=-18-=

39 7 1
                                    

'1 week...'

Het blijft door mijn hoofd spoken. Wat zal er over 1 week gebeuren? 

We lopen Alecs huis binnen. Het huis is niets veranderd. 

Alec had de hele weg nog niets gezegd. En ik ook niet tegen hem. 

Ik ga op de bank zitten. Alec komt naast me zitten. Hij staart voor zich uit. Ik kijk naar hem. Maar hij ziet het niet. Ik snap het niet. Daarnet had hij nog een grijns op zijn gezicht... 

"Alec?" vraag ik voorzichtig. 

Rustig draai hij zijn gezicht mijn kant op. 

"Dream?" We maken seconde lang oogcontact. Het lijkt wel uren te duren. Ik verbreek het contact naar beneden. 

"Wat is er?" vraag ik. 

"Hoezo?" hij laat een flauwe glimlach zien. 

"Je kijkt alleen maar voor je uit. Waar denk je aan?" zeg ik zo kalm mogelijk. 

"Is het waar wat Simon zei?" zijn gezicht is neutraal. Ik kan geen enkele emotie in zijn kille gezicht vinden. En ervaar een schok in mijn longen. 2 seconde krijg ik geen lucht. Wat heeft Simon gezegd? 

"Wat zei hij?" ik probeer mijn emoties in bedwang te houden. 

"De reden dat je van school afging." Ik voel mijn gezicht wit wegtrekken. Maar wat maakt het uit? Hij was er toch wel achtergekomen. 

"Wat was de reden?" Ik probeer kalm te blijven, maar hoor mijn stem overslaan. 

"Je zag dingen, dingen die niet bestaan voor het menselijk oog." hij keek me recht in mijn ogen aan. In zijn ogen zag ik iets. Ik zag iets wat ik niet kon plaatsen. Maar wordt zelf terug geroepen naar de momenten dat me zo bang maakte. 

"Ik was gek, iedereen zei dat ik gek was. Ik spoorde niet. 'geesten bestaan niet Dream.' Hoe kwam het dan dat ik ze zag... Niemand geloofde me. Iedereen veroordeelde me. Terwijl ik elke keer zo bang was..." Starend voor me uit liepen de tranen over mijn wangen. Het terug denken aan het moment doet me te veel pijn. Hij legde zijn arm over mijn schouder. Ik legde mijn hoofd tegen hem aan. Dat was het enige wat ik nodig had. Iemand die me vasthield. Na een moment van stilte, dat elk woord vervuld had, verbrak Alec de stilte. 

"Waarom kwam je weer terug op school?" zijn stem kreeg meer kleur. 

"Ik had geen keuze, mijn oma regelde het." Meteen voel ik een spanning in mijn nek. Niet huilen. Ze is hier... Het bleef stil. 

"Ik snap je." Ik hoorde een stem, een stem die ik niet ken. Een stem vol pijn. Een stem die elk moment kon breken. Een stem die in 1 keer een heel verhaal vertelde. Ik ging rechtop zitten en keek Alec recht in zijn bruine ogen aan. Ze waren vochtig. Een laagje water stond boven op zijn hoornvlies

"Hoe kun je dat nou weten?" 

Het bleef stil. We bleven naar elkaar kijken, maar kon niet achterhalen wat hij bedoelde. 

"Ik zie ze ook." een traan ontsnapte. Hij liep langs alle hindernissen van zijn gezicht naar beneden. Er volgden er nog meer. Ik voelde mijn pupillen groter worden. Hij wat?

"Wat zie je?" mijn stem was zacht, maar zei genoeg. 

"Ik zag ze altijd al. De zwart of witte gedaantes. Ik kon ze horen. Maar had ze nooit kunnen aanraken. Maar durfde het nooit na mijn ouders aan iemand te vertellen..." Er stroomde meer tranen over zijn gezicht. "Mijn moeder overleedd op mijn achtste, mijn vader heb ik daarna nooit meer gezien." zijn stem verloor bij elk woord zijn kracht. Ik voelde zijn pijn, maar wist geen enkel woord uit te brengen. En ik wist dat dat ook niet zou helpen. Ik gaf hem een knuffel. De knuffel had een bepaalde energie. Een energie die ik nog nooit had gevoeld. Het was een warm gevoel. 

Ik voelde mezelf moe worden. Ik verloor mijn kracht. En had geen controle meer. Ik viel in zijn armen in slaap.



Wonderful (HERSCHRIJVEND)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu