91. The Second Battle Of Hogwarts: Part 2.

Start from the beginning
                                    

Ik krabbelde overeind, en hoewel Roos misschien gelijk had - ik wankelde namelijk op mijn benen toen ik op stond - gaf ik haar toch een afkeurende blik. 'Als ik eerlijk ben, ga ik liever dood in de slag van Zweinstein dan dat ik nu op geef.'

'Het is dat mijn vader het me verbood, maar anders had ik met opzet meegedaan in de strijd.' Zei James, die op stond en mijn arm om klemde, om te voorkomen dat ik van mijn benen zou vallen. 'Het kan mij niet schelen dat ik moet vechten.'

'Maar het kan mij wel schelen!' Snauwde Roos. Ze sprong op. 'Als wij mee vechten betekent dat dat we een kans lopen om dood te gaan! Denk nou eens niet alleen aan jezelf!'

'Jij bent hier degene die bang is om dood te gaan!'

Roos zuchtte gefrustreerd. 'Ik bedoel het niet op die manier.' Zei ze. 'Jouw moeder en mijn vader hebben een broer verloren in de eerste strijd - en nog altijd, doet het ze pijn. Wil je jouw familie dat aan doen, James?'

'Wie zegt dat ik dood ga?'

'Ik zeg niet dat je dood gaat.' Zei Roos. 'Maar als je dood gaat.'

'We kunnen nu niet opgeven.' Hoewel Scorpius dat hard en vastbesloten had gezegd, stond zijn gezicht alsof hij op het punt stond om te exploderen van enthousiasme. Zijn ogen fonkelden van adrenaline. 'Ik bedoel - wat als we het overleven, Roos? Wat als we kunnen bewijzen dat we iets goeds in ons hebben? Wat als ik kan bewijzen dat ik niet dezelfde fouten als mijn vader heb gemaakt?'

Dat maakte iedereen een beetje stil. Scorpius was de laatste tijd erg hoopvol geweest, maar had eigenlijk nooit gezegd waarom hij zoveel hoop had gehad. Terwijl James iedereen had laten weten waarvoor hij wilde vechten, had Scorpius slechts gezwegen. Nu kwam de waarheid echter naar boven, en die waarheid was zo puur en prachtig dat het automatisch een glimlach op mijn gezicht bracht.

'Naast Mia, weet geen van jullie hoe het is om naar beneden gehaald te worden door je naam.' Zei Scorpius toen, zachter. Hij slikte. 'Ik wil de wereld laten zien wie ik echt ben, en als ik daarvoor moet sterven, dan doe ik dat met trots.'

Iedereen heeft zo'n moment in zijn leven waarop aarzel je wil stoppen van hetgeen wat je hart schreeuwt; een moment waarop je geweten je nog één keer wil tegen houden voordat je je leven verandert.

Roos had nu zo'n moment.

Maar die twijfel smolt weg en maakte plaats voor een stralende blik met gevoelens die regelrecht uit haar hart leken te komen.

Ze kuste Scorpius.

James, Albus en ik reageerden allemaal tegelijk, maar ver van hetzelfde: terwijl ik een enthousiaste kreet slaakte, vielen Albus' wenkbrauwen in een verwarde frons en trok James' gezicht zich in een ietwat ongemakkelijke grimas.

Scorpius sloeg zijn armen strak om Roos heen.

James trok zijn wenkbrauwen op. 'Privacy nodig?'

Ik porde hem met mijn elleboog, maar Scorpius en Roos trokken zichzelf al van elkaar los en keken elkaar een moment met gloeiende wangen aan.

Roos schraapte haar keel. 'Sorry, ik-' ze keek Scorpius aan, liet haar ogen toen naar ons gaan en liep abrupt langs ons heen. 'Laten we gaan!'

Na een lange, vlugge tocht door de tunnel naar het standbeeld van de gebochelde heks, bereikten we Zweinstein. Pas toen ik mijn voeten op de tegels van de hal zette, begon ik me te realiseren waar we mee bezig waren en wat het inhield. Vanaf nu, was ik namelijk in levensgevaar. Veiligheid was kilometers van ons verwijderd en het enige wat we nu nog konden doen, was slagen of falen.

Ook Roos was een beetje bleek geworden. 'We moeten heel stil zijn.' Zei ze zacht. 'De vorige keer dat we hier waren hadden we geluk dat iemand ons kwam redden, maar deze keer kan dat wel eens niet het geval zijn.'

The Last SlytherinWhere stories live. Discover now