Hoofdstuk 60 - Stilte na de storm

292 33 19
                                    

Floor zat op de balustrade en keek omhoog. Met een gelukzalige glimlach keek ze hoe de zon, die nu op zijn hoogste punt stond, door het water van de zonnevijver scheen en de hal van de tempel verlichtte met continue veranderende en golvende lichtpatronen. De lijken waren inmiddels opgeruimd en zelfs het uit elkaar gespatte lijf van Tarak Bar was niet meer dan een vage groene vlek op de stenen vloer. De tempel was doodstil; er was verder helemaal niemand. Het huis van kapitein Breslaak was nog afgesloten voor onderzoek, dus de route via het riool was de enige manier om er te komen. Gelukkig was Floor een bekende van het gilde, dus weerhield niemand haar om via de ondergrondse wereld van de stad deze heilige plaats te bezoeken. De schout had wel een poging gedaan de doorgang te blokkeren met een paar houten planken, maar het was voor Floor niet moeilijk geweest om er tussendoor te wurmen.

'Van het uitzicht aan het genieten?' vroeg een monotone stem pal achter haar.

Floor schrok zich rot en verloor haar evenwicht. Ze tuimelde achteruit en werd nog net op tijd van een flinke buil op haar achterhoofd behoed door de snelle reflexen van de gildemeester.

'Sorry, Floor. Ik wilde je niet laten schrikken. Ik dacht dat je mij had horen aankomen,' verontschuldigde hij zich.

'Nou... nee, niet echt,' grinnikte Floor met appelrode wangen. 'Ik was diep in gedachten verzonken. Wat doet u hier?'

'Normaliter zou dat mijn vraag aan jou zijn, maar ik kan mij wel iets bedenken. Dit is nu eenmaal een tempel ter ere van je godin en een van haar secondanten.' Hij knipoogde erbij.

Floor stond inmiddels weer op haar benen en wees naar de glazen koepel, die uitzicht bood over de vijver. De contouren van mensen die naar beneden gluurden om te zien of ze iets konden ontdekken waren duidelijk zichtbaar. 'Alleen al om te zien hoe iedereen zijn best doet om naar binnen te kijken is de moeite al waard.'

Zoals gewoonlijk had de gildemeester zijn bandana voor zijn mond, maar Floor kon aan zijn ogen zien dat ook hij het amusant vond om te zien hoe mensen zich om de vijver verdrongen om een glimp op te vangen van de tempel, die al die jaren pal onder hun neus verstopt was. 'Het nieuws over de tempel is als een lopend vuurtje door de stad gegaan. Er zijn nog nooit zoveel mensen bij de vijver geweest als in de afgelopen vier dagen. Ze hebben in de vele jaren dat die vijver daar is nooit iets ontdekt en denken dat ze nu ze het weten misschien wel iets kunnen zien. Grappig hoe nieuwsgierigheid werkt, vind je niet?'

Floor knikte bevestigend. 'Maar ze kunnen niets zien. Toch blijven ze het proberen.'

'De mensen van het koninkrijk hebben geen idee hoeveel er vlak onder hun neus verborgen ligt, zonder dat ze er erg in hebben; heksen, duistere tovenaars, demonische wezens, magische objecten...'

'... en een schitterende tempel.'

'Volgens Argus zijn er meerdere in het land, maar dit is de enige die middenin een stad ligt. De anderen staan in afgelegen gebieden en alleen de leden van zijn orde weten daar de locaties van.'

'Ik hoorde van Peet dat Argus gisteren de stad veilig heeft weten te verlaten?'

De gildemeester zette zijn voet op de bovenste trede van de trap. Floor maakte een tweetal sprongetjes en ging naast hem lopen.

'Met zwaard en al. Ik heb hem de gelegenheid gegeven alvast bericht vooruit te sturen naar zijn orde. Hij gaf aan dat een kleine groep ergens op anderhalve dag reizen van de stad kamp heeft opgeslagen. Hij zal ze vandaag in de loop van de dag wel bereiken en daarna reizen ze verder naar een van hun geheime schuilplaatsen om het Staal van Cenauris veilig te stellen. Ik heb het wapen nog even van dichtbij mogen bekijken; het is een schitterend stukje vakwerk; perfect in balans en simpel doch doeltreffend vormgegeven. Uiteraard had Argus zich meer geïnteresseerd in de historische waarde van het zwaard.'

De Heks van Komschrei (betaversie)Où les histoires vivent. Découvrez maintenant