Hoofdstuk 9

2 0 0
                                    

Uiteindelijk was het Domino gelukt om alle wezeltjes te vangen en terug te stoppen in de kist voordat het vliegtuig zou gaan landen. Hij wist niet precies hoeveel uren waren verstreken, maar hij merkte dat het vier uur later was toen het vliegtuig lande. De reis zou namelijk vier uur duren. Toen hij voelde dat het vliegtuig lande schrok hij erg, want dit had hij nog nooit eerder meegemaakt! Hij hoorde een piep in zijn oor en voelde een raar gevoel in zijn buik. Hij keek uit het raam en zag dat ze de grond naderden. Toen was het vliegtuig geland en Domino haalde opgelucht adem. De deur van het vliegtuig ging open en hij zag een getinte man. Ze keken elkaar in de ogen aan. De man vroeg iets tegen hem in een taal die hij niet kon verstaan, hoogstwaarschijnlijk Spaans. Een andere man kwam erbij en de twee stonden daar Spaans te praten. Domino luisterde maar verstond er helemaal niks van. Daarna gebaarde de tweede man dat Domino naar hem toe moest komen. Domino stond op en tot zijn schrik zag hij opeens een wezeltje op één van de kisten zat! Hij was er één vergeten! Domino liep naar de vliegtuigdeur alsof hij het niet zag. Hij liep het vliegtuig uit en de man, die een wit hemd droeg met een lichtbruine spijkerbroek, begon in het Spaans tegen hem te praten.

'Ik versta je niet!' zei Domino geïrriteerd. De man keek hem aan en leek hem te begrijpen. Hij riep iets naar iemand die vlak bij hem stond, die bijna dezelfde kleding droeg. Domino keek intussen naar een getinte jongen die de kisten het vliegtuig uit sjouwde. Hij merkte dat de deksel van één van de kisten wel erg los zat! Hij zetten de kist neer en opende deze. Meteen sprongen er een paar wezeltjes uit die alle kanten oprenden. De jongen was overduidelijk in paniek. Domino lachte er stiekem om. Hij werd op zijn schouder getikt en zag dat de man met de hemd een woordenboek in zijn handen had. Hij bladerde erin en zei toen met een overduidelijk Spaans accent:

'Hallo, ik heet Carmello.' Hij bladerde weer in het boekje. 'Ik ben jouw baas.' zei hij daarna.

'Oké. Ik ben Domino, en ik kom bij jou werken!' zei Domino. De baas leek te begrepen wat Domino zei. Hij kon waarschijnlijk wel Nederlands verstaan, maar niet spreken. Hij leidde Domino naar een smerige witte auto. Het was een oude auto waar zelfs roest op zat! Domino stapte in. De binnenkant zag er niet zo slecht uit als de buitenkant. Hij wachtte een tijdje en even later stapte de baas in, deze startte de auto en reed weg. Na urenlang gereden te hebben stopte de auto bij een klein wit huisje. Er speelden een paar jongetjes met een bal, midden op de straat. Ze zagen er vrolijk uit. Domino was heel even jaloers. De baas gebaarde hem met hem mee te gaan. Hij leidde hem naar de zolder van het huisje, een klein kamertje dat stonk naar zweetsokken. Het had een bed en bureau, en er was een deur naar een klein badkamertje. Er lagen kleren in een klein kastje naast het bed. Het waren grotendeels hemden en korte broeken. Precies het soort kleding waar Domino een hekel aan had. Er lag een brief op het bureau. De baas wees ernaar en zocht even naar zijn woorden.

'Lees.' zei hij.

'Oké.' zei Domino. Hij pakte de brief en ging op het bed zitten. De baas ging naar beneden. Domino pakte de brief voor zich en keek naar de letters. Toen bedacht hij zich ineens dat hij niet eens kon lezen! Hij haastte zich snel achter zijn baas aan.

'Ehm... Ik kan niet lezen!' zei hij. De baas keek op. Hij pakte de brief uit Domino's handen. Hij las het voor in zijn gebruikelijke Spaanse accent. Blijkbaar stond in de brief hoe laat Domino s' ochtens moest beginnen en tot hoe laat hij werkte. Ook stonden de pauzes erop vermeld. Domino had een wekker op zijn kamer, er ernaast had hij een horloge zien liggen. Ze hadden blijkbaar overal aan gedacht!

Domino ging op zijn bed liggen. Het kraakte wanneer hij bewoog, maar het was wel comfortabeler dan de vloer waar hij thuis altijd op lag. Hij sloot zijn ogen maar kon de slaap niet vatten. Dat kwam waarschijnlijk omdat hij in het vliegtuig ook al geslapen had. Hij ging rechtop zitten en keek uit het raampje vlak naast zijn bed. Hij zag de jongetjes nog steeds buiten spelen, maar dit keer was er een meisje bij. Ze liet hem denken aan Lola. Hij vroeg zich af hoe het met haar was.

Domino in de RingUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum