13

1.2K 46 0
                                    

"Emma! Er pist een beest over je laptop!"

"Shit," mompel ik, "haal dat beest weg!"

"Kom nou!"

Ik laat mijn spullen vallen en ren mijn kamer uit. Zodra ik naar de woonkamer ren, zie ik ze rond de bank staan.

"Haal dat ding w-" zeg ik, maar wordt tegengehouden door iets wat nu op mijn gezicht zit, pats. Ik val naar beneden en daar lig ik dan, op de vloer. Heel soepel ga ik in een pose liggen, hoofd wat op mijn hand steunt.

Martijn, Noah en Laura beginnen gelijk te lachen en ik leg mijn vrije hand op mijn gezicht. Dit. Doet. Pijn.

"Oh mijn god, Emma! Gaat het?" vraagt mijn moeder gelijk.

"Alles gaat prima, lig hier lekker te chillen," piep ik en ga nu helemaal op de grond liggen. Ik kijk omhoog en zie plasticfolie hangen, klassiek, heel klassiek dit.

"Martijn, hier komen," zegt de vader van Martijn.

"Waarom ik?" vraagt Martijn dan onschuldig en zucht geïrriteerd.

Ik ga zitten en kijk naar Martijn die medelevend naar mij kijkt. Ik glimlach zwakjes en wacht op wat de vader van Martijn gaat zeggen.

"Ik weet dat jij dit hebt gedaan, dus ga het niet ontkennen," vertelt hij, ouch, "en er komt echt een tijd dat jullie moeten stoppen met dit kinderachtige gedoe, jullie zijn geen kleuters meer."

"Nouu," zegt Laura en lacht, "soms."

"Jullie gaan het goed maken of jullie vertrekken per direct," zegt mijn vader serieus.

"Of boodschappen doen," zegt de moeder van Martijn nog.

"Ik ga echt niet weg, vriend," mompel ik gelijk, ik vind het nog steeds grappig dat ze denken dat we elkaar haten.

"Nou maak het goed," zegt mijn moeder.

Ik kijk Martijn aan en hij mij, ik sein het gezicht 'wat moeten we doen?' en hij haalt lichtjes zijn schouders op.

"Nee dus," zegt Noah en zucht, "hopeloze kinderen zijn jullie."

"Nou, dan zetten we eerste stap vandaag in het proces, jullie gaan samen boodschappen doen. De rest komt nog wel," stelt de moeder van Martijn voor.

"Het 'hoe gaan we Martijn en Emma weer bevriend maken' proces, nou ik zeg doen," zegt Laura en knikt.

"Hup, opstaan en boodschappen doen," zegt mijn vader.

Even, ik zit hier op de grond met pijn, je laat die gast er zo mee wegkomen en we moeten boodschappen doen? Ja, nee, daar ben ik het nou totaal niet mee eens he.

Martijn trekt zijn slippers aan en iedereen gaat eigenlijk zijn ding doen. Ik zucht en sta uiteindelijk ook weer op. Voordat ik weer door de folie ren, trek ik het eraf. Ik loop weer naar mijn kamer en kijk in de spiegel, het valt nog wel mee met hoe mijn gezicht er uitziet. Ik had het roder verwacht.

Ik zucht en smeer wat zonnebrand op mijn gezicht en op mijn schouders, armen, nek en benen. Snel kijk ik voor de laatste keer nog in de spiegel, ik heb een blauwe spijker short aan met een blauw met wit gestreept shirt. Altijd leuk. Alles matcht met elkaar, dus ik kan gaan.

Terwijl ik mijn telefoon in mijn zak stop, loop ik weer terug naar de woonkamer.

"Dit is wat jullie minimaal mee moeten nemen, hou elkaar alsjeblieft heel en praat met elkaar," glimlacht mijn vader en de moeder van Martijn kijkt ons ook zo aan voordat ze een boodschappenlijstje geven. Alsjeblieft, stop. "Hou het netjes, er hoedt geen politie aan de deur te komen of iets. Gewoon, praat, maak het goed." Politie? Oh, voor het geval dat we ruzie gaan maken wat we niet gaan doen.

"Jaha, we zijn geen kleine kinderen, Jesus," ergert Martijn zich.

Instemmend knik ik en pak de autosleutels.

"Nou dan gaan we nog wel eens meemaken," zegt mijn vader grinnikend.

