Hoofdstuk 4 ♥

Începe de la început
                                    

“Jace!” roep ik uit, mijn stem is hoog en vol met alarm. Ik waag het niet om mezelf ook maar een klein beetje te bewegen in Sams armen, want op het moment ziet hij eruit alsof hij ieder moment iemand kan gaan vermoorden.

Jace komt op z'n gemakje naast ons lopen, alsof de snelheid hem helemaal niks uitmaakt en is aan het praten met Sam, die nog steeds razend uit zijn ogen kijkt. Ik kan er weer helemaal niks verstaan en het stoort me heel erg op momenten zoals deze.

“Waar gaan we heen,” roep ik, proberend om over de stampende voetstappen van Sam te komen, die zo snel gaan als een kudde olifanten die worden opgejaagd door een groep leeuwen.

Beide mannen negeren mij volkomen, schenken me niet eens een glimlachje en het is net alsof ik niet nonchalant in de armen van Sam lig. Ik kruis mijn armen, dan zal ik hun ook maar gaan negeren.

Ik zit een deuntje te neuriën als we rechts afslaan een nieuwe gang in. Aan het einde van de gang opent Jace een deur en Sam gaat er zonder te stoppen doorheen. Mijn verwachtingen zijn compleet verkeerd geweest. Ik bevind me nu in een grote, witte kamer met een bed rechts achterin en een bureau er links voor. Door de kamer heen staat overal medisch apparatuur verspreidt en aan het bureau zit een man die ik nog niet eerder had opgemerkt. Hij is eind dertig en heeft hier en daar wat grijze plukjes door zijn zwarte haar heen. Zijn ogen zijn een donkerblauwe kleur en hij geeft een ongelooflijk wijze uitstraling.

“Alp...” begint de man, maar hij breekt zichzelf snel af. Wat heeft iedereen met zichzelf afbreken midden in een zin als ik er ben? Ze hebben waarschijnlijk een hoop zaken te verbergen. Zoals ik al eerder vermoedde. “What can I do for you?” vervolgt de man dan. Sam zet me op het bed neer en begint met de man te praten. Zo gaat het gesprek nog even verder, maar ik ben ondertussen allang uit gezoomd.

Een knik met de vingers haalt me uit mijn eigen gedachten weg en ik kijk op om te zien dat iedereen naar mij aan het staren is. “Wat?” vraag ik me hardop af en ik kijk rond naar iedereen.

“Je hebt echt helemaal niks gehoord?” vraagt Jace lachend. Ik schut mijn hoofd verward nee, was dat zo erg? Ik begreep er toch niks van. “Dit is Dokter Watson,” zegt hij, met zijn zware Amerikaanse accent waar ik ondertussen al aan gewent ben geraakt.

“Hey,” zeg ik met een kleine zwaai naar de man, totaal niet op mijn gemak tussen al deze mensen. Dokter Watson komt steeds dichterbij me en dat maakt me alleen nog maar zenuwachtiger. Wat wilt hij van me?

“Hij gaat naar je voeten kijken,” legt Jace uit als hij mijn van angst vertrokken gezicht ziet. Ik schiet een blik naar mijn voeten, die nog steeds helemaal bloot zijn en zie de druppeltjes bloed er vanaf sijpelen. Ik had helemaal niet gemerkt dat ze aan het bloeden waren.

“Oké,” zucht ik. Het is misschien wel het verstandigste om er even naar te laten kijken, ook al heb ik een hekel aan dokters sinds het ongeluk met mijn vader. Sam komt naast me staan en pakt mijn hand stevig in de zijne vast, bijna alsof hij kon merken dat ik eigenlijk helemaal niet tevreden was met dit plan. Dan knikt hij naar de dokter, die nu op ons af komt lopen. Zijn passen groot en sterk en vooral heel erg intimiderend. Ik knijp in Sams hand zo hard als ik kan, maar laat de dokter wel dichterbij komen.

De dokter zegt iets tegen Sam en Sam verplaatst me even zodat ik nu op het bed lig en de dokter aan het uiteinde van het bed staat, bij mijn voeten. Ik knijp mijn ogen stevig dicht als de flitsen van het ongeluk terug komen. En op het moment dat de dokter dan ook echt mijn voeten aanraakt schiet ik overeind en probeer weg te rennen. Ik kan dit niet. Ik kan dit niet. Ik kan dit niet.

Ik schud mijn hoofd heen en weer, hopend dat de flitsen terug gaan naar waar ze thuis horen; het duistere hoekje in mijn hoofd. Het werkt niet.

Ik wil opspringen en wegrennen, maar iets houdt me tegen. Ik kronkel heen en weer, kan niet meer zien wat er voor mij gebeurd en raak volledig in paniek.

“Kalm, Kylie. Rustig,” zegt een stem van veraf, maar ik kan er niet naar luisteren. De woorden dringen niet bij mij binnen. Dan heel langzaam word ik rustig. Mijn ogen worden zwaar en mijn lichaam word slap.

Paniek. Paniek is het enige wat ik me nog kan herinneren, maar het zit niet meer in mijn lichaam. Ik ben kalmer en ik kan weer helder denken. Langzaam open ik mijn ogen en ik zie weer hetzelfde als waar ik de vorige keer bij wakker werd. Mijn 'cel', als je het zo zou kunnen noemen tenminste.

Ik plaats mijn handen onder me en druk mezelf overeind. Er is niemand in de kamer, maar de kreuken in aan de linkerkant van het bed wijzen aan dat er iemand heeft gezeten.

Er hangt een zoete geur in de lucht en er komt lawaai van beneden dat klinkt als veel, heel veel stemmen. Op de klok bij het nachtkastje staat dat het acht uur in de avond is en ik vermoed dat het 't geluid is van mensen die aan het avondeten zitten.

Ik heb geen honger. Juist het tegenovergestelde. Ik ben misselijk en de geur hier helpt niet mee om het weg te krijgen. Het maakt het juist erger.

Ik spurt naar de badkamer toe en ben net op tijd om over de wc te buigen voordat al het eten dat ik de afgelopen tijd heb binnengekregen weer naar buiten gaat. Gelukkig had ik de afgelopen 24 uur bijna niks op, want al snel komt er niks meer uit en is het alleen nog maar kokhalzen wat ik doe. Ook dat gaat voorbij en ik drink wat water na afloop om de afschuwelijke smaak weg te krijgen.

Leunend tegen de deur van de badkamer zit ik daar met mijn hoofd in mijn handen en mijn benen opgetrokken tegen mijn buik aan. Ik let op mijn ademhaling en de misselijkheid daalt langzaamaan weer.

De realisatie komt me dan te binnen. Hoe vreemd het ook is op een moment zoals dit. Ik realiseer me nu echt dat ik hier vast zit in een huis met vreemde mensen en ik heb geen idee wat ze met me gaan doen. Ik moet hier wegwezen.

Met moeite klim ik omhoog van mijn opwaartse foetushouding. Ik loop terug naar de kamer die mij vast moet houden waar ik ben en loop rechtstreeks naar de balkondeur, maar als ik hem open probeer te krijgen weigert hij. Ze hebben hem op slot gedaan. Ik kijk om me heen naar andere mogelijkheden, maar ik kan niks anders verzinnen. Terug in de badkamer was er alleen maar een klein raampje. Er is altijd nog een mogelijkheid dat ik daar doorheen kan, of ik breek het glas, maar dan komen ze zeker kijken wat er aan de hand is en dat moet ik juist zien te voorkomen.

Mijn beslissing is dus gemaakt. In de badkamer open ik het raampje, die zonder ook maar een kraakje open gaat en stap op de gesloten deksel van de wc waar het raampje boven zit. Ik til mijn been op en ondersteun mezelf aan de rand van het raampje, dan trek ik mezelf op en gooi mijn andere been ook door het raampje heen waarna ik mezelf heel langzaam steeds verder laat zakken.

En dan... laat ik los.

Super bedankt voor alle awesome reacties! Blijf zo doorgaan!!!

Volgende week heb ik proefwerkweek op school, allemaal PTA's en die kan ik niet verprutsen, dus ik ga niet uploaden, maar ik ga proberen zo snel mogelijk weer te updaten!

Stem en reageer en volg als je mijn verhaal/verhalen leuk vindt ;) xXxx

(MIJN HONDERSTE VOLGER MAG KIEZEN VOOR WELK VERHAAL ER EEN EXTRA LANG HOOFDSTUK KOMT!!!)

Jij Bent Van Mij | CompleetUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum