Het bos

50 4 0
                                    

Het is al een paar weken geleden toen ik voor het eerst naar het bos ging. Sinds die tijd ben ik al beter geworden in het speer werden. De moeilijkste tijden voor mij was toen de elektriciteit weer aan ging, een hele week stond er stroom op het hek en we hadden geen eten meer omdat ik niks kon vangen. Mijn ouders zijn ook blij dat ik naar het bos ga want ik zorg voor het eten, ze vinden het alleen niet nodig om te trainen voor de honger spelen want ik word waarschijnlijk toch niet gekozen.

Een paar weken geleden krijgen we iets te horen over de honger spelen. Over 3 weken is de boete, de dag dat er twee kinderen worden getrokken om de arena in te gaan. Ik weet niet wat ik er van moet verwachten. Ik ben bang dat ik word getrokken, sinds de dag dat ik hoorde dat de honger spelen dit jaar worden gehouden ben ik al aan het trainen in het bos. Ik heb in de afgelopen weken zelf een betere speer gemaakt en aan mijn conditie, kracht en snelheid gedaan.

Ik loop door het bos met mijn speer in de hand. Het bos is als een soort huis voor mij geworden ik kom er elke dag, maar sinds kort zijn de scholen weer begonnen en heb ik minder tijd. De vogels fluiten weer een liedje terwijl ik rustig door het bos loop. Ik ben dit keer verder het bos ingegaan dan dat ik ooit ben geweest, in dit gedeelte zijn meer dieren en is de begroeiing wilder. Onderweg heb ik al op een paar dieren gejaagd, ik heb al een konijn en een kip ik heb ook al wat suikerbieten geplukt. Mijn tante heeft me geleerd wat voor planten eetbaar zijn en welke giftig. Ik stop om om me heen te kijken of ik nog iets eetbaars zie, maar er zijn alleen maar bomen om me heen en de dieren die ik zie duiken snel weg. 'Raaaaawwwwww'. Ik val met een plof op de grond en slaak een gil uit. Ik voel een sterke pijn in mijn arm. Ik draai mijn hoofd om en kijk ik de grote ogen van een enorm beest, ik gil om help maar ik weet dat er niemand is. De tanden van het beest dat volgens mij een poema is komen steeds dichter bij. Ik kijk opzij en zoek naar mijn speer, hij ligt even verder in de modder. Ik probeer hem te pakken maar het lukt niet, het gewicht van de poema is te zwaar en ik kan me niet bewegen. Zijn tanden komen steeds dichten bij en ik probeer me te verzetten. Blijf rustig Dalia. 'Aaahhhh iemand help me' gil ik, maar er komt niemand. Het is logisch dat er niemand komt niemand is in het bos. Ik sluit mijn ogen in de hoop dat alles goed komt. Ik voel de pijn in mijn arm erger worden.

'Hey gaat het'. Ik doe mijn ogen open en zie alles in een waas voor me. Er staat een persoon voor me maar ik kan niet zien wie het is. 'Hallo gaat alles met je' hoor ik, maar het is ver weg. Laat me met rust ik wil slapen. 'Mmmmhhhh' zeg ik met moeite. 'Alstublieft wordt wakker', maar dit keer dringt het tot me door. Ik doe mijn ogen open en zie een jongen met zwart haar en blauwe ogen voor me, hij is lang en ik schat hem ongeveer 16 jaar even oud als ik ben. 'Hallo' zeg ik, 'hallo hoe gaat het met je' zegt hij. 'Het gaat wel, maar wat is er gebeurd?' 'Ik hoorde iemand gillen en kwam er zo snel mogelijk aan, ik zag dat een poema je aanviel en ik heb hem gedood'. Ik frons en draai mijn hoofd om te kijken hoe mijn arm eruit ziet, er zit verband om maar het doet nog steeds pijn. 'Dankje' zeg ik, 'graag gedaan, hoe gaat het met je arm'. 'Beter maar het doet nog steeds wel pijn'. 'Ik heet Dylan'. 'Hallo Dylan ik ben Dalia. 'Wat doet een klein meisje zoals jij eigenlijk hier in het bos'. 'Ik ben niet klein ik ben al zestien hoor' zeg ik geïrriteerd. 'Mmm maar toch het gaat om het idee' zegt hij met een grens. Ik lach en kijk omhoog naar de lucht, het schemert. 'Ik moet naar huis gaan' zeg ik. Terwijl ik probeer op te staan gaat er een felle pijnscheut door mijn arm en ik plof weer op de grond. Dat was geen goed idee. 'Gaat het? Je kan denk ik beter even blijven liggen' zegt Dylan op een bezorgde toon. 'Ja het gaat wel, maar ik moet echt naar huis anders gaan mijn ouders zich druk maken'. Dylan kijkt naar de grond en zucht, 'Ik denk niet dat we vanavond naar huis kunnen, het wordt al snel donker en ik denk dat het niet echt gaat lukken met hoe je er nu aan te bent'. Misschien heeft hij gelijk ik ben veel bloed verloren en het is best wel ver lopen tot aan district 12, ik zou willen dat ik nooit zover het bos in was gegaan. 'Oke dan blijven we een nachtje maar morgen vroeg moet ik wel echt terug gaan' zeg ik met een geïrriteerde toon. Hij knikt en staat op 'Ik ga wat hout zoeken zodat we vuur kunnen maken'.

'Dalia waar was je vannacht' vraagt mijn moeder. 'Ik was in het bos geweest en ben gevallen'. Ze kijkt me aan 'is dat echt gebeurd, want je hebt namelijk wel een erge wond in je arm'. Ik knik, ik wil liever niet vertellen wat er echt gebeurd is anders gaat ze zich zorgen maken en zeggen dat ik niet meer naar het bos mag. Het was gister best wel gezellig met Dylan, hij zorgde goed voor me. Ik heb het gevoel dat ik eindelijk een vriend heb. Ik heb nog nooit vrienden gehad ik was altijd het stille meisje van de school en zei nooit iets. Het is nooit echt makkelijk voor me geweest op school. Niemand nam ooit eens de moeite om met mij te praten, het zal me niks verbazen als sommige mijn naam niet eens weten. Ik heb Dylan wel eens tijdens de pauze gezien, hij staat altijd met een vriendengroep bij de boom. Ik sta altijd alleen, het liefst zou ik willen dat ik dan onzichtbaar was en weg kon naar het bos. Ik ben erg verlegen en kan daarom niet goed met mensen communiceren. Toen ik zes jaar was was er eens een meisje naar mij toe gekomen en vroeg waarom ik nooit iets zei, ik werd toen zo rood en werd sprakeloos. Dat was echt beschamend.

De tweede les is net voorbij en de pauze plaats begint langzaam vol te stromen. Ik loop naar buiten en ga staan waar ik altijd sta. Overal lachen mensen om me heen en staan druk te kletsen, maar niemand neemt de moeite om naar mij toe komen. Ik ben als een vreemdeling voor ze. 'Dalia!' Ik draai me om en zie Dylan zwaaien, 'Kom gezellig hier staan' roept hij. Ik aarzel even maar loop toch naar hem toe. 'Hallo' zeg ik. 'Hoe heet je vriendin Dylan' zegt een jongen met sproeten en rood haar. 'Dit is Dalia'. Ik lach verlegen maar zeg niks. 'Ik ben Mitchel' zegt de jongen.

The First Hunger Games (nl)Dove le storie prendono vita. Scoprilo ora