#2

5.8K 308 44
                                    

Toen ik wakker werd, was ik loom, alsof ik dagenlang geslapen had. Dat was waarschijnlijk ook het geval. “Snap je het dan niet?” riep een stem die ik uit duizenden herkende. Mijn moeder. Maar de stem klonk hees en was gebroken, alsof ze aan het huilen was. “Ze heeft niets gedaan! Die jongen is gewoon ziek. Ik heb die ziekte vaker gezien. Het is weer typisch dat die jaloerse, achterlijke dorpelingen de schuld op Céleste steken!” “En zijn verschroeide wijsvinger dan?” riep een andere stem. Alex. Ik hoopte dat niemand merkte dat ik al wakker was. “Het broertje van Adeline heeft een verschroeide wijsvinger aan over gehouden. Hij zal nooit meer goed kunnen werken.” O, fijn. Nu is die jongen Adeline’s broertje. Op de steun van Alex kan ik dus ook niet rekenen. “Denk toch eens logisch na, Alex!” riep nog een andere, woedende stem. Dat was Louise. “Wat kan Céleste eraan gedaan hebben dat zijn wijsvinger verschroeid is? En waren hebben jij nu plots zo’n medelijden met hem? Je stond dicht genoeg om te kunnen horen wat hij tegen haar zei!” “Wat zei hij dan?” vroeg een stem die zich al de hele tijd uit de discussie had gehouden. Mijn vader. “Hij zei dat hij tien frank had gekregen om Céleste aan te spreken! Als blijk van dapperheid omdat hij in de ogen durfde te kijken van het meisje met de duivelsogen!” Nu schreeuwde ze werkelijk. “Stiller, Louise!” waarschuwde mijn moeder haar. “Ik heb Arya en Emile naar boven gestuurd zodat ze niets zouden opvangen van het gesprek. En straks maak je Céleste nog wakker.” Maar Louise liet zich niet stoppen. “Ze mogen het horen! Die jongen verdiende het!” Klets. Iemand sloeg Louise in haar gezicht. “Je moest je schamen,” zei een stem die ik nog nooit eerder had gehoord. Dat moest Adeline zijn. “Mijn broertje is pas tien jaar oud, en kijk wat hem overkomen is. Ik zeg niet dat het Célestes schuld is, maar hij heeft het niet verdiend.” “Ohja?” riep Louise weer. “Voor mijn  part kan hij doodvallen! Ik zal blij zijn als ik uit dat conservatieve gat hier weg ben!” Vervolgens liep ze de trap op. Dit was het ideale moment om zogezegd wakker te worden. Ik knipperde met mijn ogen en keek in het rond. Ik lag op de dunne tafel die tegen het raam stond, waar normaalgezien bloempotten op stonden. “Ze is wakker!” riep Adeline. Eigenlijk had ik haar zelfs nog nooit eerder van dichtbij gezien. Ze droeg een sjofele jurk (waarschijnlijk had ze niet veel keuz), maar toch was ze mooi. Ze had groene ogen, donkerbruin haar en sproetjes rond haar neus. Ik vond dat het tijd was om mijn mond open te doen. “Ik heb het niet gedaan!” was het eerste wat ik zei. “Ik zweer het. Ik wist ook niet hoe het kwam. Ik werd kwaad en verdrietig, maar ik heb het niet gedaan.” Mijn moeder kwam naar me toe en voelde aan mijn voorhoofd. “Ze heeft geen koorts meer.” Ze sloeg haar donkerblauwe, zomerse omslagdoek om me heen, als een gebaar van bescherming. “Je moet je niet schuldig voelen, Céleste,” zij mijn moeder, “niemand weet het komt. Niemand kan iets bewijzen, hoor je me? Je bent veilig.” Niemand durfde iets te zeggen. Het was doodstil in de kamer toen mijn moeder me omhelsde. “Ze haten me,” zei ik. “Iedereen haat me.” Mijn moeder schudde haar hoofd. De tranen stonden in haar kastanjebruine, warme ogen. “Nee Céleste,” zei ze. “Wij haten je niet. Wij houden van je. Je bent onze Céleste.” Ik keek haar strak aan. “Ik wil hier weg,” zei ik toen. Iedereen keek mij verbijsterd aan. “Hoezo ‘weg’?” vroeg mijn vader. “Weg,” herhaalde ik. “Ik wil mee met Louise naar Parijs.” Alex rolde met zijn ogen. “Je bent pas acht, Céleste,” zei hij. “Kan me geen moer schelen!” beet ik hem  toe. Ik stond op van tafel, gooide de stoelen om, duwde Adeline ruw uit de weg en bleef toen beneden aan de trap staan. “Ik haat dit dorp! Ik haat deze mensen! Ik haat dit land! Ik haat deze maatschappij!” schreeuwde ik voor ik naar boven liep, Louise achterna. Ik wilde met haar mee. Ik wilde ook naar Parijs. Maar Arya zat op de bovenste treden van de trap. Ze keek mij angstig aan. “Niet doen, Céleste,” zei ze. “Jij bent mijn zusje. Jij bent mijn zusje dat mij begrijpt. Je bent acht jaar, en toch lijk je zoveel ouder. Je kunt me niet alleen laten. Ga niet mee met Louise, dit is iets wat zij alleen moet doen.” Ik ging naast haar zitten en legde mijn hoofd op haar schouder. “Ik zal bij jou blijven.” Ze had gelijk. Dit was iets wat Louise alleen moest doen. Ook Emile en Louise kwamen hun kamers uit en kwamen naast ons zitten.

En zo zaten we een hele poos dicht bij elkaar, bovenaan de trap, luisterend naar mijn moeder die hysterisch tegen Alex en mijn vader schreeuwde. Luisterend naar het geruzie, dat tot ver in de nacht duurde.

Toen de warme zomer en de overvloedige oogst ons overviel, leek iedereen het Voorval vergeten te zijn. Iedereen had het te druk met gelukkig zijn. Louise schreef ons af en toe vanuit Parijs, Arya schilderde de mooiste landschappen die ze ooit had geschilderd, Alex kreeg een prachtig huwelijk en mijn moeder onderwees mij en mijn broer in lezen, rekenen en schrijven. Ik had er veel minder moeite mee dan Emile, die de letters omwisselde in zijn hoofd, maar ik leerde ook buitengewoon snel. Mijn moeder vond het verbazend, en nog voor de winter begon kon ik foutloos een ellenlange brief naar Louise sturen. Emile stuurde ‘hopeleik gaat het goet in pareis ik hoop dat je het luik vint en dat je al veel hebt geleert en ook al veel vrientjes en vriendinnetjes hebt gemaakt groetjes Emile.’  Mijn moeder moest erom lachen, maar mijn vader niet. Vanaf toen stond hij erop dat Emile even goed leerde schrijven als ik, ook al deed hij al zijn uiterste best en maakte hij dezelfde vorderingen als Arya, Louise en Alex eerder, ontdanks zijn dyslexie. Toen ik vrijaf kreeg, moest Emile van mijn vader binnenblijven en schrijven, schrijven, schrijven. Korte gedichten en woorden met veel d’s, t’s, ij’s, ei’s, eu’s en ou’s erin. Hij was toen een tijdlang kwaad op mij ‘omdat ik zo slim was’. De winter was barkoud, maar we hadden genoeg voedsel wegens de goede oogst. De lente brak pas laat door, en zo gingen vele jaren voorbij. Er gebeurde niets speciaals meer. Mijn leven leek normaal te zijn, als dat van elk negenjarig kind. Niemand sprak nog over wat er met Adeline’s broertje was gebeurt, maar het jongentje was het allesbehalve vergeten.

                                                           ***

HAPPY NYE IEDEREEN,

Ik hoop dat 2014 het jaar word dat ik mooi wordt en dat mijn vader de lotto wint. Danku. 

Ik hou van jullie allemaal!

xxxxxxxxxxxxxxx

HeksendochterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu