#28

2.9K 239 24
                                    

Godverdomme! Ze was gewoon weg. Ze was me gewoon ontglipt. Tranen stroomden over mijn wangen toen ik me op mijn bed liet zakken. En toen - in een beu van impulsiviteit - raapte ik mijn spullen samen. Ik trok mijn korset aan en mijn hemd erboven, zette mijn hoed op en deed mijn kapmantel aan, en schoot in mijn laarzen. Haastig hing ik mijn geldbuidel aan mijn riem en liep ik de trap af. De waard en waardin keken me vreemd aan toen ik de deur uitstormde. Ver kon ze nog niet zijn, dacht ik. Als ik goed doorstapte, kon ik haar misschien nog inhalen. Misschien had ik het me ingebeeld, dacht ik. Misschien waren haar ogen niet hetzelfde geweest. Maar ik kon me haar witblauwe ogen weer helder voor de geest halen. Ze straalden dezelfde kalmte uit als de mijne, en haar blik was net zo ijskoud. Het contrast met haar donkerbruine haar was verblindend geweest. Dat was nieuw voor me. Een schok ging door me heen toen ik besefte dat behalve haar haren, alles in haar gezicht haast identiek geweest aan het mijne. Dezelfde melkwitte teint, dezelfde volle lippen, dezelfde kleine neus, hoge jurkbeenderen, donkere wenkbrauwen en wimpers. Alleen had haar gezicht er wat ouder uit gezien, ik schatte haar rond de dertig. Ik ademde sneller toen ik in een plas stapte. Deze vrouw leek meer op mij dan iedereen in mijn familie. Emile had nooit in een enkel opzicht op me geleken, ookal was hij mijn tweelingbroer. Emile had bruin haar, warmbruine ogen, een rond gezicht en een schattige glimlach. Hij kon opschieten met de andere jongens van het dorp en leek op hen. Ik was - inclusief mijn uiterlijk - het tegenovergestelde van hem. Ik was een introvert meisje, dat me veel ouder gedroeg dan ik werkelijk was. Een koude rilling liep over mijn ruggengraat toen ik besefte dat deze vrouw... misschien wel familie van me kon zijn. En daarmee bedoelde ik geen verre neef of nicht.

Een paar uur later kon ik niet meer. Ik was kapot. De laatste dagen hadden een wrak van me gemaakt, zowel mentaal als fysiek. Ik hoopte maar dat ik goed stond met wallen, dacht ik toen ik een herberg binnenliep die eenzaam aan de kant van het pad stond. De herberg was helemaal leeg toen ik naar de waard liep en vroeg of ik een nacht kon blijven. De waard knikte en blies de rook van zijn pijp uit in mijn gezicht. Vast gestolen. Enkel de rijksten konden een pijp en echte tabak betalen. ''Tien munten,'' zei hij. Ik hapte naar adem. ''Tien munten?!'' riep ik. ''Goudstukken?'' ''Ja,'' zei hij verveeld, en hij blies de rook opnieuw in mijn gezicht uit. ''U bent gek!'' riep ik gefrustreerd. ''In een andere herberg, een betere herberg, vroegen ze veel minder.'' ''Waarom ga je dan niet gewoon terug naar die andere herberg, jongen'' zei de waard, en hij begon ook gefrustreerd te geraken. ''Het is een meisje,'' zei een zachte stem plots achter me, die duidelijk afkomstig was van een vrouw. Ik keek achter me en zag twee vertrouwde witblauwe ogen. ''Céleste,'' zei ze en ze knikte naar me. ''Betaal hem, zoals een dame van jou afkomst hoort te doen!'' Normaalgezien zou ik nooit naar zulk advies luisteren, maar ik was zo onder de indruk van deze vrouw dat ik niets anders kon doen dan haar gehoorzamen. Ik gaf de man tien goudstukken zonder mijn blik van haar af te wenden. Ze kende mijn naam, realiseerde ik me plots. ''Ik heet Safira, en ik geloof dat wij eens moeten praten.'' 

 ---

sorrysorry dat het zo lang duurde!

Xjes! 

HeksendochterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu