Hoofdstuk 1

35 1 0
                                    

Samen met mijn broer Eloy sta ik op het schoolplein te wachten tot hij klaar is en afscheid neemt van zijn vrienden. Mijn blik glijdt over het schoolplein, zoekend naar Amy, mijn prachtige vriendin.

Als ik haar eindelijk gevonden heb, wens ik dat ik nooit had gekeken. Haar armen liggen om de nek van een andere jongen, haar lippen drukken zich op die van hem, leidend tot een innige zoen. Hoe kan ze zo vol zelfvertrouwen een ander zoenen, terwijl haar eigen vriend nog op het schoolplein is, naar haar kijkt en de pijn in zijn hart steeds heviger voelt worden? Hoe kan iemand vreemdgaan zonder zich zorgen te maken betrapt te worden?

"Eloy, is dat Amy die staat te zoenen met een ander?" vraag ik hem, om zeker te weten dat ik me niet vergis, dat het niet toch een ander meisje is dat toevallig op mijn vriendin lijkt.

"Wat?" De blik van Eloy schiet meteen naar het zoenende stel, en aan de blik in zijn ogen valt genoeg af te lezen. Het is inderdaad mijn vriendin die daar zorgeloos staat te zoenen met een ander, die zich niet druk maakt om de gevoelens van haar vriend.

"We gaan," zeg ik tegen Eloy, en zonder verder nog iets te zeggen been ik weg, in de richting van de schoolpoort. Mijn hart heeft het moeilijk, het bonst zoals het nog nooit gedaan heeft, alsof iemand het per ongeluk in een versnelde stand heeft gezet. Maar het was niet per ongeluk.

Aan de voetstappen die me snel naderen, hoor ik dat Eloy achter me aan rent. Hij haalt me in, en past zich dan aan mijn tempo aan. Hoewel hij zwijgt, is het troostend dat hij naast me loopt, zoals alleen een broer dat kan doen. Geen van mijn vrienden zou ooit kunnen begrijpen wat ik voel, hoe mijn hart tekeer gaat uit woede en wanhoop, hoe ik mezelf gek maak in mijn hoofd omdat ik niet begrijp waarom ze vreemd zou gaan.

"Vanavond kun je jezelf afreageren," probeert Eloy me te troosten, maar ik kan alleen maar knikken, te verdoofd om een normaal antwoord te bedenken. Af en toe voel ik zijn blik over me heen glijden, maar hij zwijgt, wetend dat ik toch niet in staat ben een woord te verstaan van wat hij zegt.

Eenmaal thuis aangekomen, loop ik direct de trap op naar mijn kamer, ik wil alleen zijn om even alles op een rijtje te kunnen zetten. Wezenloos staar ik voor me uit, niet in staat iets te voelen of te denken. Het is alsof er iets in me is uitgezet waardoor ik niet meer in staat ben bewust dingen te voelen, alsof ik mentaal verlamd ben geraakt toen ik haar met een ander zag zoenen.

Vanbinnen voel ik de leegte, die van buitenaf enkel in mijn ogen te zien zal zijn. Enkel degenen die dichtbij me komen zullen zien dat de glimlach die ik op mijn gezicht zal dragen enkel een masker is om de leegte in mijn ogen en in mijn borstkas te verbergen. Mijn hart is eruit gerukt, en heeft enkel een groot zwart gat van leegte achtergelaten als herinnering.

Zeker een uur lang heb ik voor me uitgestaard als mijn vader me roept voor het eten, zijn stem milder dan normaal, en ik vermoed dat Eloy mijn moeder en hem heeft uitgelegd wat er is gebeurd op het schoolplein, en daar ben ik hem dankbaar voor.

"Je vindt wel iemand anders, iemand die echt van je houdt," begint mijn moeder, zodra ik op mijn plek aan de eettafel ben gaan zitten. De blik vol medeleven die ze op me werpt, maakt dat ik me langzaam begin te irriteren. Ze kan er niets aan doen, houd ik mezelf voor, ze maakt zich gewoon zorgen om je.

Mijn zwijgen zorgt ervoor dat mijn ouders beginnen te begrijpen dat ze het beter niet over Amy kunnen hebben, dus praten ze voornamelijk met Eloy, en werpen af en toe een bezorgde blik op mij.

"Doe maar goed je best op de training," zegt mijn vader tegen me als ik wil opstaan om me om te gaan kleden, aarzelend geeft hij een klopje op mijn schouder.

"Dat zal ik doen," antwoord ik, en loop dan naar boven om mijn sportkleding aan te trekken. Als ik voorbij de spiegel in de gang loop, zie ik pas hoe hol de blik in mijn ogen werkelijk is. Het lijkt wel alsof er geen ziel meer in mijn lichaam zit, alsof het enige wat me menselijk en levend maakt verloren is gegaan, en ik nu een wandelend lijk ben. Een monster dat geen mens wil tegenkomen.

"The Spartan"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu