16. Misbruikt

1.1K 98 64
                                    

Ja knap dat je nog leest hahahah doei

Joost P.O.V.
Ik haal uit met mijn vuist. Hij komt hard terecht in het gezicht van de man. Zijn hand reikt naar zijn hoofd maar ik trap hem omver. Waarom doe ik dit zo makkelijk? Tussen de chaos door krijg ik het voor elkaar om naar Harm te kijken. Hij is in gevecht met een lange man. Het zweet staat op zijn voorhoofd. Ik duw de man voor me tegen de muur en ren naar Harm. De man heeft Harm vast, ik ruk hem los en schop de man in zijn kruis. Kermend valt hij neer op de grond. Zonder erbij na te denken trap ik hem nog een keer. Harm leunt met zijn handen op zijn knieën. Ik wrijf hem over zijn rug. Veel tijd om uit te rusten hebben we niet. Trots kijk ik rond de kamer. Vier mannen liggen op de grond. Bewusteloos. Woede kruipt in me omhoog, wat doen ze ons aan? Harm kijkt me aan met het verwardste gezicht die ik ooit heb gezien. Hij weet niks. Jeremy weet niks. Niemand weet iets. Jij ook niet, geef maar toe. Het is onduidelijk. Waarom had ik dit niet verwacht? Het was zo voorspelbaar. Ik weet dat we in gevaar zijn, net als Link. Link. Jeremy... Is het ze gelukt? Link wist wat hij moest doen, heeft hij het gedaan? Harm staart me nog steeds aan. Hij heeft vragen. Meestal is het goed als mensen vragen hebben, maar niet altijd. Wat nou als mensen vragen hebben waar je het antwoord niet op weet? Je kan van alles doen. Maar wat is beter? Eerlijk zijn? Of liegen? Soms moet je liegen om iemand niet te kwetsen, of bang te maken. Maar hier kan ik niet over liegen. Dat staat vast. Dus trek ik Harm mee naar de bank.
*flashback (2 dagen terug)*
Link keek me aan. Gebroken, moe, kapot. Dat waren we allemaal. Maar iets zei me dat Link ergens mee zat. Hij bevestigde mijn vermoeden. "Joost, wil je even praten?" Ik knikte. Harm was boven, bij Jeremy. Gespannen ging Link zitten. Ik nam plaats naast hem. "I-Ik b-ben"- verder kwam hij niet want tranen stroomden over zijn wangen. Ik stelde hem gerust. Hoe? Geen idee. Ik kon zeggen dat alles goed kwam, maar ik wist niet wat er was. Hij begon overnieuw. "Ik ben zó bang dat Jeremy wat overkomt". Geen seconde had ik nodig om met hem akkoord te gaan. Link trilde zacht. Iets in mijn hoofd bracht me terug naar het moment in het ziekenhuis. Link die Jeremy op zijn voorhoofd kuste. "Link". Hij keek me aan. "Jeremy is meer dan een vriend voor je, niet?" Voorzichtig knikte hij. Ik trok hem in een knuffel, "we beschermen hem. "Harm, jij, ik, wij samen". Ik vertelde Link over mijn ontmoeting met Jeremy's vader. Hoe hij me had geslagen. Ik vertelde dat ik bang was, hij luisterde. Maar daar bleef het niet bij. We hadden een plan. Als er iets zou gebeuren zou Link Jeremy naar het blokhutje in het bos brengen. Het was van mijn oma, we hebben het gekregen. Daarna zouden Harm en ik naar ze toe komen en zouden we samen vluchten. Het stelde ons gerust. Niet dat we dachten dat er iets zou gebeuren. Vastberaden keken we elkaar aan. Hij stak zijn hand uit, ik pakte hem.
*Eind*
Harm knippert met zijn ogen. "I-ik begrijp het niet, wie zijn deze mannen?" Zuchtend kijk ik de kamer door. "Ze horen bij Jeremy's vader". "Hij is vastberaden om Jeremy terug te halen". Allebei kijken we weg. We weten allebei dat we in de problemen zitten. Onverwachts pak ik Harm's hand. "We moeten hier weg, kom". Hij volgt me. Als ik de deur uit wil stappen maakt mijn hart een sprong. "Harm", ik stoot hem aan. "Harm, we moeten NU gaan!"