"Daaag," zeg ik en loop naar de voordeur waarna ik naar buiten loop.

"Ja dag he," zegt Martijn en loopt achter me aan.

We stappen de auto in, ik achter het stuur en ik start de auto. Nou daar zitten we dan in de Discovery auto.. Ja, we moeten wel twee grote auto's hebben want we zijn een grote familie.

"Deze mensen, oh mijn god," zegt Martijn geïrriteerd en zucht.

"Ik snap nou nog steeds niet hoe ze niet door kunnen hebben dat we geen ruzie meer hebben. Like.. anders zou ik echt niet tegen je praten, niet naast je in het vliegtuig zitten etcetera etcetera," zeg ik en grinnik voordat we van het terrein afrijden.

Hij lacht even, "ja, nee, dat snap ik ook niet nee. Maar deze mensen zijn raar."

"Ja, ben ik met je eens. Maar de ergste zit naast me, dus die mensen hebben even rust."

"Wat?" vraagt hij gelijk en ik zie in mijn ooghoek dat hij naar me kijkt, "waar slaat dat op?"

"Véél, kijk wat je hebt gedaan. Niet eens vragen hoe het gaat, nee," lach ik en schud mijn hoofd.

"Oh ja, gaat het? Het was echt hard, sorry," vraagt hij bezorgd wat ergens echt schattig is.

"Het gaat en het is goed," glimlach ik.

Aangekomen in Willemstad, lopen we over de brug heen.

"Wat wil jij deze vakantie nog doen?" vraagt Martijn opeens.

"Kerstfilms kijken, niksen, slapen, eten, bruin worden," zeg ik gelijk, "hoezo?"

"Nee gewoon, vroeg het me af," zegt hij nieuwsgierig en we stoppen met lopen en kijken over het water.

"En jij?" vraag ik als ik naar hem kijk.

"Eigenlijk wel hetzelfde, alleen dan hoef ik nou niet per se bruin te worden en kerstfilms te kijken," zegt hij en grijnst even, "maar je weet wel dat het morgen kerst is he? Dan mag je wel gaan opschieten."

"Dankzij jou staan we hier he?"

Beledigend kijkt hij me aan, "je had ook nee kunnen zeggen."

"Nu is het opeens mijn schuld?" Beledigend kijk ik hem aan.

"Ja," glimlacht hij vermakelijk.

Speels geef ik hem een duwtje en zucht hopeloos, "ik kan ze het hele jaar nog kijken hoor."

"Daarom, dus niet zeuren."

We kijken nog even voor ons uit en we lopen terug naar de auto, we hebben net al boodschappen gedaan.

Zijn hand raakt zachtjes mijn hand aan en ik doe moeite om niet voluit te gaan glimlachen. Zachtjes bijt ik op mijn lip en kijk voor me uit, eigenlijk is dit echt een hele mooie stad. Ik wist dat dit een mooie stad was, maar nu ik er echt ben is het alleen maar mooier. En ook door de persoon die naast me staat.

Ho.. wacht? Wat? Dacht ik dat nou echt? Nee, dat denk ik echt niet. Nee nee, dat kan en mag ik niet.

Hij pakt mijn hand voorzichtig vast en ik kijk naar hem. Hij kijkt om zich heen alsof er niks gebeurt is.

Verlegen glimlach ik en kijk naar beneden. Kriebels ontstaan in mijn buik en ik kan niet stoppen om te glimlachen.

Stop Emma, dit gaat de verkeerde kant op. Echt, geloof je innerlijke ik. Maar dit voelt zo goed, mijn hart geeft aan dat dit goed is.. ook al klopt het snel. Het voelt gewoon zo vertrouwd.

"Wil je nog ergens kijken? In winkels of wil je ergens nog iets drinken?" vraagt hij dan.

Als we bij de auto zijn laat ik zijn hand los en loop naar de bestuurders kant.

"We kunnen nog effe snel langs de Starbucks," zeg ik en stap in.

"Jij weer met je Starbucks, alsof je nog niet genoeg energie hebt, extra suiker heb je niet nodig hoor," zegt hij dramatisch en stapt ook in.

"Hey! Niks tegen Starbucks," zeg ik gelijk en start de auto.

"Nee nee, je zit er ook niet vaak," zegt hij lachend.

Ik schud mijn hoofd, moeilijk mens.

Hate, love or just a little of both?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu