Hoofdstuk 5

305 37 19
                                    

Ella schoot wakker toen ze een beweging in het water onder haar voelde. Het was iets dat zeer snel was voorbij gezwommen. Sneller dan ze ooit al had gevoeld. Onmiddellijk was haar nieuwsgierigheid gepiekt en dook ze onder water.

Ze volgde de golven die het voorbij zwemmend wezen had gemaakt en stoof er achter na. Zelf kon ze snel zwemmen en had ze nog nooit een vis of onderwater wezen tegengekomen die zo snel kon zwemmen als zij. Er flikkerde een klein beetje hoop in haar, kon het een andere zeemeermin zijn? Ben ik dan toch niet alleen?

Ze ving af en toe een glimps op van een vin die in het licht glom, maar meer kon ze niet zien. Ella deed haar uiterste best, maar was niet in staat het wezen bij te houden. Volledig uitgeput, gaf ze na een uur de achtervolging op. Ze hijgde en nam veel water binnen om er zo de nodige zuurstof uit te halen. Ze zwom naar boven voor pure zuurstof en nadat ze was uitgeblazen besefte ze opeens iets.

Ze had geen idee waar ze was. Ze keek paniekerig rond zich en het enige wat ze zag, was water zo ver als het oog kon reiken. Nog nooit had ze paniek gevoeld in water, maar deze keer kon ze het gevoel niet tegenhouden. Ze had geen idee waar ze was, waar ze vandaan kwam of waar ze naartoe moest en ze was uitgeput van haar achtervolging. Ze wist dat als ze besloot de verkeerde richting uit te zwemmen ze gewoon dieper in de wijde oceaan kon terechtkomen en misschien nooit nog haar weg thuis kon vinden.

Oké geen paniek, dacht ze. Paniek gaat me niet verder helpen. Kalm ademen en rondkijken. Ella keek rond op zoek naar een aanknopingspunt, iets waarmee ze kon ontdekken waar ze was.

Zonder iets te vinden dan het donkere water en de sterren aan de hemel, voelde ze de paniek opborrelen. Wat nu, wat nu, wat nu? Dacht ze wanhopig. Als iemand verloren loopt op land, moeten ze altijd op dezelfde plek blijven totdat ze gevonden worden, dacht ze. Ze zuchtte en wreef in haar ogen. Ze was moe, wist niet waar ze was en ze had morgenvroeg les. Na nog langer rond te kijken, besloot ze om onder water te duiken. Misschien vond ze daar iets om haar de juiste richting uit te sturen.

Onder water zocht ze en zocht ze, maar nog nooit had ze zo gevloekt op al het gelijkaardig zand. Vroeger had ze altijd genoten van de gelijkheid, omdat alles herkenbaar was en ze zich overal thuis voelde, maar nu smachtte ze naar iets dat anders was, iets dat ze kon herkennen.

Opeens hoorde ze een brommend geluid. Ze herkende het onmiddellijk en was nog nooit in haar leven zo gelukkig geweest door het horen van een motor. Terwijl ze naar boven zwom, werd het geluid steeds sterker. Ze brak door het water en kon wel schreeuwen van geluk. Ze stak haar hand op om de aandacht te trekken van de boot, voor ze zichzelf tegenhield. Wat ben ik aan het doen? Vroeg ze aan zichzelf. Dat is een vissersboot en ik ben half vis. Niet slim om de aandacht naar mij toe te trekken. Ze volgde de boot vanop een afstandje en besefte dat dit haar weg terug naar land was. De schemering zette in en de vissers legde de boot stil. Ze gooide hun netten uit en wachtte.

De ochtend visvangst, besefte ze. Dat betekent dat ze nadat ze hun ruim vol hebben, ze weer naar land gaan.

Ze keek hoe de vissers hun netten keer op keer vulden, leegmaakte en weer het water in gooide. Al vond ze het verschrikkelijk om te zien hoe al die onschuldige vissen gevangen werden, ze kon ze nu niet helpen. De vissers waren haar enige mogelijkheid om weer naar land te geraken en hoe sneller hun ruim vol was, hoe sneller ze weer naar land gingen varen.

Na wat een eeuwigheid leek, startte de mannen eindelijk hun boot weer op. Ella schoot wakker uit haar sluimerslaap en volgde de boot op een afstandje. De schemering veranderde in een schitternede zonsopgang, waar Ella onder andere omstandigheden van zou genoten hebben, maar nu dacht ze maar aan één ding. Aan land geraken.

Ze volgde de boot tot ze eindelijk land zag, hierna versnelde ze haar tempo en zwom de boot onmiddellijk voorbij. Ze kwam aan land en rolde zich in het zand tot ze droog was. Naakt ging ze op zoek naar haar kleren op het afgeschermde stukje strand. Doordat het nog zo vroeg was en het net licht was geworden, waren er nog niet veel mensen op het strand en kon ze zich ongemerkt aankleden. Uitgeput en liet ze zich op het zand vallen. Ze keek op haar klok en zag dat het nog maar zes uur 's ochtends was. Ella legde vermoeid haar hoofd neer en beloofde zichzelf dat ze maar even haar ogen ging laten rusten.

Weer een nieuw hoofdstuk!
Wanneer het volgende komt? Geen idee 😂
We zullen zien!
Stem, reageer en laat me weten wat jullie vinden!

Ogen als de OceaanWhere stories live. Discover now