Hoofdstuk 10

469 8 0
                                    

3/10/1993

Mijn ouders hadden alweer eens ruzie, ik kroop uit mijn bed en ik sloop naar mijn broer zijn kamer. Ik vond het nooit leuk als ze kibbelden en ik had nood aan wat gezelschap. Iemand die mij kon geruststellen, zoals mijn broer.
Voor de deur stopte ik even en klopte ik op de harde, houten deur. Zonder te wachten op het antwoord, deed ik de deur open en stak ik even mijn hoofd door de deuropening.
“Robert… Waarom ruziën mama en papa zo vaak?”  vroeg ik voorzichtig met een kwetsbare stem. De deur deed ik nu helemaal open en ik wandelde naar binnen. Mijn knuffel had ik meegenomen en hield ik stevig vast. Het was een slangenknuffel, ze had lieve ogen en een lange, gespleten tong. Ik liep er de hele dag mee rond. Mijn ouders en broer vonden me er te oud voor, maar ik vond dat de knuffel mij beschermde.
“Het is ingewikkeld, zusje,” zei Robert. “Kom eens hier.” Hij maakte een kort gebaar als teken dat ik naast hem op bed moest zetten. Ik wandelde naar hem toe en zette me, zoals hij vroeg, op bed. Hij sloeg meteen zijn arm rond mij.
“Probeer het me dan uit te leggen, misschien begrijp ik het,” zei ik zacht. Ik keek naar mijn knuffel en aaide de slang over haar kopje.
“Het valt moeilijk te begrijpen, zelfsik begrijp het niet helemaal, maar het komt goed, dat beloof ik je.” Ik knikte en keek mijn broer aan. “Wat is er aan de hand?” vroeg ik. Hij keek mij aan met zijn bezorgde, lieve ogen.
“Mama houdt nog heel veel van papa en papa ook van mama, maar hij heeft een affaire.” Ik fronste.
“Wat is een affaire?” vroeg ik. Ik had nog nooit van het woord gehoord. Mijn broer schraapte zijn keel en dacht na hoe hij dit het best kon uitleggen.
“Papa houdt van twee personen, van mama en van nog een andere vrouw, maar dat doet mama heel veel pijn.” Weer verscheen er een grote frons op mijn hoofd.
“Ik begrijp het niet. Hoe kun je nu van twee mensen houden? Hoe kun je nou iemand pijn doen waarvan je houdt?” Ik schudde niet-begrijpend mijn hoofd.
“Dat weet ik ook niet Savannah, maar het komt wel goed, echt waar.” Hij trok mij nog wat dichter tegen hem aan en ik sloot mijn ogen.
Ineens hoorde ik iemand de trap op stormen, aan het gehuil te horen was het mijn moeder. Ze riep nog: “Laat me met rust!” Het deed zoveel pijn om haar zo te horen. Ik wilde mijn vrolijke mama terug. Deze situatie haatte ik echt. Het was niet meer leuk.
Niet veel later knalde de slaapkamerdeur van mijn ouders dicht.
“Ik vind het niet fijn als mama huilt…,” zei ik zachtjes. Mijn broer wreef over mijn arm en al snel werd er op de deur geklopt. De deur ging open en aan de deurpost stond papa. Hij keek ons ongerust aan en zuchtte. Dit was allemaal zijn schuld.
“Gaat het een beetje?” vroeg hij. Mijn broer en ik knikten. Hij kwam de kamer binnen en wandelde naar Roberts bed. Hij hurkte en keek ons aan.
“Volgende week ben jij jarig,” zei hij glimlachend tegen mij. Hoe kon hij nu doen alsof er niks gebeurd was? Ik knikte.
“Op mijn verjaardag geen ruzie maken hé,” zei ik zacht en keek hem met mijn grote ogen aan. Zijn glimlach verdween  toen hij de pijn in mijn ogen zag. Hij zag het verdriet al een  hele de tijd maar wilde het niet toelaten.
“Dat beloof ik je meid.” 

Gelakte nagelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu