33. The Dark Mark.

Start from the beginning
                                    

De zwarte lijnen kerfden zich terug in zijn huid, elke centimeter voelde als een mes in zijn vel - maar hij had niet eens door dat het pijn deed. Zijn oren begonnen te ruizen en er trokken vage zwarte vlekken voor zijn ogen. Hij kon voelen hoe zijn benen het begaven, maar nog voor hij op de grond stortte flitste het laatste wat hij zag voor zijn ogen voorbij - Het Duistere Teken.

Velen kilometers ver weg van Villa Malfidus vocht Zweinstein tegen een vroeg gevallen herfstbui. De wind joeg met een felle snelheid langs de ramen, maar de leerlingen werden er niet door afgeleid. Hun hoofd stond namelijk naar een heel ander onderwerp - een onderwerp waar iedereen het over leek te hebben.

Mij.

Met een flink geïrriteerd gezicht duwde ik me langs de tweedejaars Huffelpuf die me zonet een erg brutale vraag had gesteld. 'Haat je Dreuzels?' - het snotjonk, hoe durfde hij? Ik had nota bene Dreuzelouders, natuurlijk haatte ik Dreuzels niet!

Ik hoorde dat Malfidus achter me aan paradeerde, maar ik besteedde geen aandacht aan hem. Zonder dat ik het doorhad flitsten mijn ogen naar de Griffoendor tafel - James wendde zijn blik geschrokken van me af. Een zucht verliet mijn lippen, de lucht blies zo tergend langzaam uit mijn mond dat ik even dacht dat ik ter plekke zou sterven aan een zuurstof gebrek, maar dat gevoel had ik de hele tijd al gehad. De tijd verliep stroef nu ik wist dat mijn vrienden kwaad op me waren. Elk moment werd ik er aan herinnerd, en er was gewoon niks wat ik kon doen om het goed te maken. Ik zou moeten wachten tot het rumoer over mij zou gaan liggen, maar aangezien ik zojuist nog werd beschuldigd van Dreuzelhaat, was het nu niet het moment.

Met op elkaar geperste lippen en een gevoel dat me tevergeefs probeerde te stoppen ging ik aan de Zwadderich tafel zitten. Malfidus zeeg naast me neer, nadat ik mijn uniform had aangetrokken had hij me niet meer alleen gelaten. Het irriteerde me mateloos, maar aangezien hij de enige was die er voor kon zorgen dat de Zwadderaars mij niet zouden haten zei ik er niks van.

Melissa schuifelde naar de plaats tegenover ons, ze had de hele reis lang geen woord meer gesproken. Ik voelde nog steeds geen medelijden voor haar. Vorig jaar had ze mij hetzelfde gevoel gegeven als ik haar nu gaf, dus haar verdriet kon me geen zier schelen.

Valerie Durant, Raven Vierra en Wendy Faulk gingen met verbaasde blikken naast Melissa zitten. Ze vroegen zich waarschijnlijk af waarom ik hier zat, maar ik maakte me er niet erg druk om en besloot mijn kamergenoten te negeren, net zoals ik altijd al had gedaan.

Diablo en Denzil gingen naast Malfidus zitten en toen was de groep compleet. Het voelde vreemd, ik had al die tijd gezworen dat ik nooit bij deze personen zou gaan zitten, maar nu zat ik nog geen tien centimeter verwijderd van een Malfidus - iemand die bijna ging kokhalzen als hij het woord modderbloedje hoorde. Ergens vertelde mijn gevoel me ook gewoon dat dit allemaal inderdaad fout was, het vertelde me dat ze dit alleen maar deden om me in de val te lokken, maar op dit moment vertrouwde ik mijn gevoelens niet meer helemaal. Ik luisterde op dit moment liever naar mijn hoofd, aangezien mijn gevoel me op zo'n verkeerd spoor had gezet dat ik hier was beland.

De deuren van de Grote Zaal gingen moeizaam open. Professor Lubbermans paradeerde naar de voorkant van de zaal, met een hele groep eerstejaars achter zich aan.

Tussen de groep staken twee blonde hoofden uit, Lorcan en Lysander. Ik grijnsde, mijn vermoedens over Lysanders kleding was dus toch goed geweest. Ze droegen nu dan wel allebei hun uniform, maar daar onder hadden ze nog steeds verschillende soorten sokken aan hun voeten. Lysander droeg aan zijn linkervoet een rood met wit gestipte sok en aan zijn rechtervoet een blauw met groen gestreepte sok. Dezelfde combinatie als Lorcan, alleen had Lorcan de rood met wit gestipte sok aan zijn rechtervoet en de blauw met groen gestreepte sok aan zijn linkervoet.

The Last SlytherinWhere stories live. Discover now