Hoofdstuk 4.

10.9K 364 47
                                    

Pov Mason.

Ik loop eindelijk vrij rond.

Justin vind het geweldig en loopt op zijn snelheid en slalomt tussen de bomen.

Mijn vrijheid wordt onderbroken door Sem die door mijn hoofd roept.

"Mason we hebben een rouge gevonden in het bos, we hebben haar een klap gegeven waardoor ze nu bewusteloos is."

'Ik kom morgen wel eens kijken.' Grom ik naar Sem als ik mijn mind-link afsluit en Justin nog verder laat rennen.

Pov Harper.

Ik probeer er alles aan te doen om mijn ogen te openen, maar wat ik ook probeer ze blijven stevig bij elkaar.

In de verte hoor ik wat mannen praten en lachen.

Hun stemmen zijn wazig maar toch kan ik sommige horen.

"We zullen zo veel plezier aan haar beleven."

"Wat houd ik toch van zwakke rouges."

Maar hun vrolijke stemming wordt door een jongen onderbroken, door de jongen die mij aan het dragen is.

"Ze is geen wolf." Hoor ik hem mompelen.

"We hebben een groot probleem ze is geen wolf!" Roept hij nu in paniek.

"Wat hoe bedoel je?" Vragen de andere verward.

"Ze is een mens, de geur van een andere rouge hangt rond haar daarom dachten we dat ze een wolf is."

"We moeten haar terug brengen!"

"Het is te laat Mason weet het."

Wie is Mason?

Het lijkt wel of dat hij hun baas is.

En wat zijn rouges?

En waarom praten zo over wolven?

Ik tuimel met al deze vragen deze keer wel in een diepe slaap en laat me levenloos in de armen van de jongen hangen.

_____

Ik wordt wakker als ik een harde slag op mijn wang voel, ik kijk met grote ogen naar een man die voor me staat te grijnzen.

Ik kijk bang om me heen, opzoek naar één of andere uitweg.

Maar terwijl ik zoek besef ik dat mijn handen en benen zijn vastgebonden en dat mijn t-shirt en broek zijn verdwenen.

De man kijkt me lachend aan, "dacht je echt dat ik je niet ging martelen alleen omdat je een mens bent."

Ik kijk de man verbaasd en bang aan, waarom ben ik hier en waar ben ik zelf?

"Het is simpel popje, ik ben Tim en ik heb de opdracht gekregen om iedereen te martelen die op ons terrein komt zodat ik weet van waar ze komen, of als ik zin heb martel ik mensen ook dus maak je geen zorgen je zal niets te kort komen."

Ik kijk de 40 jarige man bang aan en een paar tranen stromen geluidloos naar beneden.

"Wat was je aan het doen gisteren avond." Zegt Tim terwijl hij met een zweep lang mijn buik slaat.

Een pijnlijke kreun verlaat mijn mond en niet veel later voel ik nog een slag.

"Waag het niet om geluid te maken." Sist hij.

Ik slik en probeer iets te zeggen maar het enige wat ik smaak in mijn mond is bloed.

'Ik wou gewoon naar de winkel gaan.' Zeg ik schor terwijl ik lichtjes snik van het huilen.

"Wat een domme reden." Roept hij lachend.

"Het is simpel meisje ik weet dat je geen wolf bent maar aangezien je weet wat wij zijn zal je heel je mooie leventje rotten hier in de cellen."

Ik voel hij zijn wijsvinger langzaam over mijn gezicht strijkt en hoe een hoopje speeksel in mijn ogen zit.

"Morgen komt de Alpha bij je kijken en zal hij beslissen wat we met je doen, dus voor vandaag laat ik je gaan, morgen zullen we wel nog genoeg plezier hebben popje."

Hij knipt in zijn vingers en een gespierde jongen komt de kamer binnen gelopen, hij maakt de boeien los en tilt me zonder probleem op.

Mijn lichaam rilt van de koude aangezien ik bijna geen kleren draag.

Hij wandelt door de gangen en opent een oude verroeste cel waar hij me zonder enige waarschuwing in gooit.

Ik val met een klap op de grond en de jongen loopt weg van de cel.

Ik trek mijn benen op en sla beschermend mijn handen om me heen, en zo val ik in een oude cel in slaap.

The saving alphaWhere stories live. Discover now