Hoofdstuk 40 - Kleinood

266 28 9
                                    

Floor had haar handen op het tafeltje gelegd met gespreide vingers. Met een nauwkeurigheid die je haar niet zou geven bracht Betje felrode nagellak aan op de nagels die voor haar op het beukenhout lagen. Floor was gewassen en geschoren en de fase die nu aangebroken was, was die van het optutten, zoals ze het zelf noemde. Floor was altijd iemand van eenvoud en weinig opsmuk geweest, maar ze moest toegeven dat ze haar nagels met deze rode kleur wel mooi vond.

'Nu je voeten,' riep Betje enthousiast uit.

Floor had gedacht dat Betje ze niet vrolijker kon zijn dan tijdens het bad, maar toen Floor de strijd om haar eerbaarheid had opgegeven en zich met een vuurrood hoofd had laten scheren door Betje, was ze nog opgewekter geworden. Floor had zichzelf wijsgemaakt dat haar overgave geen definitieve overgave was, doch slechts een tactische zet. Ze was ook doodsbang dat als Betje haar werk niet mocht doen, ze genoodzaakt was om Ludo naar binnen te roepen om haar in bedwang te houden. Liever poedelnaakt met Betje dan poedelnaakt met Betje èn Ludo.

Stiekem was het haar zelfs een beetje meegevallen. Niet het scheren zelf; dat had ze vreselijk ongemakkelijk, gênant en vernederend gevonden en het feit dat ze nu helemaal kaal was vond ze vreselijk, maar Betje had haar lichaam geen tweede blik waardig gegund; ze had gewoon haar werk gedaan, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En dat was het ook blijkbaar voor haar; ze had verteld dat ze dit al heel vaak had gedaan.

Floor realiseerde zich ook dat ze binnen haar vers gekozen vakgebied als vroedvrouw nog veel met naakte vrouwen te maken zou krijgen en wel in een veel intiemere situatie dan een scheerbeurt van de edele delen. Zij zou deze vrouwen te zien krijgen terwijl ze, vervuld van pijn, nieuw leven op de wereld aan het helpen waren. Die vrouwen zouden het misschien ook heel moeilijk vinden om dat deel van hun lichaam met iemand anders dan haar man te delen, vooral als het hun eerste kindje was en ze even preuts als Floor waren, maar het was nu eenmaal een onderdeel van het werk van een vroedvrouw. En in die situatie zou Floor ook gewoon haar werk moeten doen, zonder dit uiterst persoonlijke stukje van het lichaam een tweede - of zelfs een eerste blik - waardig te gunnen. Tenminste, als ze zichzelf uit deze situatie wist te redden en Pien en Peet op de een of andere manier kon bevrijden - zonder magie te gebruiken, want dat had ze Pien immers beloofd. Daarbij kende ze nog helemaal geen spreuken, op de enkele die haar energie haar tijdens het verhoor van de schout had geleerd. Deze realisatie schoot door haar hoofd toen ze het scherpe staal over haar huid voelde glijden en ze doodongelukkig naar het plafond lag te staren op haar bed. Hoe vreemd kan het leven lopen?

Floor stak haar voeten uit en rustte met haar hak op de vloer. Betje stond op uit haar stoel en ging in kleermakerszit voor Floor zitten. Ze legde een doekje op haar schoot, pakte toen een van de twee voeten en legde deze in het kuiltje dat ze met haar benen vormde. Toen begon ze de grote teen te voorzien van dezelfde rode kleur die de nagels van de handen hadden gekregen en neuriede een liedje. Floor herkende het als een bekend slaapliedje.

De geneesvrouw-in-opleiding wilde eerst haar handen ineen vouwen, maar herinnerde zich toen de instructies van Betje; de lak had even de tijd nodig om te drogen. Ze stopte de beweging en pakte toen de beide leuningen vast. Ze lette erop dat haar nagels niets aanraakten. Toen deed ze haar hoofd naar achteren en ontspande ze zich. Ze liet haar gedachten varen naar haar problemen in de hoop in dit moment van ontspanning tot een inzicht te komen die haar tot nu toe was ontgaan.

Ze dacht aan Pien en Peet en zag ze allebei in een cel met dikke tralies zitten. Ze zag de man in het zwart, met gele demonische ogen die als een demon van het ene naar het andere dak sprong en een vrouw die onder hem door de straten liep scherp in de gaten hield, zijn kans om haar te grijpen afwachtend. Ze zag de schout, die in de woonwagen was en wild van alles omgooide, op zoek naar bewijs. Ze zag Joris, die in een plas met bloed op de grond van zijn huis lag. Toen zag ze Linette, die huilend in een donkere ruimte zat, gekleed in de nachtkleding die ze aan had gehad toen Floor haar had ontmoet. Ze hield iets stevig in haar armen vast. Floor concentreerde zich op de vorm en realiseerde zich al snel dat het Kristel was. Ze zag het niet alleen; ze voelde het ook. Ze voelde de angst van Linette, die uit haar vertrouwde omgeving was gerukt. Ze had haar kind nog wel bij haar, maar ze wist dat ze beiden niet veilig waren. Floor concentreerde zich op het beeld en ineens schoof haar blikveld Linette in. Even begreep ze niet wat er gebeurde, maar toen realiseerde ze zich dat ze door de ogen van de jonge vrouw keek. Floor voelde dat haar ogen vochtig waren en dat ze vreselijk moest hebben gehuild. Ze zag vage contouren van haar omgeving en daarachter een helder licht. Het was echter geen mooi licht, maar het had iets onheilspellend. Het danste vervaarlijk heen en weer, met gele en rode kleuren. Toen verscheen er een duistere gedaante. Ze zag dat hij zijn armen bewoog, maar het beeld was te vaag om iets duidelijk te zien. Alles was onscherp. Toch herkende ze de donkere gedaante. Hij had een grote hoed op; dat kon ze nog wel onderscheiden. Er was iets bekends aan het duistere figuur die op Linette en Kristel af kwam, maar ze kon haar vinger er niet op leggen. Het moest de man in het zwart wel zijn; die had immers ook een hoed op. Hij had de moeder en het kind ontvoerd, want wie kon het anders zijn geweest? Ze deed haar best om het beeld dat ze zag scherper te krijgen, maar het lukte haar niet. Ze begon gefrustreerd te raken en hoorde Kristel luidkeels huilen. Ze zag hoe de baby uit Linette's handen werd getrokken en dat ze het probeerde te voorkomen, maar het lukte haar niet.

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu