Zevenentwintig

13 1 0
                                    

Huilend stortte ik me op mijn bed. Ik werd overspoeld door gevoelens, herinneringen, maar bovenal door schuldgevoel. Wat moest hij nu wel niet van mij denken?! Dat ik een of andere idioot was?! Ik wist zelf ook maar al te goed dat ik ook daadwerkelijk een idioot was. Niets aan mij was normaal.

Dit was een van die dagen dat ik me heel goed kon voelen, maar daarna weer helemaal in de put kon vallen. Dit was een van die dagen dat ik niet kon stoppen met huilen, alles pijn deed, en ik me op moest rollen tot een balletje. Dit was een van die huilbuien die eens in de zoveel tijd kwam, omdat ik alles te lang had opgekropt. Ik had geen manier om mijn gevoel te kunnen verwerken. Het enige wat ik kon, was het opkroppen. Opkroppen, tot het in tranen naar buiten kwam, en mijn hele lichaam pijn deed, om vervolgens verlamd en gevoelloos op mijn bed te liggen.

Jace was te dichtbij gekomen, en ik kon mensen niet te dichtbij laten, omdat ik bang was. Ik was zo bang. Ik had spijt dat ik in had gestemd om een keer af te spreken. Ik had er echt heel veel spijt van. En het enige wat ik nu kon doen, was huilen, hopen dat hij weg zou gaan. Dat hij me nu raar vond, en niets meer met met me te maken wilde hebben.

Na een uur lag ik emotieloos op het bed. Mijn tranen waren op, en ik kon geen emoties tonen. Mijn lippen waren een streep, mijn ogen stonden dof, en toonden dat wat ik wilde; niets. Ze toonden niets. Ze toonden slechts een oneindige leegte aan hen die zou proberen mijn emoties te lezen.

Ik keek op mijn telefoon, en zag dat ik meerdere berichtjes en een gemiste oproep van Jace had. Het waren berichtjes als Waar ben je? En Gaat het wel? Ik legde mijn telefoon terug op het kastje, en liep naar het raam, mijzelf afvragend waarom het zo'n stralende dag was, terwijl ik me niet stralend voelde. Waarom scheen de zon? Waarom waren er enkele schapenwolkjes aan de lucht te bekennen, en geen donkere, zware wolken? Waarom floten de vogels? Allemaal vragen die ik mezelf afvroeg, alleen maar om Jace uit mijn hoofd te bannen.

Ik schrok toen de deurbel door het huis galmde. Omdat ik dacht dat Brandon beneden zat en die de deur wel open kon doen, bleef ik staan waar ik stond. Toen de deurbel na een halve minuut opnieuw door het huis schalde, besloot ik maar naar beneden te lopen. Ik had amper de deur geopend of mijn hart stond al stil. 'Jace...' stotterde ik. 'Wat doe jij hier?'

Angelحيث تعيش القصص. اكتشف الآن