First Things First

6 0 0
                                    

Alexandra is een 16-jarige en zit nu in 5 vwo. Al haar vrienden noemen haar Alex. Ze heeft een lastige thuis situatie, omdat haar vader alcoholist is en haar moeder heel vaak afwezig. Ze weet toevallig dat haar moeder zelf al een ander huis heeft, maar om ruzie te voorkomen, zegt ze niks. Tegen niemand niet...

Alex staat op het punt om te vertrekken naar school. Het stormde en sneeuwde enorm hard, maar ze fietsen nog liever door de storm, dan dat ze haar ouders zou vragen om haar weg te brengen. Haar moeder was afgelopen avond niet eens thuis gekomen en haar vader was nu al begonnen met drinken. 'Klote regen, waarom kan het niet gewoon zomer zijn?'. Al mopperend besluit ze toch maar gauw te vertrekken, aangezien meneer Wenkelhof het niet zou kunnen waarderen als ze weer te laat was.

Nog in gedachte verzonken, fietste ze naar school. Met tegenzin was ze toch maar richting de binnenstad gefietst. 'Had ik maar niet zo lang lopen appen, ik heb nog maar 5 minuten.' Haastig racet ze de hoek om. KLAP! Met een enorme smak valt Alex op de grond. Al scheldend en grommend staat ze op en opent haar ogen. Een oogverblindende jongen staat er voor haar. 'Wat een lekkerding!'. De blik van de jongen verandert van bezorgd naar een raar lachje. 'Zei ik dat serieus hard op? Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan!'. Mark. 'Wacht, wat?'. 'Zo heet ik, Mark'. Veel tijd om daar op te reageren, kreeg Alex niet. Haar mobieltje rinkelde en ze wist nu zeker dat ze te laat was. Zonder iets te zeggen, pakte ze haar fiets en racete ze weg, en bij elke trap, liet ze Mark steeds verder achter zich.

'Kan je iets goed doen, Alexandra Breden?'. Alex kwam met een rood hoofd de wiskunde les binnen en zag met haar grote teleurstelling dat haar beste vriendin Julia er niet was. Dan pas merkt ze op hoe rood meneer Wenkelhof was geworden. De boze toon van meneer Wenkelhof deed haar vrij weinig, ze was er al aan gewend. 'Dit keer bel ik je ouders, ik ben er helemaal klaar mee!'. Nee, dat kan niet, dacht Alex. Niemand mocht weten hoe het bij haar thuis ging. Niemand mocht het weten van haar vaders alcoholprobleem en de afwezigheid van haar moeder. 'Alstublieft meneer, ik zal altijd op tijd komen, als u maar niet mijn ouders belt!' Meneer Wenkelhof toont geen genade en vertrekt geen spier. 'Als je het echt zo belangrijk vond dat ik ze niet zou bellen, was je wel op tijd geweest! Dit is niet de eerste keer.'. De rest van de dag heeft Alex zich niet meer kunnen concentreren en dwaalde haar gedachte alsmaar af naar wat haar vader zou gaan doen als hij dit zou horen.

Al fietsend bedenkt Alex een excuus voor haar actie van vanochtend. Had ze maar opgelet! Dan was er nu niks aan de hand. 'Hopelijk heeft hij niet weer gedronken, de laatste keer belandde ze in het ziekenhuis'. Ze had toen moeten liegen en gezegd dat ze van de trap was gevallen. Zo cliché. De dokters hadden haar raar aangekeken, maar lieten haar vervolgens met rust. Nog 1 blok en dan was ze thuis. In de verte ziet ze haar huis al staan. Eenmaal afgestapt zet ze haar fiets zo stil mogelijk in de garage. Als ze de voordeur opent, valt haar plan om ongemerkt naar boven te sneaken in duigen. Haar vader staat recht voor de deur! Wat moet ze nu doen?

'Dus waar was jij vanochtend?'. Haar vader keek haar met een vreemde blik aan, die ze niet goed kon plaatsten. Was het een nieuwsgierige of argwanende blik? Of heel iets anders? 'Nou, ehm...'. Bedenkt toch iets, Alex. Waarom werkt mijn brein niet? Voordat ze maar een antwoord kon bedenken, stapte haar vader naar voor met een agressieve houding en greep haar bij de keel. Alex snakt naar adem, maar kan zich niet bewegen. Na al die jaren is ze er ook achter gekomen dat ze beter niks kan doen of zeggen. Dan zou het snel stoppen. Maar haar vader stopte niet, het werd zelf erger. Haar vader tilde haar op aan haar nek en trok haar naar buiten. Toen er niemand te bekennen was, was al haar hoop verloren gegaan, en ze begon sterretjes te zien. Alles wordt zwart.

Opeens hoort ze her geluid van een rammelende fiets en een kapot belletje. Het is heel zacht, maar genoeg om haar vader af te schrikken. Ze kon niet zien wie het was, ze voelde alleen haar bonkend hart en haar zware adem. Ergens in de verte hoort ze een stem. Ze herkent hem ergens van, maar voordat ze de kans krijgt om de stem te plaatsen, glijdt ze weg in een donkere waas die geen uitgang lijkt te hebben.

Hallo!
Dit is mijn allereerst boek, ik hoop dag jullie het een beetje leuk vinden. Willen jullie een vervolg zien en hebben jullie nog tips of suggesties? Laat het zeker even weten!💕

Xxx

Safe and soundUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum