Hoofdstuk 20

163 9 0
                                    

POV Sophie

"Eeehm ja waar moet ik beginnen?" zegt Mark. "Begin maar bij vertellen wie al deze mensen zijn." zegt David. "Dit zijn degene die mij hebben ontvoerd. Nou ja vier van hun; Tom" Mark wijst naar Tom. "Jack" Hij wijst naar Jack. "Jan en Lewis." Hij wijst Jan en Lewis. "Wacht Lewis, als in jouw vader Lewis, dé Lewis Walters?!" zegt David verbaast. "Ja die ja." zegt Mark.

"Ja dat ben ik ja. En als je mijn dochter niet loslaat, doe ik je wat!" zegt hij dreigend. "Dochter? Wacht jij hebt een zusje?" vraagt David aan Mark. "Ja. Sophie Walters."

Nog steeds klinkt het raar... Sophie Walters. Het is 16 jaar lang Sophie Canvas geveest en nu is het opeens Sophie Walters...

"En wie is die rooie?" vraagt David. "Dat is Ethan Campbell. Hij is ook ontvoerd." zegt Mark. "Oké wacht even. Ik sta nu in een lift met Lewis Walters en zijn handlangers?" zegt David verbaast. "Ja, en je houdt nu een pistool tegen het hoofd van een 16-jarig meisje." zegt Mark. "16 jaar?" vraagt David zacht. "Ja. En als je nu even mijn dochter wil loslaten, dan kan ik je neerschieten." zegt hij geïrriteerd. Opeens pakt David me strakker vast "Nee." zegt David. "Jullie zetten nu meteen die lift weer aan, zodat als we op de derde verdieping zijn ik hulp kan roepen." zegt David nu ook een beetje geïrriteerd. "Nee." zegt mijn vader.

"Ja." zegt David.

"Nee."

"Ja."

"NEE!"

"JA!"

Ik kijk naar Ethan die met zijn ogen rolt. Ik sein dat hij de lift weer aan moet doen. Hij sluipt ongezien naar het bedieningsdingie van de lift en zet hem weer aan. "WIE DEED DAT?!" roept mijn vader boos. "Ethan." zegt Jack geïrriteerd. Mijn vader grijpt Ethan en drukt hem hard tegen de muur van de lift aan. Hij wil wat zeggen maar dan staat de lift stil en gaan de deuren open. "Er is niemand in de gang." zegt Jack. "CODE PAARS, IK HERHA-" Tom grijpt David van achteren en doet zijn hand hardhandig voor Davids mond. David laat me los en ik val op de grond. Hij probeert nog te schreeuwen maar je hoort alleen nog maar gemompel. Ik zie een opening, als ik snel erdoor heen ren, kan ik hier misschien wel weg.

Ik trap mijn hakken uit en ren door de opening. Ik ga sneller rennen, opeens word ik van achteren gegrepen door Jack. Hij heeft een arm om mijn heupen en een zijn andere hand legt hij over mijn mond. Ik probeer los te komen, maar het lukt niet. "Jij gaat nergens heen." zegt hij gemeen in mijn oor. Hij neemt me mee weer terug de lift in en Jan druk snel op een knopje waardoor de liftdeuren dicht gaan. Daar staan we dan weer in de lift. Jan heeft Mark vast, Tom heeft David vast, mijn vader Ethan en Jack heeft mij vast. Niemand zegt wat. Als we bij de vierde verdieping zijn laat mijn vader Ethan los en grijpt David. Tom pakt Ethan vast en mijn vader loopt de lift uit, terwijl hij David meetrekt.

"Wat ga je doen?" vraag ik bezorgd. Mijn vader kijkt me gevoelloos aan. "Hij weet te veel." zegt hij. Hij neemt David mee een kamer in en we blijven allemaal stil. Mijn hart gaat te keer. Hij gaat hem toch niet ver-

We horen een pistoolschot. Ik schrik zo erg dat er een klein gilletje uit mijn mond komt. Ik sla mijn hand voor mijn mond en kijk verbijstert naar de deur waar mijn vader net doorheen is gegaan.

Hij komt terug en loopt naar de lift. "Oké en waar is die kluis?" vraagt hij alsof er niks is gebeurd. "Loop maar mee." zegt Jan. Jan sleurt Mark mee. Jack pakt mijn arm vast en wil me meetrekken. Maar mijn vader houdt hem tegen. Hij seint dat Jack weg moet gaan en Jack loopt weg. Mijn vader pakt mijn arm, maar ik ruk mezelf los. "Raak me niet aan! Moordenaar!" roep ik deels bang, deels boos. "Wat zei je?" vraagt mijn vader dreigend. Ik zeg niks en kijk naar beneden. Hij grijpt mijn arm weer vast en pakt ruw mijn kaak, waardoor ik hem wel moet aankijken.

"Wat zei je?!" Het klonk deze keer niet als een vraag. "Ik zei dat je van me af moest blijven!" zeg ik boos. "En?" zegt hij. "En dat je een moordenaar bent." zeg ik nu iets minder boos. "Zo noem je je vader niet!" zegt hij boos, hij pakt mijn andere arm en drukt me tegen de muur aan. "Je bent mijn vader niet." zeg ik. "Ik ben jouw vader, of je dat nou wil of niet! En waag het niet om mij ooit nog zo te noemen!" roept hij boos. "Dan mag jij me geen lieverd meer noemen!" roep ik terug. Hij komt met zijn gezicht plotseling heel dicht bij de mijne. "Jij ben nu niet in de positie om dingen te willen, lieverd." Het woord lieverd zeg hij alsof het een soort scheldwoord is. Ik wil nog iets zeggen, maar mijn vader trekt me aan beide armen mee. Ik kijk naar de hakken die achterblijven in de lift. "Oké waar moesten we heen?" vraagt mijn vader aan Jan. "Het is deze kant op." zegt Jan. 


Hoofdstuk 20!!

xxx Indy

Undercover (Voltooid)Where stories live. Discover now