Hoofdstuk 57 - Staal

257 32 21
                                    

'Pien! Peet!' riep Floor. 'We kunnen hem niet doden op deze manier! Hij is te sterk!'

'Fijn dat je ons even op de hoogte brengt, dametje. Maar alleen omdat je weer een spreuk uit je hoge hoed hebt getoverd - dat was het Helende Vuur van Argamem, mocht het je interesseren - wil dat nog niet zeggen dat je ons mag ontmoedigen door een open deur in te trappen,' mopperde Pien, die onverstoorbaar door vuurde.

Ook Peet onderbrak haar spreukensalvo's niet. 'Floor, ondanks dat we sterker zijn door de invloed van de tempel, doen we dat ding nauwelijks schade. We houden dit niet lang meer vol. Dit is uitputtend en de wereldse wapens van de gildeleden doen dat ding al helemaal niets. Maar het is het enige wat we kunnen doen!'

'We pakken dit verkeerd aan. We moeten hem niet proberen te doden, want dat lukt ons toch niet. We moeten hem op zijn plek houden. Kennen jullie een spreuk die dat kan?'

Pien en Peet keken elkaar even verbaasd aan.

Pien haalde haar schouders op. 'De Ketenen van Bordorak?'

Peet knikte en beide dames begonnen een nieuwe spreuk uit te spreken. Met een brul stapte Tarak Bar naar voren, klaar om een nieuwe uithaal te geven naar deze twee vrouwen die het hem lastig maakte. Toen verscheen er om zijn rechterarm een groene ronde ring, met daaraan een dikke ketting in dezelfde kleur, die in de grond verdween. Hij keek verbaasd naar dit object en probeerde zijn arm te bewegen, maar het lukte hem niet. Toen verscheen aan zijn linkerarm dezelfde ketting.

Zweet gutste over het voorhoofd van zowel Pien als Peet, die ieder nu een arm van het bovenmenselijk krachtige schepsel in bedwang probeerde te houden.

'Ik hoop voor jou dat je een briljant plan hebt, Floor, want dit houden we niet lang vol,' verbeet Pien haar met knarsende tanden.

'Ik niet!' riep Floor terug en rende met een grote boog om Tarak Bar heen, die haar bewegingen met interesse volgde, maar zich ondertussen ook hevig verzette tegen de ketenspreuk van Pien en Peet. 'Argus! Het Staal! Nu!'

Vanuit de donkere hoek achter Tarak Bar rende Argus het licht in, met in zijn hand een lang zwaard. Het wapen zag er compleet normaal uit. Hij sprong, hield het zwaard onderhands boven zijn hoofd en stootte het met al zijn kracht in de rug van de secondant van Falun'ek.

De van pijn en lijden vervulde brul deed de tempel en iedereen daarin sidderen. De kracht waarmee het beest met zijn armen naar de wond greep, veroorzaakte een magische terugslag waardoor Pien en Peet naar achteren geslingerd werden. Argus verloor zijn evenwicht en rolde van de rug van het demonische wezen af en kwam vlakbij Floor terecht. Ze greep hem meteen beet en hielp hem overeind. Samen renden ze naar een nabijgelegen pilaar om dekking te zoeken.

Tarak Bar bleef naar het zwaard grijpen in een poging die uit zijn lijf te verwijderen, maar hij kon er net niet bij. Het wapen deed in ieder geval flink wat pijn en een donkere damp kringelde uit de wond omhoog, maar leek niet dodelijk.

'Moet hij niet omvallen of zoiets?' dacht Floor hardop.

'Het Staal van Cenauris is het enige wapen wat ooit in staat was geweest om hem te verwonden. De wond is nog steeds zichtbaar, daar op zijn borstkas. Daardoor is hij ook in die coma geraakt waaruit jouw bloed hem heeft ontwaakt.'

'Wel ja, wrijf het er maar in,' mopperde Floor en keek naar haar hand. Nu pas viel het haar op dat de wond die ze hier had opgelopen gesloten was. Sterker nog; er was niets aan haar hand te zien, alsof kapitein Breslaak haar nooit had verwond. Ze bedacht zich dat het een bijwerking moest zijn geweest van de spreuk die ze voor Ludo had gebruikt; de vlammen hadden niet alleen hem genezen, maar haar eigen wond ook.

'Oh, nee, hij heeft je in de gaten!'

Voor ze er erg in had, greep Argus haar hand en trok haar weg. Floor slaakte een gilletje, maar gilde nog harder toen vlak boven haar hoofd een grote hand met vlijmscherpe nagels tegen de pilaar sloeg.

De Heks van Komschrei (betaversie)Where stories live. Discover now