Link P.O.V
Ik duw Jeremy beschermend achter me. Hij trilt en schokt. Met kleine pasjes loop ik naar de deur. De deur waar net op werd geklopt. Mijn hart klopt zo hard dat je het bijna hoort. Wie staat er voor de deur. Een opluchting overvalt me. Joost! Harm! Ze zouden komen. Ik loop terug naar Jeremy. "Rustig Jer, het zijn Joost en Harm". Hij knikt angstig. Ik loop rustig naar de deur en leg mijn hand op de deurklink. Piepend gaat hij open. Mijn hart maak een enorme sprong. Voor een seconde ben ik zó geschokt dat ik niks doorheb. De grote man stapt gewoon langs me, richting Jeremy. Een angstige gil brengt me bij besef. Die gil herken ik. "Jeremy!!!" Ik draai me om met een ruk en ren op de man af. Hij grijpt snel Jeremy vast en trekt hem ruw overeind, "auw!" Jeremy schreeuwt het uit. Tranen springen in mijn ogen. "Laat hem met rust!" "Neem mij dan, alsjeblieft!" Smeek ik hem. Ik wil de man een schop geven, hij ziet het. Uit zijn jaszak haalt hij een mes. Langzaam gaat hij ermee naar de nek van Jeremy. Mijn ogen worden groot. "We willen je niet". "We willen hem", en hij wijst naar Jeremy. "N-nee niet d-doen". Jeremy is doodsbang. Hij is vaker bang, maar niet zó bang. Dan neem ik een besluit. Ik haal diep adem en kijk Jeremy aan. Hij kijkt met glazige ogen terug. Rustig zet ik een stap richting Jeremy, en blijf hem aankijken. Ik slik, het is zwaar. Heb je ooit echte angst meegemaakt? Het is schokkend. Iemand kan zódanig bang voor iets zijn dat het hem overheerst. Echte angst is zeldzaam. Iedereen is wel eens bang. Zo zit de mens in elkaar, we zijn bang. Bang dat er iets met ons gebeurt. De dood. Daar is iedereen bang voor. Als je kwetsbaar bent heb je meer kans om te sterven. Zo zit het systeem in elkaar. Maar je kan ook bang zijn voor iemand anders. Als ik naar Jeremy kijk, zie ik de angst die zijn lichaam overneem. Moet hij bang zijn? Ik bedoel, als je doodgaat, heb je er toch niks meer aan? We willen niet sterven omdat we dan geen leven meer hebben. Maar tegelijkertijd, als we dood zijn denken we daar niet meer aan. Wat is erger? Angst is iets wat je overvalt. Het maakt je klein, maar ook groot. Je leert ervan. "You cannot change, erase or forget your past, you can only accept it". Soms breekt het je. Als je steeds weer opnieuw die angst beleeft gaat het niet meer weg. Nooit. Ik wil niet dat Jeremy bang is. Ik wil dat hij gelukkig is, dat hij gewoon een normaal leven kan lijden. Een leven zonder angst, pijn, en verdriet. Nog een stapje. Ik zie paniek ontstaan bij de man. Nog een stapje. Het mes komt dichterbij Jeremy. Nog een stapje. Ik kom te dichtbij. De man kijkt boos. Hij stompt Jeremy hard in zijn maag. Jeremy's gezicht verkrampt van de pijn. De tranen staan in zijn ogen. Ik ren op de man af en geef hem een klap. Op het zelfde moment zie ik dat Jeremy wild om zich heen trapt. Dat had hij niet moeten doen. Een voet raakt de man in zijn buik. Alles gaat in slomotion. Jeremy word ruw bij zijn haren gepakt. De man tilt Jeremy op. Jeremy vliegt een paar meter door de lucht voor hij met een klap tegen de muur word gegooid. Een moment blijf ik geschokt staan. Opnieuw angst. Als ik twee handen op mijn schouders voel kom ik bij besef. Ik kijk om me heen. De man ligt bewusteloos op de grond. Harm kijkt me geruststellend aan. Jeremy. Shit. "Jer"? Harm draait mijn hoofd een beetje naar links. Jeremy ligt bewegingloos op de grond. Joost zit op zijn knieën naast hem. Voorzichtig bestudeert hij de verwonding op het hoofd van Jeremy. Ik zie dat de borstkas van Jeremy onregelmatig op en neer gaat. Uit mijn zak graai ik Jeremy's apparaatje en gooi het naar Joost.

Joost P.O.V.
Voorzichtig bestudeer ik Jeremy's verwondingen. Ik hoef er niet lang naar te kijken, dit is niet goed. Ik bijt op mijn lip en wenk Harm. Snel komt hij aanlopen. Ik vertel hem dat we nar het ziekenhuis moeten. "Dat kunnen we hem toch niet aandoen?!" Harm kijkt geschokt. Ik denk aan alle keren dat hij zo in paniek was in het ziekenhuis. Dat kunnen we hem inderdaad niet aandoen. Met een rolletje verband verbind ik zijn arm. Harm tilt Jeremy op de bank. Mijn gedachten dwalen af naar alles wat er nu gebeurt. Waar hebben wij dit aan te danken? Waar heeft Jeremy dit aan te danken? Als Jeremy er niet was geweest dan-. Nee Joost, zo mag je niet denken. Zonder ons was Jeremy dood geweest. Ik ben bang. Bang voor wat er komen gaat. Een diepe zucht. Nog éen. "Jongens". Ze kijken naar mij. "We moeten vluchten".

Lol dit was echt een plottwist hahahahaha

Woorden 1556

Trust Me Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon