Hoofdstuk 17: Verassingsaanval

606 63 29
                                    

Hey liefjes, weer een nieuw hoofdstuk!!
~~~
'Jullie gaan hier niet zomaar weg,' waren de eerste woorden die gesproken werden. Zarbeck leek als eerst van de schrik bekomen te zijn. 'Niet voordat ik mijn zin krijg.' Zarbecks stem was gelaagd met woede. Of was het angst? Zijn rechter arm hield hij strak langs zijn lichaam, de hand met het pistool erin trilde een beetje.
'Maar we móeten wel weg, als we Kayla niet in bedwang houden, is het leven van de tweeling en dat van andere, in groot gevaar. U moet dat begrijpen!' Tiana had een stap naar voren gedaan, zag Raël, toen hij keek van wie de stem was gekomen. Cal probeerde haar tegen te houden. Hij zag lijkbleek, het was duidelijk te zien dat zijn zenuwen op de proef werden gesteld, met de wegtikkende minuten.
Raël zelf begon ook buikpijn te krijgen van de zenuwen, het was dat het hier ging om Kayla's leven. Anders had hij zijn angst wel kunnen bedwingen. De hele situatie was gewoon ziekmakend. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, spoten ze hun vriendin plat, om haar in bedwang te houden. Hij moest er niet aan denken dat ze dat bij hem hadden gedaan, toen hij in die moeilijke tijd vocht met zijn transformaties. Hij hoopte maar dat Kayla het ze achteraf kon vergeven. 'Als we haar kunnen genezen,' bedacht hij zich plots. Want wat als dat niet lukte? Die gedachte kneep zijn keel dicht. Moest ze dan voor altijd in gevangenschap leven? Of nog erger... Zou ze vermoord worden? Raël schudde de gedachte van zich af. Nee. 'Nee,' zei hij tegen zichzelf. Dat zou hij nooit laten gebeuren.
Het was zo frustrerend dat hij de formule had, maar niet wist wat hij er mee moest. Hij kon hem zo opschrijven als hij wilde. Sinds de herinnering ineens weer hersteld was, zat de formule in zijn geheugen gegrift. Hij zou hem nooit meer vergeten. Niet voordat Kayla genezen was in ieder geval. Zarbeck móest hun helpen.
En dat vond Tiana ook.
'We kunnen u alles geven, zodra u Kayla genezen heeft,' smeekte Tiana, ze deed nog een stap naar hem toe in een poging nog beter tot Zarbeck door te dringen. Op Cals waarschuwing had ze geen acht geslagen.
'Wie zegt dat ik haar überhaupt kan genezen?' Zarbecks stem schoot uit.
'Ik weet de formule,' reageerde Raël zelfverzekerd. Zarbecks ogen schoten naar de jongen toe. Hij voelde zich in het nauw gedreven, dat was te zien.
'We hebben alleen uw hulp nodig,' zei Tiana zachtjes. De laatste stap die ze zette was voor Zarbeck iets te dichtbij. Ineens leek hij zich te herinneren dat hij nog altijd het wapen in zijn handen had. Zijn trillende hand deed alarmbellen in Raëls hoofd rinkelen. Cal greep Tiana bij haar arm.
Zarbeck richtte een arm op. Het pistool wees naar Tiana.
'Tiana, nee!' riep Cal.
'Hou je mond!' reageerde Zarbeck, 'trek je terug of ik schiet. Als het nodig is hou ik jullie allemaal gevangen!'
Raël betwijfelde het of Zarbeck echt dapper genoeg was om te schieten. Desalniettemin maakte hij zich klaar om te transformeren en in te springen. Dat was echter niet nodig, iemand anders had namelijk al plannen gemaakt. Hart had de hele tijd op de grond gezeten in de buurt van Zarbeck, en blijkbaar gewacht tot het punt dat Zarbeck hem was vergeten. Nu sloop hij dichterbij en besprong Zarbeck van opzij. De grote brede man wankelde van schrik, hij had het totaal niet zien aankomen.
Wat Maurice alleen niet voorzien had, was dat het best gevaarlijk was, een man met een geladen pistool in zijn hand te doen schrikken. Zarbeck verloor daarom dus ook de controle over zijn hand, en kneep uit een reflex zijn hand dicht... Het geladen pistool schokte zodra de trekker werd overgehaald, en meteen daarna galmde er een knal door de ruimte die de katten deed janken, ergens buiten de vogels paniekerig deed opvliegen en de politieagenten uit hun slaap deed opschrikken.
Vlak nadat het geluid weggestorven was, knalde de kelderdeur dicht. Raël draaide zijn hoofd met een ruk om, het pistool was geen gevaar meer, die bevatte toch maar één kogel.
Het was Hester toch gelukt te ontsnappen, besefte Raël.
Na de conclusie getrokken te hebben richtte hij zich weer op Zarbeck en Hart, die inmiddels op de grond lagen. Hart krabbelde gauw overeind, Zarbeck leek nogal last te hebben van de val en had iets meer moeite. Pas dáárna keek Raël naar Cal en Tiana.
Hoewel het een heldhaftige actie was van Hart, was het ook een stomme actie. Een actie die slechts met veel geluk, goed had kunnen gaan. Tiana had zo dichtbij gestaan, dat ze de kogel nooit helemaal had kunnen ontwijken. Door Maurice die Zarbeck uit zijn evenwicht had gebracht en Cal die Tiana toch weg had kunnen trekken, was de ernst wel beperkt. Maar er was niet niets gebeurd.
Cal ondersteunde een in elkaar zakkende Tiana, die jammerend van de pijn haar schouder omvatte met haar hand. Raël snelde toe. Zo rood als het bloed was dat uit haar wond sijpelde, zo wit was Cals gezicht. En Tiana's gezicht begon daar ook aardig op te lijken.
'Gaat het?' vroeg Raël bezorgt.
Tiana knikte. 'Het is maar een schampschot geloof ik,' piepte Cal hees. Maar dat hoopte hij vast alleen, het klonk namelijk veel te zelfverzekerd voor iemand die er niet meer van af wist, dan wat hij in films had gezien.
Tiana haalde haar trillende hand van haar schouder om zelf te kijken. Haar gezicht vertrokken van de pijn.
In één opslag kon Raël vaststellen dat het inderdaad een schampschot was. Dat kon ook bijna niet anders. Als de kogel erdoorheen was gegaan op zo'n korte afstand, had het veel meer schade aan moeten richten.
'Ik kan niet tegen bloed,' mompelde Tiana.
'Ga maar slapen, lieverd,' fluisterde Cal verstikt. Hij legde haar hoofd voorzichtig neer.
Raël scheurde ondertussen een reep van zijn witte t-shirt en bond die stevig om haar arm. Het was zo te zien geen slagaderlijke bloeding, dus dit moest genoeg zijn om het bloed een beetje te stelpen.
Maurice voegde zich bij hen. 'Het spijt me zo,' zuchtte hij ellendig, 'ik heb meer kwaad gedaan dan goed.'
Raël hield Tiana's arm omhoog. 'Hou vast,' commandeerde hij. Hart terecht wijzen kwam later wel. Misschien wel helemaal niet, Raël had belangrijkere dingen aan zijn hoofd.
Cal was zo te zien lichtelijk in paniek. 'Hoe krijgen we haar naar boven?' vroeg hij zich hardop af.
'Ze kan veel beter hier blijven,' reageerde Raël meteen. 'Terwijl wij Kayla halen.'
Aan Cals ogen was te zien dat hij zijn afkeuring het liefst wilde uitschreeuwen. Maar hij bleef kalm. 'We kunnen haar toch niet achterlaten bij die gestoorde?' fluisterde hij.
'Ik zei toch dat het me spijt,' jammerde Hart, 'ik snap dat jullie me niet meer vertrouwen, maar het was goed bedoelt.'
'Niet jij,' snauwde Cal. Hij blikte over Raëls schouder naar Zarbeck, die onhandig overeind krabbelde.
Hart snapte het. 'Oh... '
'En als Maurice nou bij haar blijft?'
Cal had de grootste moeite met dat idee. Hij wilde haar duidelijk niet verlaten.
'Jij moet sowieso mee Cal, sorry.' Raël klopte hem op zijn rug. 'Het komt wel goed met Tiana. Volgens mij hebben we hier alles wat we nodig hebben om haar te verbinden.'
Zarbeck kreunde. 'M'n oude rug,' zuchtte hij.
Raël herinnerde zich ineens het pistool en kroop er snel naartoe, voordat Zarbeck iets kon uitvreten. Maar de man bleek toch niet zo veel van plan te zijn. Raël checkte het magazijn. Hij had gelijk gehad, er zat niks meer in na die ene kogel.
Hij stond op en stopte het pistool achter zijn riem.
'Denk maar niet dat ik nog iets onderneem, jongen,' bromde Zarbeck. 'Ik ben hier veel te zwak voor.'
'Er is niet veel nodig om een pistool af te vuren,' gromde Raël terug.
'Ik had het nooit gedaan,' fluisterde de doctor, 'echt niet. Daar ben ik te laf voor.' Hij keek Raël aan. 'Dat weet jij ook.'
Raël knikte onwillekeurig. Dat wist hij. Het was een stom ongeluk. En ze verloren steeds meer tijd.
'Heb je verbandspullen?' wilde Cal weten. Hij nam niet meer de moeite 'u' te zeggen tegen de doctor, zijn geduld was inmiddels ook op.
Zarbeck knikte. 'Ik haal ze.' Maar voordat Zarbeck weg kon gaan stond Cal op. 'Ik ga wel even mee, Raël, pas op Tiana.'
Raël knikte en knielde weer naast Tiana neer, hij naam haar arm over van Hart. Opgelucht stond de ex-commandant op. Hij was ook niet zo'n fan van bloed.
Raël probeerde het geïmproviseerde verband iets beter te schikken. Het bloeden werd al minder, maar het moest wel snel ontsmet worden.
Waar bleef Hester toch? Ze zou toch niet zomaar weg zijn gegaan? Of ging ze hulp halen? De agenten buiten moesten het schot wel gehoord hebben.
Als antwoord op zijn vraag hoorde hij op de verdieping boven hen, voetstappen.
'De agenten komen eraan,' siste Raël. Hart jammerde, 'oh nee, niet dat ook nog. Wat moeten we ze vertellen?'
'Ze mogen de kelder niet in komen, dan zien ze de apparaten en slaan ze alarm.'
'Ze zullen sowieso alarm slaan, jongen, dat valt niet te vermijden. Elke agent herkent een pistoolschot,' zuchtte Hart verslagen.
'Blokkeer die deur dan! Doe iets!' riep Raël uit, waardoor Tiana overeind schoot.
Hart rende geschrokken naar de deur om ze tegen te houden.
'Waar ben ik?' mompelde Tiana.
'Goed zo, ga maar rechtop zitten. Hier, ondersteun je elleboog, hou je arm omhoog,' sprak Raël zachtjes om haar te kalmeren, 'geen zorgen, het verband komt eraan.'
Hart was te laat. Er klonken voetstappen op de keldertrap.
De deur werd open getrapt. Beide agenten stormden binnen, wapens getrokken.
'Wat is hier aan de hand?' riep de een uit.
'Rustig, rustig,' gebood Hart, zijn handen geheven. 'Stop uw wapens alstublieft weg, heren.'
Het viel Raël op dat Hester niet bij hen was. Waar was ze dan?
Op dat moment kwamen Cal en Zarbeck terug met verband en een rijdende tafel.
Zodra Cal Tiana in het oog kreeg snelde hij naar haar toe, wat de agenten gelijk deed richten. 'Geen beweging meer!' riepen ze.
'Sssht! Laat me toch uitleggen,' ging Maurice door. 'Stop nú jullie wapens weg, of het kost jullie jullie baan!'
De agenten hadden door de verwarring niet meteen door dat Hart het recht niet had hen te ontslaan, maar die bedreiging hadden ze zo vaak gehoord, dat ze gelijk gehoorzaamden.
'Jullie willen dat arme meisje toch niet nog meer van streek maken?' vroeg Hart boos.
'Wat is er dan gebeurd meneer Hart, wij snappen er niks van. En wat heeft al deze apparatuur te maken? En wat doen jullie eigenlijk in de kelder?' de agenten leken helemaal in de war.
Hart haalde diep adem, hij moest iets verzinnen om de agenten gerust te stellen. Maar hoe verklaar je een schot en daarbij een gewond meisje? Er was gevuurd, zelfs de agenten waren niet zo dom om dat niet te snappen. Het verwonderde hem dat ze nog geen alarm hadden geslagen.
'Het zit zo,' begon Hart, maar voordat hij zijn leugen kon afmaken werd hij onderbroken door een galmende 'doïng', gelijk gevolgd door eenzelfde geluid. Eén voor een vielen de agenten voorover. Achter hen stond Hester, de zware koekenpan nog steeds geheven.
Iedereen keek haar met grote ogen aan. Harts mond viel open. 'Ik ging het ze uitleggen! Op een fatsoenlijke manier!'
Hester legde de pan over haar schouder, schijnbaar tevreden over haar verassingsaanval. 'Daar hebben we geen tijd voor.'

~~~
Ik hoop dat jullie een beetje genoten hebben van dit hoofdstuk! Of worden jullie de kelder een beetje zat? ;) Ik beloof dat het volgende hoofdstuk weer wat leuker wordt :) En ik zal niet zo lang wachten, belooft! Xxx
(Om snel te kunnen updaten heb ik het niet goed nagekeken, spelfouten mogen gemeld worden!)

Experiment F III: Tegengif (voltooid)Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt