Hoofdstuk 11: Eindelijk onderweg

34 4 0
                                    


Ik wist niet wat ik moest doen toen paniek mijn lichaam vulde. Ik was van top tot teen verlamd van angst. De blik die Sam naar me wierp, was wantrouwig. Ik was er 100 procent zeker van dat hij het had gehoord. Hij had het  horen grommen.

 Zou hij weten wat ik was? Zou hij weten dat ik geen mens was en hier enkel was om mijn missie te voltooien? 

 Zonder veel aandacht te besteden aan de mensen rond me, stond ik traag op. Ik had geen idee wat er door zijn hoofd ging. Daarom ging ik meteen uit van het ergste. Hij wist alles en hij zou al mijn geheimen bloot op tafel leggen. Ik had nog maar een paar minuten, seconden om hem te stoppen...

Ik liet mijn vingers een voor een knakken. Ik moest hem stoppen, niets anders dan dat was van belang. Ik zou in mijn eentje de bonenstaak en de uitverkorene vinden. Elk geluid vervaagde behalve het kloppen van mijn hart. Alles verdween voor mijn ogen, behalve mijn doelwit. Ik trok mijn lip op en maakte me klaar om te grommen.

'Het is beter als je achterop gaat,' besloot Sam. 'Ik weet dat het frustrerend is, maar als je het wanhopig probeert te forceren dan zal het je niet lukken.' 

Wat? Waarom kon ik geen wantrouwen, angst of razernij in zijn stem bespeuren? Wat was er aan de hand? Had ik me die blik enkel ingebeeld, of hield hij zijn verdenkingen voor zich? Ik kneep mijn ogen tot spleetjes. Welk van de twee was het? Moest ik hem de mond snoeren voordat hij iets kon door vertellen of was er niets aan de hand? Was het vals alarm of was het code rood?

Quinn gaf me een klap op mijn rug en ik struikelde.

'Gast, haal dat,'  Hij gebaarde naar mijn gezicht. 'van je gezicht. Het lijkt wel alsof je Sam elk moment kan bespringen.' Vervolgens bracht hij zijn hoofd dichter bij me en als ik me nu niet in een tweestrijd bevond, zou ik het nooit hebben toegelaten. 'Geef het op, Sammy hier is al jaren verliefd op uwe koninklijke hoogheid hier.' 

Ik? Verliefd? Op dat?

Ik proestte het uit van het lachen. Dacht hij nou echt dat ik verliefd was op een jongen die leek om te vallen als je er tegen zou blazen? Ik pinkte een traan weg. Zelfs al zou hij me smeken om zijn partner te zijn, ik zou nooit met een zwakker persoon-

Meteen ging mijn blik van Sam naar Astrid en weer terug. Voelde hij iets uitgerekend voor haar? Ik weet niet waarom, maar woede vulde mijn lichaam. Wat zag hij in dat mormel? Ik richtte mijn blik op Edilio en Quinn en mijn mond vertrok in een grimas. Het kon toch niet zo zijn dat zij ook verliefd waren op haar? Het was simpelweg onmogelijk dat dit een harem was van het mormel met de losse handjes?

' Astrid en Quinn kunnen misschien fietsen en Edilio, ik en Leina kunnen ons dan achterop en voorop plaatsen,'  ging Sam verder.

Nee. Waar maakte ik me nu zorgen over? Dat zou nooit het geval kunnen zijn. De schok dat ik bij mijn eerste interactie met mensen al heel mijn missie om zeep zou hebben geholpen, heeft waarschijnlijk mijn denkvermogen aangetast.

Ik knikte instemmend. Ik vond het een goed idee - zeker omdat Astrid het vuile werk moest doen.

'Nee,'  zei Edilio plots, mijn droom verstorend. 'ik fiets wel en Astrid kan achterop gaan zitten.'

Sam schudde zijn hoofd en staarde naar Edilio's been. Hij merkte het en zei:

'Ik heb inderdaad nog last van mijn been, maar niet zo veel dat ik niet kan gaan fietsen. Ik kan een van jullie gemakkelijk achterop dragen.'

Opnieuw wilde Sam er tegen in gaan - en Vader, hoeveel ik daar wel niet op hoopte -, maar zoals ik had kunnen verwachten werd hij gestopt.

'Het is beter zo,' legde hij uit. 'Astrid zou het nooit kunnen volhouden als ik bij haar achterop zit en ook kan ze niet twee andere mensen vervoeren.'

Iedereen keek elkaar in stilte aan. Het klonk logisch... En afschuwelijk!

Astrid.

Astrid.

ASTRID!

Hadden ze niet gezien met hoeveel kracht ze me had gemept? Ik zeg dit niet graag, maar die meid was sterk! Dachten ze nu echt dat ze niet sterk genoeg was om iemand te vervoeren? Chagrijnig staarde ik naar de zandvlakte achter me. Ik had geen behoefte om me meer te moeien met het gesprek. Ik had genoeg voor vandaag... en genoeg van Astrid voor heel mijn leven.

'Oké,  dan doen we het zo: Edilio neemt Astrid en Quinn neemt mij en Leina.'

Quinn kreunde toen hij het hoorde en hij gooide zijn handen in de lucht.

'En niemand heeft medelijden met mij?' riep hij, maar niemand reageerde. Iedereen plaatste zich op de fietsen om te vertrekken. Knorrig gebaarde hij dat Sam en ik van de fiets af moesten zodat hij goed kon zitten.

'Niet de leider, hè,' mompelde Quinn binnensmonds. 'Je bent nochtans goed bezig met bevelen te geven.'

'Quinn.' Sam zuchtte vermoeid. Hij was net een coyote die zuchtte omdat haar jonkie opnieuw vraagt om aandacht.

'Ik weet het, ik weet het, gast,' zei hij terwijl hij met een knikje zei dat we mochten gaan zitten. 'Het is alleen allemaal zoveel!'

Sam schonk hem een blik vol begrip toen hij zijn vriend een schouderklopje gaf.

'Ik weet het. Ik weet het, gast.'  


Gone- Leina (fanfictie) (DUTCH)Όπου ζουν οι ιστορίες. Ανακάλυψε τώρα