Hoofdstuk 14

1.2K 101 6
                                    

"Demilia!" Ik word wakker geschud door twee sterke handen. "Demilia wordt wakker!" hoor ik weer. Ik open mijn ogen en zag Casper half boven me. Ik schrok me dood. "Wat?" zei ik met mijn geweldige ochtendhumeur *kuch kuch. "De demonen van de andere school zijn de school binnen geslopen. Hebben ze je pijn gedaan?" Casper keek bezorgd. "uh.. Nee?" Ik begreep het niet. Welke demonen. Casper pakte mijn hand en liep naar de deur. Eerst legde hij zijn oor op de deur. "Demonen zijn één van de meest machtige wezens," fluisterde Casper, "Ze kunnen alle elementen besturen, net als vampiers. Ze kunnen ook gedachtes lezen. Ze kunnen vloeistoffen laten verdampen en bevriezen, net als elfen. Maar ze hebben ook een soort.. Geheime kracht. Niemand weet wat het precies is, want demonen houden graag alles geheim." Ik begreep het nog niet helemaal, maar ik weet dat demonen in onze school niet goed is. "We moeten ze verjagen," zei Casper. Wat? "Wie zijn 'we'?" vroeg ik twijfelend. "De hele school natuurlijk," zei Casper, "Jij ook." Wat? IK? Maar ik kan helemaal niets! Behalve dingen van me afstoten zonder ze aan te raken. Ineens schoot me iets te binnen. "Ik moet naar Flora toe!" zei ik, iets harden dan verwacht, want Casper hield zijn hand voor mijn mond. "Waarom?" fluisterde Casper. "Om iets te halen zodat ik mee kan helpen." fluisterde ik vastberaden.

Ik liep samen met Casper de trap af. Casper liep voor me, zodat hij me kon beschermen, aangezien ik nog niet zoveel heb geleerd over mijn krachten. Toen we bij Flora waren, liep Casper verder naar beneden om 'de rest' te helpen. Wie zijn 'de rest'? "Gelukkig ben je ongedeerd!" zei Flora en knuffelde me. Zijn die demonen dan zó gevaarlijk? "Ik wil graag meehelpen om de demonen uit onze school te jagen," zei ik snel, "Daarvoor heb ik die paarse steen nodig." Flora liep snel naar de kast en haalde de steen tevoorschijn. "Bedoel je mijn MVS?" vroeg ze. Een wat? "Uhm.. Ja.. MV.. Dinges.. Die heb ik nodig." Flora lachte. "Een MVS. Dat staat voor Mini-Vleugel-Steen." zei ze grinnikend. Ze toverde de MVS weer in mijn rug en de vleugels groeiden weer tot ze even groot waren als die van Flora. "Weet je het zeker?" vroeg Flora twijfelend. Ik knikte vastberaden en liep haar kamer uit. "Ik ga je helpen!" riep flora en kwam naast me lopen. Ik glimlachte naar haar. Flora is de beste vriendin die je maar kan wensen. Toen we de Ravenzaal binnen kwamen zagen we allemaal donkere wezens, vechtend met onze Raven-studenten en een paar leraren. In de menigte kon ik een paar bekenden zien. Maar daar moest ik niet op letten. De oudere studenten vechten met meerdere Demonen, aangezien zij sterker zijn. Ik de menigte zag ik Damian en Casper vechten tegen zeven demonen! Ik haastte mezelf ernaartoe en concentreerde me op één van de demonen. De demon werd tegen de muur aangestoten en viel bewusteloos neer. Twee van de andere demonen wendde zich tot mij. Ik vloog naar boven en meteen vuurden de demonen vuurballen naar me toe. Ik ontweek ze gelukkig allemaal. Een demon met lang, blond haar en zwarte ogen stuurde het water uit de plant naast hem en bevroor het water. Hij vuurde het ijs in punten naar me toe. Ik probeerde ze te ontwijken, maar tweede demon stuurde water naar mijn vleugels. Ik stortte neer op de grond. De demonen dreven me in een hoekje en de demon met het blonde haar maakte zich klaar om me met een ijspegel te doorboren. "Gabriël! Nee!" werd er geschreeuwd en de demon met het blonde haar, blijkbaar Gabriël draaide zich met een ruk om. "Zij kan nog wel eens handig zijn. Neem haar mee." zei een demon met donkerpaarse haren en rode ogen. Zijn rode ogen stonden niet kwaad of duister, zoals de ogen van de blonde demon. "Wat hebben we nou aan haar, Timo?" vroeg Gabriël geïrriteerd. De demon met paarse haren, blijkbaar heet hij Timo, stak zijn hand uit. "Meekomen. Nu." zei hij streng. "Nee." zei ik vastberaden en probeerde te vliegen, maar mijn vleugels werkten niet mee, dus ik verloor controle en viel. Ik viel niet op de grond, dat ik zeker. Ik opende mijn ogen en zag de demon met het blonde haar, Ik lag in de armen van die 'Gabriël'! Ik spartelde mezelf uit zijn armen en viel op de harde, koude grond. Het werd allemaal zwart voor mijn ogen. Ik kon alleen Timo's stem horen. "Neem haar mee." verstond ik vaag.

Roze OgenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu