Hoofdstuk 22

152 9 0
                                    

POV Sophie

Mijn vader kijkt geschrokken om zich heen. "Wat heb je gedaan?!" roept hij terwijl hij Lukes kraag vastpakt en Luke naar zich toe trekt. "Nou wat denk je zelf?" zegt Luke. Mijn vader kijkt hem boos aan. "O. Wil je een hint. Nou eeehhm. Er gaat een alarm af en er zijn allemaal rode lichten." zegt hij met een duuhhh stem. Mijn vader slaat hem hard in zijn gezicht, maar Luke slaat terug. Ze beginnen te vechten.

Opeens loopt Tom loopt op mij af en grijpt me bij mijn arm. Ik ruk me los en trap hem in zijn 'je weet wel', hij valt kreunend op de grond en ik ren keihard het kantoor uit. Voordat ik het weet grijpt Tom me alweer vast, hij tilt me op en gooit me over zijn schouder. Ik sla op zijn rug, maar het helpt niks. Hij loopt in de richting van het kantoor van Mark. "LAAT ME LOS!!!!" roep ik. Plotseling voel ik dat ik aan het huilen ben. "Laat me los, alsjeblieft. Ik wil gewoon naar huis." snik ik.

Opeens hoor ik dat de lift opengaat. Er komen allemaal mannen in zwarte pakken met pistolen uit de lift gerend, het zijn er ongeveer een stuk of 15. Tom gooit, ja gooit, me op de grond en grijpt zijn pistool. "Zet geen stap verder!" roept hij terwijl hij het pistool op me richt. De mannen staan stil en houden hun pistolen op Tom gericht. "Wat wil je?" vraagt een man. "Ik wil dat jullie mij laten gaan." zegt Tom. "Tuurlijk wil hij dat! Wat had je anders verwacht? Dat hij chocoladetaart wil?!" zeg ik geïrriteerd, nog steeds heb ik tranen in mijn ogen. "Zo iemand hier is chagrijnig." zegt Tom. "Ja dat ben ik ja. Ik ben er wel een beetje klaar mee dat iedereen zijn pistool in mijn gezicht drukt!" zeg ik nu boos. "Tja dat komt nou eenmaal, omdat jij een goed slachtoffer bent." zegt Tom. "Wat bedoel je daar nou weer mee?!" zeg ik beledigd. "Ik bedoel, je bent klein, licht, een meisje." zegt Tom. "Waarom dat laatste?" vraag ik. "Nou kijk meisjes-" Opeens wordt Tom van achteren gegrepen door Luke. Tom schiet, maar hij mist. Luke schopt het pistool uit Toms handen en ze beginnen te vechten.

Ik ga vermoeid op de grond liggen en druk mijn benen tegen mijn borst. Een van de mannen knielt naast me. "Hey. Gaat het? Ben je gewond?" vraagt hij. "Ja, mijn hart is doorboort met een kogel gemaakt van puur verraad." zeg ik depressief.
"Kom op. We gaan je hieruit halen. Dan kun je weer terug naar je ouders."
"Die zijn dichterbij dan je denkt." zeg ik. "Hoe bedoel je?"
"Mijn vader heeft me ontvoerd. Hij is ook hier. Ik vertrouwde hem." Tranen wellen op in mijn ogen. "Ik zag hem mijn hele leven als vader gezien, en nu blijkt hij Lewis Walters te zijn." Ik begin te snikken. De man die naast mij geknield staat trekt me omhoog en neemt me in een knuffel. Hij wrijft geruststellend over mijn rug en sust me.

"Waar is je vader? Zijn er ook nog andere mensen die voor hem werken?" vraagt een andere man, waarschijnlijk de leider. "Er zijn nog drie mensen; mijn vader, Jack Smith en een of andere Jan die hier ook gewerkt heeft. Jan en Jack zijn in het kantoor van Mark Walters en mijn vader is 'als het goed is' in het kantoor van Luke Black." zeg ik. Opeens bedenk ik me iets. "Ethan! Mijn vriend Ethan, hij is ook ontvoerd. Hij is in het kantoor van Mark Walters, alsjeblieft, jullie moeten hem helpen." zeg ik wanhopig. "We gaan hem helpen. Hoe ziet hij eruit?" vraagt de leider. "Hij heeft rood haar. Daaraan kun je hem wel herkennen." zeg ik. "Oké." zegt de man en hij draait zich naar de andere mannen.

"Jullie gaan naar het kantoor van agent Walters, jullie gaan naar het kantoor van agent Black en jullie zorgen dat zij hier veilig uit komt."
"Hoe zit het met hun?" vraagt een van de mannen terwijl hij naar Luke en Jack wijst, die nog steeds aan het vechten zijn. "Dat regelen wij twee wel." zegt de man. De mannen splitsen op en drie mannen blijven bij mij. "Ik ben Jayce trouwens." zegt de man die me vast heeft, hij heeft blauw grijzige ogen en donkerblond haar. "Ik ben Tristan." zegt een man met bruin haar en bruine ogen. "En ik ben Matthew." Zegt een man met rood haar en blauwe ogen. Door dat rode haar lijkt hij een beetje op Ethan. "Hoe heet je?" vraagt Tristan. "Sophie." Antwoord ik. "Oké Sophie, wij gaan je hieruit halen." zegt Jayce met een vertrouwde stem. Ik knik. Jayce laat me los en we staan op.

We lopen met z'n vieren naar de lift, wanneer hij opeens opengaat. Er staan 5 mannen in en volgens mij horen ze niet bij de FBI, want zodra ze ons zien rennen ze op ons af. Nog voordat Matthew, Tristan en Jayce hun pistolen kunnen trekken, tackelen 3 van de mannen ze. De 2 mannen die over zijn, lopen dreigend op mij af. Ik wil wegrennen, maar ze grijpen me vast. "Jij komt met ons mee." zegt een van de mannen gemeen. Ik stribbel zo hard als ik kan tegen, maar de mannen zijn te sterk. De mannen nemen me mee de lift in, ze drukken op het knopje van de begane grond. Een awkward stilte later gaan de lift deuren open. En daar staat hij, degene die dit allemaal leidt; mijn vader. "Kijk eens aan." zegt hij alsof we in een film zitten. 

Hoofdstuk 22!!

PS. Sorry dat het wat langer duurde, maar ik dacht dat ik hem al had gepubliceerd . Blijkbaar dus niet....

xxx Indy

Undercover (Voltooid)Where stories live. Discover now