Het plan

86 4 0
                                    

Ik heb de opstand overleeft. Hier in district 12 was hij niet zo erg, maar in district 13 wel. Langzaam loop ik naar mijn huis in de Laag. De wind waait zachtjes door mijn lange blonde haren. De opstand is pas net voorbij en ik ben bang dat er weer opnieuw een invasie komt. De week dat de opstand begon was het ergst, ik was 13. Ik was net wakker en lag nog in mijn bed toen ik mensen hoorden schreeuwen. Ik verstopte me onder mijn bed toen mijn vader binnen kwam. 'Wat is er aan de hand' vroeg ik. Hij keek triest voor zich uit en zei 'de opstand is begonnen'. Ik was bang toen hij dat zei. Het liefst wilde ik wegrennen, ergens anders naartoe gaan waar ik veilig zou zijn. Mijn moeder kwam toen ook de kamer binnen en zei dat we moesten gaan. We liepen het huis uit en het was een warboel. Er renden allemaal mensen door elkaar en iedereen was aan het duwen. Toen ik schoten hoorde gilde ik, een man viel op de grond. Ik kreeg tranen in mijn ogen en mijn ouders sleurden me mee. Ik ben blij dat we er heel uit zijn gekomen.

Ik krijg een traan in mijn ogen als ik erover denk. Het is allemaal goed gekomen en er is weer vrede fluister ik mezelf toe. Ik loop mijn huis binnen en mijn ouders zitten voor de tv. Mijn moeder heeft mooi blond haar net zoals ik, en mijn vader heeft bruin haar. Veel mensen zeggen dat ik op ze lijk. Ik heb net zoals mijn ouders blauwe ogen en ik heb een slank figuur. Ik ben niet klein maar ook niet lang. 'Hallo Dalia' zegt mijn moeder. Ik zeg hallo terug en ga op de bank tussen mijn ouders zitten. 'Waar kijken jullie naar' vraag ik. 'Er komt zo een belangrijk bericht op vanuit het Capitool' zegt mijn vader. Ik ben benieuwd wat ze te zeggen hebben. Dit wordt het eerste bericht vanuit het Capitool sinds de oorlog voorbij is. Het scherm wordt even zwart en daarna springt het weer aan. President Ryll zit achter zijn bureau en heeft een blaadje voor zich. 'Hallo bewoners van Panem' zegt hij. 'We willen iets bekend maken'. 'Sinds de opstand hebben ik en andere leiders van het Capitool iets bedacht om vrede te bewaren en te zorgen dat er nooit meer een opstand komt' zegt hij met een serieuze stem. Gelukkig dat ze iets bedacht hebben om de vrede te bewaren, ik hoop dat er nooit meer een opstand komt. 'Goed we hebben dus een beslissing gemaakt' zegt Ryll. 'We willen iedereen eraan herinneren dat niemand zich tegen het Capitool kan verzetten, we gaan dit jaar iets introduceren dat voor iedereen nieuw is'. 'Het zal elk jaar plaats vinden, elk jaar gaat er een meisje en jongen van 12 t/m 18 jaar van elk district de arena in, daar zullen ze tegen elkaar moeten strijden op leven en dood en de gene die als laatste overblijft wint'. 'Dit evenement zal de honger spelen heten en het zal dit jaar voor het eerst plaats vinden, wanneer het zal plaatsvinden laten we nog precies weten'. Het beeld ging op zwart. Ik kijk naar mijn moeder 'Mam je denkt toch niet dat ze dat echt gaan doen' vraag ik. Ze kijkt naar de grond en zegt 'Ik denk dat ze het menen'. 'Oowww' ik kijk naar mijn schoenen, hoe kunnen ze dit doen dit is net zo erg als een opstand. Ze vermoorden gewoon kinderen.

Verward staar ik voor me uit. Ik loop door de laag met allemaal vragen in mijn hoofd. Zal ik misschien mee moeten doen? Hoe moet ik dan al die mensen vermoorden? Ik kan helemaal niet vechten wat moet ik doen als ik word getrokken. Ik staar naar het hek, achter het hek bloeien de bloemen en de bomen hebben al veel bladeren, het is lente. Ik staar naar het bos, misschien kan ik trainen voor als ik misschien mee zal moeten doen aan de honger spelen. Maar hoe moet ik dat doen? Ik zoek het hek af en zie dat het ergens kapot is. Ik kijk achter me er is niemand, ik loop rustig naar het hek waar die kapot is. Het hek hangt slap en er is een kuil gegraven. Ik kniel en luister of er elektriciteit op het hek staat, maar ik hoor niks. Sinds de opstand is de elektriciteit nog niet aan geweest. Ik had iets gehoord over dat de elektriciteitscentrales waren geraakt door bommen tijdens de opstand. Ik kruip voorzichtig onder het hek door. Als ik er eenmaal doorheen ben ren ik zo snel mogelijk het bos in. Uitgeput kom ik in het bos aan, ik loop naar een boom en ga ertegen aan leunen. Ik kan wel wat aan mijn conditie doen. Eenmaal op adem loop ik verder het bos in. Ik hoor de vogels om me heen fluiten, het voelt rustgevend aan. Zo rustig ben ik nog nooit geweest na de opstand. Ik kijk omhoog en zie een vogel zitten, ik weet niet precies wat voor vogel het is maar hij fluit een rustgevend deuntje. Ik loop verder het bos in terwijl ik takjes ontwijk die op de grond liggen. Ik hoor allemaal dieren die voor mij weg duiken maar ik zie ze niet. Na een tijdje ga ik op de grond zitten om even uit te rusten. Ik leun tegen een boom aan en staar voor me uit, voor me is een klein vijvertje en ik hoor gekwaak. Ik doe mijn ogen dicht en luister naar de dieren om me heen. Het is hier anders dan dat ik had verwacht, ik had verwacht dat hier allemaal enge beesten zaten maar het is hier juist heel rustgevend. Ik doe mijn ogen open, en zie een tak voor me liggen. Ik raap de tak op en bestudeer hem, hij is schoon en heeft een scherp puntje aan het uiteinde. Misschien kan deze tak gebruiken als een speer om mee te oefenen. Opeens zie ik kalkoenen aan de overkant van het vijvertje lopen. Ik kijk naar ze terwijl ik de tak nog in mijn hand heb. Misschien is dit het moment om te oefenen. Ik houd de tak stevig vast en sta langzaam op zodat ik de kalkoenen niet wegjaag. Als ik op sta kijk ik nog eens goed naar de kalkoenen. Ik doe mijn arm wat naar achter en gooi de tak naar een kalkoen toe. Ik hoor ik alle dieren om me heen weg rennen, en de kalkoenen rennen in alle haast weg. Het is opeens heel stil en ik kijk of ik er een geraakt heb, maar nee. Ik loop naar de andere kant van het vijvertje waar de tak ligt. Ik kniel terwijl ik hem op wil pakken en zie bloed liggen. Ik heb dus toch geraakt, misschien is die kalkoen dan wel ontsnapt maar hij moet hier in de buurt zijn. Ik pak snel de tak en ga op zoek naar de kalkoen, met een verwonding kan hij niet ver zijn gekomen. Er klikt een raar geluid en ik loop ernaartoe. De kalkoen ligt op de grond ik een plasje van bloed, de andere kalkoenen staan om hem heen maar ze gaan snel weg als ze mij zien komen. Ik loop voorzichtig naar de kalkoen toe, ik zie dat hij pijn heeft. Ik pak de tak en vermoord hem zodat hij geen pijn meer heeft. Even verder op ga ik zitten. Ik heb net een dier vermoord, ik kijk naar hem, hij ligt daar zo weerloos. Mijn maag rommelt en ik kijk naar de lucht om te zien waar de zon staat om te kijken hoelaat het is. Het is al laat dus ik moet gaan. Ik neem de kalkoen en mijn tak mee. Ik denk dat die tak wel handig is als speer. Aan de rand van het bos leg ik de speer neer in een boomholte en ren terug naar de Laag met de kalkoen stevig in mijn hand. Ik heb mezelf net bewezen dat ik misschien toch wel wat kan. Misschien zou ik de honger spelen kunnen winnen als ik gekozen word maar ik zal wel nog wat moeten oefenen.

The First Hunger Games (nl)Where stories live. Discover now