Het rode boekje

30 1 0
                                    

"Nog een heel klein stukje..." hijgt Esther, zichzelf via de touwen omhoog trekkend. Ze zijn er bijna.
"Ik moet plassen," zeurt Gabrielle. Ze zijn al uren aan het klimmen.
"Voor de zoveelste keer: ga in de bosjes!"
"Voor de zoveelste keer: ik ben niet gek!"
"Gabrielle, kijk," Ze steekt haar hoofd boven een uitstekende kei uit. "Het is vlak voor ons." Nog geen tien meter van hen vandaan zijn de wereldberoemde, gigantische letters zichtbaar: HOLLYWOOD. Ze slaken een zucht van opluchting. Het is ze gelukt.
Ze voelen zich als Playmobil poppetjes. Van dichtbij is het nog indrukwekkender dan hoe het er daar beneden uitzag. Ze lopen richting de letters, ploffen neer op een steen, pakken een broodje en frisdrank uit hun rugzak en beginnen voldaan te eten.
"Moet je je voorstellen hoeveel verhalen er bij deze plek horen, hoeveel dingen hier zijn gebeurd," zegt Esther, naar het prachtige uitzicht starend. Je kijkt over de hele stad heen, het is schitterend.
"Moet je je voorstellen hoeveel memes er van deze plek zijn gemaakt..." zegt Gabrielle bewonderend.
Ze kijken elkaar aan. "Hollyweed," gniffelen ze allebei tegelijk.
"Hé, maar ik hou het niet meer op," zegt Gabrielle terwijl ze opstaat, "achter die H zie ik een goed struikje. Ik ben zo terug." Ze pakt de rol wc-papier, loopt richting het struikje, trekt haar broek naar beneden, hurkt en begint te plassen. Dat lucht op. Als ze weer opstaat ziet ze iets roods tussen de bladeren liggen, half begraven onder de grond. Ze buigt zich naar het mysterieuze voorwerp en pakt het op. Het is een boekje. Nieuwsgierig opent ze het. Op de eerste bladzijde staat:

Nicole Lewis, 5 februari, 1925.

"Esther, moet je kijken!" Gabrielle holt naar haar toe. "Ik heb een oud dagboekje gevonden." Ze gaat naast haar zitten en samen bladeren ze door het boekje.
"1925... Hoe kan het dat dit nog nooit gevonden is?"
"Geen idee, het lag nogal verborgen. Geef eens terug."
Esther overhandigt het rode voorwerp en Gabrielle begint voor te lezen.

Lief dagboek,
Vandaag was weer een dag die in het rijtje hoort van goede dagen uit mijn leven. De eerste van de velen die gaan komen in mijn zeventiende levensjaar. Vanochtend werd ik gewekt met een verjaardagslied door Oliver, Elias, oom Eric en tante Giselle. Tante Giselle had een prachtige monchoutaart gemaakt, en tijdens het ontbijt overhandigde ze me een perfect ingepakt rechthoekig pakje, waar jij in zat. Mijn broertjes hebben een nieuwe haarband voor me uitgezocht, en oom Eric heeft een sierlijk gouden kettinkje voor me gekocht, waar ik hem heel dankbaar voor ben. Op school kreeg ik veel felicitaties en complimenten. Ik heb Peter gezien. Ik voelde me honderd procent jarig.

"Moeten we dit wel lezen?" onderbreekt Esther haar. "Het lijkt me nogal privé."
"Esther, kom op." Gabrielle kijkt haar met een verontwaardigde blik aan. "Dit komt uit 1925, dit meisje is waarschijnlijk al lang dood."
Zuchtend stemt ze ermee in en nieuwsgierig lezen ze verder.

Meester van mijn lotWhere stories live. Discover now