Drie

240 11 3
                                    

Als we terugkomen van het PD zitten we zwijgzaam in de auto. De spanning is voelbaar, nadat ik had gezegd dat ik het er niet over wilde hebben hield hij zijn mond. Maar hij kijkt me de hele tijd zo bezorgd aan, ik weet dat ik niet lang mijn mond meer kan houden. Net als ik iets wil zeggen, begint hij met praten.

'Esther, ik ehmm... Ik weet dat je het er niet over wil hebben, maar...'

Meteen verdwijnt de behoefte om te praten weer en ik staar boos naar buiten. Hij zou er niet meer over beginnen tot ik er zelf over zou beginnen. Nu heeft hij het toch gedaan en is zijn kans verkeken. Stiekem had ik gehoopt mijn hart bij hem te kunnen luchten, maar hij hoeft het ook niet allemaal te weten. Als we bij het bureau aankomen brengen we verslag uit aan Berg. Vervolgens kijk ik op mijn horloge, iets voor vijf.

'Ik ga naar huis.' Deel ik mee, terwijl ik mijn jas van de stoel pak en naar buiten loop. Even later hoor ik de voetstappen van Dries achter me aan.

'Ik breng je wel.' Zegt hij.

'Nee, ik loop.' Zeg ik, het is immers maar vijf minuten lopen naar mijn huis.

Stug loop ik door, terwijl hij is blijven staan.

'Esther, wacht nou even.' Hoor ik hem zeggen, terwijl ik zijn rennende voetstappen weer achter me aan hoor komen.

'Flikker op, Dries.'

'Maar Esther, ik...' Brengt hij er nog tegenin.

'Je. Hebt. Het. Verkloot. Dries.' Zeg ik en hij blijft beduusd staan. Snel loop ik de hoek om richting huis.

Als ik thuiskom val ik zowat in Jacco's armen.

'Waarom sta je mijn hier zo op te wachten?' Vraag ik, terwijl hij mijn jas aan de kapstok hangt.

'Wat is dit voor gedoe, Jac?' Vraag ik hem.

'Ik wil iets belangrijks met je bespreken, Esther.' Zegt hij en we lopen de woonkamer in.

'Ga maar op de bank zitten.' Zegt hij, terwijl hij naar de desbetreffende bank gebaart.

'Koffie of thee?' Vraagt hij vanuit de keuken. 'Doe maar koffie!' Antwoord ik, me afvragend waar hij het over wil hebben. Even later komt hij de woonkamer weer in met twee dampende mokken thee.

'Ik zal je niet langer in spanning houden, Esther. Maar... ik heb je anticonceptiepillen weggegooid.' Zegt hij, als verstijfd blijf ik zitten.

'Dus ik denk dat het ook tijd wordt dat jij met je baas gaat praten.' Gaat hij verder en dan kom ik bij mijn positieven.

'JE HEBT WAT?!' Schreeuw ik.

'VERDOMME JACCO, ik zei toch dat ik er nog niet klaar voor was!?'

'Esther, alsjeblieft...'

'JIJ-' Schreeuw ik, terwijl ik mijn vinger in zijn borst prik. 'JIJ BENT DE GROOTSTE KLOOTZAK DIE IK OOIT HEB GEKEND.' Woest ren ik naar de badkamer en doe de deur op slot. Hij voelt aan de klink en probeert hem naar beneden te drukken, maar dat gaat niet omdat die op slot zit. 

'Verdomme, Esther! Doe open!' Schreeuwt hij en hij blijft nog een aantal minuten de meest verschrikkelijke verwensingen naar mijn hoofd slingeren. Uiteindelijk geeft hij op en zakt af naar beneden, dan kan ik eindelijk tot rust komen. 

Begin van het EindeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu