27.

301 34 2
                                    

De stand van mijn leven:

Een uitzichtloos liefdesleven. Check.

Een moeder die vermoedelijk vreemdgaat met haar ex. Check.

Een brullende kikker die me 's nachts uit mijn slaap houdt. Check.

Een beste vriendin die me een heleboel zogenaamd goedbedoeld advies geeft. Dubbel check.

'Wacht, nog één keer.' Chandra kijkt me fronsend aan vanaf haar bed, waar ze in kleermakerszit bovenop zit. Het is pas elf uur op zaterdagmorgen, dus is ze compleet in pyjama en met slaapkapsel. 'Je bent bóós op hem geworden nadat hij je zoende?'

'Ja. Dat was zijn eigen schuld.'

'Fleurtje,' zucht Chandra. 'Zo wordt het nooit iets met jou, hè? Je had hem terug moeten zoenen.'

'Dat kon niet. Ik schrok en toen beet ik op zijn lip en nu kan ik hem nooit meer normaal aankijken.' Zelfs gisteravond durfde ik niet te kijken of er een gat in zijn lip zat. Nou ja, eigen schuld. Dan had hij me ook maar niet moeten zoenen.

'Dus... wil dit zeggen dat je nu wel of niet ooit gezoend hebt?'

'Aangezien ik zelf niks gedaan heb...' aarzel ik. 'Ik denk het niet.'

Chandra schudt afkeurend haar hoofd. 'Ga nu naar die jongen toe en pak hem op zijn bek. Ja, ik snap dat het allemaal een beetje verwarrend voor je was gisteravond, maar dat weet hij niet. Hij heeft waarschijnlijk écht geen idee wat hij fout heeft gedaan. Het is toch niet zo heel gek dat je als jongen een meisje leuk begint te vinden en dan ineens denkt van "hé, ik wil haar best zoenen"?'

'Denk je dat hij me leuk vindt?' Onbedoeld begint er iets te fladderen in mijn buik. Ik heb nog nooit meegemaakt dat een jongen mij leuk vond. Geen interessante jongen tenminste.

'Ik weet vrij zeker dat hij je leuk vindt,' bevestigt Chandra. 'Waar wacht je nog op? Ga naar hem toe!'

'Ik weet het niet.'

'Schijtlaars. Goed, je krijgt een paar uur de tijd ter mentale voorbereiding. Wat gaan we in de tussentijd doen?'

'Mijn moeder uithoren over waarom ze de laatste tijd zo weinig thuis is en waarom ze daarover liegt?' opper ik. Het is echt niet alleen het gebrul van die stomme kikker dat me uit mijn slaap houdt.

'We zouden bewijs moeten hebben. Kunnen we niet Robs huis in de gaten gaan houden?'

Ik rol met mijn ogen. 'Ja hoor, hoe wilde je dat aanpakken? Midden op de stoep gaan staan? Er is in die straat geen enkele plek om ons te verstoppen. En dan nog kan het wel dagen duren voor ze weer naar hem toe gaat.'

Chandra knikt. 'Daar zeg je wat. Dan zit er dus maar één ding op.'

'Wat?'

'Haar telefoon checken.'

'O nee,' protesteer ik meteen. 'Hoe moet ik dat doen? Ze heeft dat ding altijd bij zich.'

'Ook thuis?'

'Het risico is echt te groot.'

'Het is minder groot als we het samen doen,' zegt mijn beste vriendin. 'Ik leid haar af terwijl jij haar berichten checkt.'

Dat lijkt me nog steeds doodeng. Ik vertrouw best op Chandra's capaciteiten om iemand af te leiden, maar niet op die van mezelf om ondertussen stilletjes in andermans telefoon te neuzen. 'Misschien kunnen we het beter andersom doen.'

'Jij weet net zo goed als ik dat ik veel beter uit mijn nek kan lullen.'

Ja, dat weet ik. Ik ben totaal niet goed in gesprekken, al dan niet spontaan. Zelfs niet met mijn moeder. Chandra kletst juist makkelijk een eind weg. 'Moet dit echt?'

AuberginesoepWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu