen de muur. Geen plaats natuurlijk.

Ik ren het lelijke, van binnen donkergroene en grijze schoolgebouw binnen.

Gelukkig, ik ben niet helemaal te laat, de kinderen en leraren lopen nog om de ronding omhoog.

Onze school heeft geen verdiepingen, maar rondingen. Wel praktisch. Maar het blijft lelijk.

Ik zoek mijn kluisje op en leg mijn gymtas en jas in mijn kluisje. Ik zit in het lokaal naast mijn kluisje en loop ernaartoe… shit het lokaal zit al dicht.

Voorzichtig klop ik op de deur en loop naar binnen, alle kinderen uit de klas kijken me aan. Daar kan ik zo slecht tegen.

Ik zoek een plek op en ga er zitten. Jippie ik zit bij de nerds… en om mijn dag op het toppunt van de Mount Everest te plaatsen komt de leraar naar me toe en vraagt: “Waarom ben je te laat?”

“Ik moest mijn broertje naar de crèche brengen.”

“Ik kan dit excuus niet goed keuren. Schrijf bladzijde 33, 34 en 35 over van je aardrijkskunde boek.”

“Maar…” meneer Appelsap kijkt me waarschuwend aan, dus ik zeg niks meer.

Ik begin met schrijven, terwijl meneer Appelsap de les uitlegt.

Er zit een jongen in klas 4 VWO GYMNASIUM die ik leuk vind. Hij heet Jake.

Ik vind hem zo knap en sexy! Maar hij hangt altijd rond bij zijn vrienden. Ik heb nog nooit iets tegen hem gezegd. Zelf geen ‘hoi’. Wat ben ik ook een sukkel, zo val ik nooit bij hem in de smaak. Hij is al 16. Hij zou in de derde moeten zitten. Maar hij is blijven zitten. Ik weet niet waarom.

Zelf ben ik nog 15. Maar 1 jaartje verschil maakt toch niks uit. ik zit in 4 VWO ATHENEUM dus niveau verschil is er ook niet, alleen dat Grieks en Latijn.

Ik teken hartjes in mijn schrift met een grote en versierde J erin.

Langzaam gaat de les voorbij. de tijd gaat langzaam.

TRIIIIING

Eindelijk gaat de bel. Ik zoek mijn vriendinnen op. “Hey!”

“Hey Jen!” ik word begroet met een dikke knuffel van Liva.

Liva is mijn beste vriendin. We kennen elkaar al 12 jaar. We zaten bij elkaar op de peuterspeelzaal. Daar trokken we elkaar de haren uit en kwamen we elke dag thuis met blauwe plekken, maar nu zijn we BFF.

“Hoi, Jenna.” de droge reactie van Anne-Roos zoals altijd. Anne-Roos is een vriendin van Liva. Ik mag haar niet echt. Zij mag mij ook niet, dus we negeren elkaar een beetje.

“Hoi.” Ik zwaai terug en lach een beetje. “Hoe gaat het, An?”

“Redelijk. Ben nog steeds misselijk, net als gisteren. Maar maandag ben ik weer beter hoor!”

“Goed toch!? Lijkt me geweldig als we weer met zijn drieën kunnen dansen!” schreeuwt Liva.

“Wat, is er iets leuks aan de hand? Ik doe mee!” Rianne komt bij ons groepje staan. Rianne is een van de populairste meiden van de school. Ze heeft de helft van de tijd jongens om haar heen. De andere helft van de tijd maakt ze zich op of is ze bij vriendinnen. Huiswerk makt ze nooit.

“Nee, sorry dit is niks voor trutjes zoals jij.” Verdedigd Liva met een bitcherige lach. Daar is ze heel goed in. Ze krijgt er altijd haar zin mee op school. Ik vraag me af hoe ze dat thuis doet.

Rianne kijkt boos naar Liva, daarna naar Anna-Roos en als laatste naar mij. Dan draait ze zich om en loopt weg met haar overdreven zwiepende heupen. Wat een trut is het!

“Hey girlzz, laten we maar gaan eten, ik heb honger als een Liva!” zoals altijd was dat Liva die raar praat. We lopen met z’n drieën naar beneden.

Liva vreet al haar eten op, plus haar lunch. Ik zou dat nooit redden. Ik krijg in de kleine pauze nog maar net een koekje en water naar binnen.

“Hey wacht eens, waar ik Anna gebleven?” Anna-Roos zit niet meer bij ons.

“Ja nu je het zegt. Waar is ze?” Liva zoekt met haar ogen of ze Anna ergens ziet. “Ach wat boeit het, we zien haar in de les wel weer.” Helemaal gelijk.

“Eindelijk! Weekend!” Liva gooit haar armen in de lucht. “Waar staat je fiets?” ik wijs naar mijn fiets die nog steeds tegen de muur ligt. “Was je weer eens chagrijnig?” ik lach onschuldig en Liva ligt meteen bijna in een deuk. Doet ze altijd als ik zo lach.

Liva loopt naar mijn fiets en haal iets uit haar tas. Het lijkt op een vel papier met iets erop. Ik loop ernaartoe. “Wat doe jij nou?”

“Iets. Niet kijken!” ik draai me met een overdreven gebaar om en wacht op een signaal dat ik weer mag kijken. “OK, kijk maar!” ik draai me om.

“Wat heb je gedaan, ik zie niks…” Liva lacht en loopt naar haar fiets. Ik negeer het maar en steek mijn sleutel in het slot en loop met mijn fiets maar het hek, waar Liva op me staat te wachten.

“Fietsen meid!” we moeten allebei lachen en lachend fietsen we weg. Nadat we de lange weg over gefietst hebben moeten we afscheid nemen. Ik zwaai nog een laatste keer naar Liva die net over het bruggetje fietst. Ik moet de rotonde over.

Het is weer lekker druk vandaag. Ik wacht totdat het juiste moment er is om over te steken.

Zodra ik geen auto meer zie ga ik weer in mijn zadel zitten en fiets over de weg.

Even dacht ik dat ik een auto hoorde toeteren tussen mijn oortjes door, maar volgens mij niet.

Opeens hoor ik weer getoeter, licht schijnt recht in mijn ogen. Een harde klap, alles word zwart…BAM!

Dit was mijn eerste hoofdstuk(je) ik zal mijn best doen om dit boek goed te maken. Tips en vragen zijn altijd welkom :D

XX mij

Do I ever see you again?Onde histórias criam vida. Descubra agora