Ik staarde mijn broer aan, hij staarde mij aan, hij pakte mijn hand vast, zijn had voelde ijskoud.
Ik rilde, hij grijnsde. Ik wist het niet meer, mijn wereld draaide, mijn broer was een vampier? Laat dit alsjeblieft een droom zijn, smeekte ik tegen mezelf. Maar helaas, het was echt. Mag ik je bijten, vroeg Dave met een honingzoete stem, die mij iets te zoet was. Ik trok het witte ziekenhuisdeken over mijn hoofd. Ik wil zijn vampiertanden niet zien, ik wil het niet!
Hij trok met een ruk het deken van mijn hoofd. Hij kwam dichter en dichter en toen... kreeg ik een astma aanval en zocht ik mijn puffer, die hij in zijn hand had. Ik hapte naar adem terwijl hij mijn puffer onder mijn neus schoof.
Mijn aanval was voorbij. Hij boog zich naar mij toe en wou mij bijten, zijn tanden prikten in mijn hals...
