Hoofdstuk 4: Ingewikkeld

105 8 0
                                    

Howard keek naar Sam die op de grond lag.

'...Zal jij degene zijn die op de grond zal liggen als een onderdanig onderkruipsel voor de voeten van Orc.'

De bruingetinte jongen pakte de pols van de blonde jongen vast. De blonde jongen keek hem aan en ontspande toen zijn schouders.

'Hmpf, bedoel je het geluid van een dier toen je Orc zei?'De grote en beetje mollige jongen wierp me een vernietigende blik toe die ik beantwoordde met een uitdagende blik. 'Je ziet er wel als een varken uit,' zei ik.

'Zwijg! Je verergerd het alleen maar,' siste het blonde meisje tegen me.

Ik keek haar aan met een blik waardoor ze meteen haar ogen afwendde.

'Goed, mijn schuld.' Ik bracht mijn handen verdedigend omhoog. 'Het spijt me dat ik zo onbeleefd ben geweest. Ik zal het niet meer doen.'

Ik staarde de jongens aan. Orc en Howard knepen hun ogen tot spleetjes. 'Je kunt je er beter aan houden, of anders zal er iets onprettigs met jou gebeuren.'

Ik staarde hem in de ogen aan en toen snapte ik het. Snel wende ik mijn blik af. Mensen, ze zijn nog erger dan die coyotes, dacht ik. ' Howard knikte naar de plek achter ons.

'Zoek die kleine Pebiel maar.'

Howard wierp nog een laatste vernietigende blik naar me toe, snoof en draaide zich om. De jongen die Orc noemde, en wie normaal de leider zou moeten zijn, volgde de jongen alsof hij zijn schoothondje was. Natuurlijk wel met een rechte rug en opgeheven kin. Toen de jongens uit het zicht waren verdwenen, zuchtte ik opgelucht.

'Mensen zijn veel vermoeiender dan ik dacht,' mompelde ik.

Toen merkte ik dat er nog steeds mensen waren. En dat deze allemaal naar mij keken.

'Wat?' vroeg ik.

Astrid sprong op. 'Wat?' Ze maakte met haar armen grote gebaren. 'Als jíj er niet was geweest.' Ze porde met haar wijsvinger in mijn borst- ik kon de gedachte aan het breken van die kleine, slanke vinger net afslaan. 'Zou Sam nu niet gekwetst zijn door die bullebak en zou ik nu al lang verenigd zijn met mijn kleine broertje.' Alles viel plots op zijn plaats.

'Oh, jullie zochten dus naar jouw broertje, de Pebiel.' Ze was zo snel gekomen dat ik het niet had aanzien komen. Mijn wang deed pijn van de klap die ze me had gegeven.

'Kleine Pete is geen debiel!'

Woede borrelde op en hét bewoog zich diep in mij. Ik ademde diep in, een poging om te kalmeren.

'Ik zei geen debiel, of wat je ook zei, ik zei Pebiel.'

Weer een klap in mijn gezicht. Ik balde mijn handen tot vuisten. Hét gromde diep in mij. Ik keek haar schuin aan, mijn wangen bonsden van de pijn.

'Doe dat nog één keer,' zei ik veel kalmer dan ik eigenlijk was. Het meisje bracht haar hand omhoog, klaar om de volgende klap te geven.

Gone- Leina (fanfictie) (DUTCH)Where stories live. Discover now